
Hoewel de naam Tony Jaa wellicht geen belletje doet rinkelen, mag je zeker niet nalaten om hem te noteren in je persoonlijke notieboekje, want het is een waardige opvolger van het triumviraat Aziatische gevechtsmachines Bruce Lee, Jet Li, Jackie Chan.
Een groep sterk afgetrainde jonge mannen met een soort klei op hun geconcentreerde gezichten, beklimt als bezeten een grote boom om als eerste de vlag te bemachtigen die in de top hangt. Niet meteen de zaal uitspurten, je bent niet per ongeluk terechtgekomen in een of andere filosofische prent over Thaise rites. De openingssequens is een louter misleidende spielerei van de gehaaide cineast, want wanneer blijkt dat het hoofd van Ong-Bak – een Boeddhabeeld dat wordt vereerd door de inwoners van het dorpje Nong Pradu – is gestolen, wordt Ting op pad gestuurd om het hoofd te recupereren. De zendeling is natuurlijk niet de eerste de beste: als expert in de muay thai gevechtsport heeft hij de meeste kans om de speurtocht tot een goed einde te brengen. Zijn missie drijft hem naar het gore milieu van de Bangkok-maffiosi, die niet zinnens zijn hun commerciële wanpraktijken te laten dwarsbomen door een rurale hummel als Ting. Uiteraard lukt, het Ting niet meteen om zijn queeste positief af te ronden. Regisseur Pinkaew grabbelt dan ook gretig uit de grote zak clichés aan spectaculaire actie- en gevechtsscènes en dito stuntwerk. Ting zoeft door de lucht als een moordende roofvogel en breekt met zijn krachtige vuisten, lenige voeten en behendige armen zowat alle botten en knoken van de schurken die zijn zending proberen te dwarsbomen. Bergen lijken en kreupelen later kunnen de inwoners van het vredig dorpje Nong Pradu in alle fust weer hun intacte Ong-Bak aanbidden.
Ong-Bak is een big-budget martial arts-movie, die bulkt van de actie en gevechtsscènes, maar waarin geen druppeltje bloed valt te bespeuren. Het scenario past in een sakébekertje en bovendien herhaalt regisseur Pinkaew alle energieke stunts tot vier maal toe, vanuit verschillende gezichtspunten én in slow motion, zodat je rustig kan indutten zonder iets van de talrijke actiescènes te missen. Mooi meegenomen is dan weer de manier waarop de verdorven stadsmentaliteit versus de spirituele dorpsfilosofie wordt geschetst. Ong-Bak is visueel fraai chop choy-vertier, met een alles verbrijzelende steracteur.
Genre: martial arts, actie, misdaad, thriller
Jaar: 2003
Regisseur: Prachya Pinkaew
Cast: Tony Jaa, Phetthai Vongkumlao, Pumwaree Yodkamol
Land: Thailand
Speelduur: 108 minuten