Subscribe Now
Trending News
De keuze van Zack Ogle
ZACK OGLE (c) IMDB Pro
De keuze van

De keuze van Zack Ogle 

(English version below)

Zack Ogle is een filmmaker, scenarist en regisseur uit Philadelphia, momenteel gevestigd in Los Angeles. Hij staat bekend om zijn psychologisch geladen horrorfilms die technologie, identiteit en menselijk verlangen onderzoeken. Samen met mederegisseur Aaron Pagniano maakte hij de horror-thriller It Needs Eyes (2025), een film die diepe thema’s verweeft met klassieke body horror en coming-of-age elementen. Ogle werkte eerder aan kortfilms zoals We Got a Monkey’s Paw en Death Has a Son, en heeft daarnaast ervaring opgedaan bij grotere producties, waaronder werk voor Netflix aan Dead Boy Detectives.


It Needs Eyes kan je op 29 oktober tijdens Razor Reel Flanders Film Festival gaan bekijken, maar waar haalde Zack Ogly de mosterd? Vijf films die hem inspireerde:


Videodrome (David Cronenberg – 1983)

David Cronenberg is de koning van het vreemde en verontrustende. Ik zag Videodrome op een vormende leeftijd, en “long live the new flesh” staat sindsdien in mijn geheugen gegrift. Deze film kruipt langzaam onder je huid, om vervolgens razendsnel te ontsporen tot een totale nachtmerrie waarin het onmogelijk wordt te onderscheiden wat echt is, wat metafoor is, en wat een door een tumor veroorzaakte hallucinatie is. Ongeveer tien jaar vóór het internet over ons werd uitgestort, maakte Cronenberg zich al zorgen over de obsessie van het publiek met gewelddadige media – en hij zat er helemaal op. De mensheid heeft altijd al een duistere fascinatie gehad voor het verdorvene en macabere, en er zijn altijd mensen geweest die bereid waren dat te verkopen voor winst. Maar de mogelijkheid om het rechtstreeks in onze hersenen te downloaden, was een nieuwe vorm van horror – een die sindsdien alleen maar relevanter is geworden. Zijn angst dat het “video-zelf” niet alleen een andere versie van iemand kan zijn, maar zelfs als méér echt kan worden ervaren, is een nachtmerrie waarin we vandaag de dag allemaal leven.



The Night House (David Bruckner – 2020)

Rebecca Hall’s indrukwekkende hoofdrol tilt deze geweldige film van David Bruckner naar een hoger niveau. Wat in eerste instantie een eenvoudig verhaal lijkt over een vrouw die haar man verliest aan zelfmoord, onthult laag na laag en is doordrenkt van sfeer. De film gebruikt zijn sterke greep op mythologie en droomlogica om een donker sprookje te weven over liefde, angst en verlies. Hoe ver zijn we bereid te gaan om de waarheid te achterhalen wanneer we door verdriet zijn losgeslagen? Hoe goed kunnen we onze dierbaren echt kennen? En zijn we ooit veilig wanneer het immense, onkenbare Niets ons komt halen? Wat ik het meest inspirerend vind, is het ongelooflijke gebruik van locatie en praktische effecten. Deze film had echt nergens anders, of door iemand anders, gemaakt kunnen worden. Nog een trage opbouw die uitmondt in een duizelingwekkende, overweldigende derde akte. Dit handgemaakte labyrint is absoluut een must-see.


The VVitch (Robert Eggers – 2015)

Net als It Needs Eyes volgt The VVitch een tienermeisje dat haar plek in de wereld probeert te vinden, terwijl haar gezin en het gevoel van veiligheid stukje bij beetje van haar worden afgenomen. Wat ik geweldig vind, is dat de magie in het grootste deel van de film net buiten beeld blijft. Het zou even goed echt kunnen zijn, als een product van de paranoia van het gezin. Een verhaal dat, tot het uiterste doorgevoerd, probeert om het verlies van een kind begrijpelijker te maken. We richten ons vooral op Anya Taylor-Joy’s betoverende vertolking, terwijl haar wereld instort en haar familie zich tegen haar keert. Lange, bedachtzame shots van haar alleen in de velden vervelen nooit; ze brengen ons juist dichter bij haar wanhoop en eenzaamheid. We voelen alles wat zij voelt, tot het bittere einde aan toe.


Censor (Prano Bailey-Bond – 2021)

Een van mijn recentere favorieten op deze lijst, Censor is opnieuw een afdaling in waanzin, veroorzaakt door gewelddadige media. De film volgt een medewerkster van de British Board of Film Classification tijdens de beruchte “video nasties”-periode. Deze vrouw, wier baan het is om films te beoordelen die te gewelddadig worden geacht voor het publiek, begint te geloven dat een actrice in een van die films haar lang vermiste zus is. Dit was zo’n moment waarop wij het script voor onze eigen film al hadden geschreven, en vlak voor de opnames stuitte ik op deze film – ik was aangenaam verrast door de overeenkomsten. Ook hier: een jonge vrouw, geïsoleerd in haar eigen leven, die wanhopig naar betekenis zoekt in bloederige media. Beide hoofdpersonages raken geobsedeerd door een andere vrouw en zijn ervan overtuigd dat zij de sleutel tot al hun vragen bezit. Hoewel Censor uiteindelijk een heel andere richting inslaat, is het een kronkelige afdaling in een donker konijnenhol, met een ongelooflijk nachtmerrieachtige derde akte. De gewaagde belichting en het neerhalen van de vierde wand zijn onvergetelijk. De film stelt de vraag: maken gewelddadige films gewelddadige mensen, of dragen we dat duister al in ons, wachtend op een excuus om los te breken?


Ringu (Hideo Nakata – 1998)

Wanneer ik aan techno-horror denk, is dit de film die meteen in me opkomt. Hoewel de Amerikaanse remake sterk is, is dit het origineel – en ze ís die film. Het is het soort verhaal dat aanvoelt als een stadslegende die je hoorde tijdens een slaapfeestje of op een duister forum laat in de nacht. De sluipende angst van Ringu is perfect, en – als je het nog niet gemerkt had – ik houd van films waarin een vrouw een vreemd, kronkelend mysterie moet oplossen. Als een foto een ziel kan vastleggen, wat kan een videoband dan vastleggen? En dat einde… geniaal. Je dacht dat het begraven van een lichaam alles zou oplossen? Nee hoor. Zodra iets gefilmd is, wordt het een eigen entiteit – en die entiteit heeft een eigen wil. Soms is een kwaad te groot, te haatdragend voor stervelingen om te overwinnen. Het enige wat we kunnen doen, is het doorgeven aan de volgende persoon, in de hoop dat het dáár zijn honger stilt – voordat het jou volledig verslindt.



English version:

Zack Ogle is a filmmaker, screenwriter and director from Philadelphia, currently based in Los Angeles. He is known for his psychologically charged horror films that explore technology, identity and human desire. Together with co-director Aaron Pagniano, he made the horror thriller It Needs Eyes (2025), a film that interweaves deep themes with classic body horror and coming-of-age elements. Ogle previously worked on short films such as We Got a Monkey’s Paw and Death Has a Son, and has also gained experience on larger productions, including work for Netflix on Dead Boy Detectives.

You can watch It Needs Eyes on 29 October during the Razor Reel Flanders Film Festival, but where did Zack Ogly get his inspiration? Five films that inspired him:

Videodrome (David Cronenberg – 1983)

David Cronenberg is the king of the weird and unnerving. I saw Videodrome at a formative age, and “long live the new flesh” has been seared on my brain ever since. This movie slowly creeps up on you, then rapidly goes to hell in a handbasket till it’s impossible to pick apart what’s real, what’s metaphor, and what’s a tumor-induced hallucination. About a decade before the internet dropped on us all, Cronenberg was already concerned about the public’s obsession with violent media, and he couldn’t have been more on the money. Humanity has always had a dark fascination with the depraved and macabre, and there have always been those willing to sell it for a profit, but the ability to download it directly into our brains was a fresh new horror that has only become more prevalent. His fear that the video-self could not only be a different version of oneself, but may be perceived as somehow more real is a nightmare we all live in today.

The Night House (David Bruckner – 2020)

Rebecca Hall’s powerhouse central performance champions this amazing film from David Bruckner. What seems to be a simple story about a woman losing her husband to suicide pulls back layer after layer and is soaked to the bone in mood. This film uses its fantastic grasp on mythology and dream logic to weave a dark fairy tale of love, dread and loss. How far are we willing to go to uncover the truth when unmoored by grief? How well can we really know our loved ones? And can we ever be safe when the vast, unknowable Nothing comes to claim us? I think the most inspiring thing for me is this film’s incredible use of location and practical effects. It really could not have been shot anywhere else or by anybody else for that matter. Another slow build, leading to a wonderfully dizzying and overwhelming third act. This hand-crafted labyrinth is an absolute must.

The VVitch (Robert Eggers – 2015)

Like It Needs Eyes, The VVitch follows a teen girl finding her place in the world only to have her entire family unit and safety of home stripped away from her piece by piece. I love that, for the majority of this film, all magic is just offscreen. It could equally be real or it could simply be the family’s paranoia. A story told to make losing a child seem easier to wrap one’s head around taken to the extreme. We are mostly left to focus on Anya Taylor-Joy’s dazzling performance as her world crumbles and her family turns on her. Long pensive shots of her walking alone in the fields never tire or bore, rather they bring us closer to her in her plight and isolation. We feel everything she feels, right by her side till the very end.

Censor (Prano Bailey-Bond – 2021)

One of my more recent favorites on the list, Censor is yet another descent into madness at the hands of violent media. Following a member of the British Board of Film Classification during the height of “video nasties” paranoia, a woman whose sole job is to watch films deemed too violent for the public believes an actress in one of those nasties to be her long missing sister. This is one of those instances where we had already written the script for our movie, and leading up to shooting I came across this film and was pleasantly surprised by the reflections I saw in ours. Similarly a young woman, isolated in her own life, desperately searches for meaning in bloody media. Both our main characters become transfixed on a singular female entity and become convinced all the answers to their questions somehow lie in her. While taken in a completely different direction, Censor is a twisty journey down a dark rabbit hole and its third act is an unbelievably stunning nightmare. Its bold lighting and tearing down of the fourth wall are unforgettable; begging the question: do violent films create violent people, or do we already harbor a dark passenger within us looking for an excuse to come out?

Ringu (Hideo Nakata – 1998)

When I think of techno-horror, this is the film that comes to mind. While its American adaptation shines, this is the original for a reason and she is THAT girl. It’s the sort of story that feels like an urban legend you’ve heard either up late at a sleepover or dredging online forums alone. The creeping anxiety of Ringu is absolutely perfect, and- if you can’t already tell- I love a film about a woman solving a strange and winding mystery. If a photograph can capture a soul, what can a videotape capture? And it really doesn’t get better than that bait and switch of an ending. You thought putting a body to rest would fix this? No ma’am. Once something is filmed, it becomes its own thing and that thing has a mind of its own. Sometimes an evil is too large, too hateful for mere mortals to solve. All we can do is pass it onto the next person and hope for the best; giving it something else to feed on, lest it devour you whole.

Related posts