Shelley Duvall, de tengere actrice met de grote ogen die in Cannes een prijs won voor Robert Altmans 3 Women en Stanley Kubricks intense regietechnieken doorstond in The Shining is op donderdag 11 juli overleden in Blanco, Texas. Ze werd 75.
Duvall stond bekend om haar samenwerking met regisseur Robert Altman, die haar castte in Brewster McCloud als haar eerste filmrol. Daarna speelde ze in zijn films McCabe & Mrs. Miller en Thieves Like Us voordat ze in 1975 de hoofdrol speelde in Nashville. Na aandacht te hebben gekregen in Nashville, castte Altman haar in Buffalo Bill and the Indians en liet haar schitteren in 3 Women waarvoor ze de Cannes Film Festival Award voor Beste Actrice en een BAFTA nominatie won. Ook in 1977 speelde Duvall een Rolling Stone-journalist in Woody Allen’s Annie Hall en ontmoette ze Paul Simon op de set. Ze hadden twee jaar verkering.
Duvall speelde de rol van Olive Oyl in Altman’s Popeye in 1980, een rol waarvoor ze geboren leek, met haar gigantische ogen. Haar angstaanjagende optreden als kuuroordmedewerkster in 3 Women bracht Kubrick ertoe haar te casten als Wendy Torrance, de vrouw van Jack Nicholsons personage in Stanley Kubricks The Shining, gebaseerd op de roman van Stephen King.
De opnames van The Shining duurden meer dan een jaar en de legendarisch veeleisende regisseur dwong Duvall tot het uiterste. Sommige van haar scènes in The Shining vergden meer dan 100 takes. Haar andere rollen waren onder meer in Terry Gilliam’s Time Bandits en de komedie Roxanne met Steve Martin.
