Vijgen na Pasen? Waarom het nog eens over Cannes hebben? Wel, tijdens de laatste dagen van het festival hoorde ik van veel mensen dat editie 2023 een topeditie was. Maar was dat ook zo? Met 29 festivals achter de kiezen, kon ik wel vergelijken. Maar het vroeg wat reflectie. En hoe meet je zoiets?
Er is altijd dat subjectief aspect. Maar ik ging uit van het feit dat sommige bekroonde films (Fargo, La Pianiste, Le Fils enz.) klassiekers zijn geworden. Andere verdwenen in het rijk der vergetelijk, nog andere films bleken gewoon overschat en ten slotte zijn er ook nog van die films die door de pers geweldig werden gevonden, maar waarvoor geen publiek was, behalve dan die ene paardenkop. In de vergelijking die ik hier maak, kijk ik uitsluitend naar films die een publiek bereiken. Dat wil dus niet zeggen dat de ‘te verwaarlozen werken’ slechte films zijn.

Ik heb hier enkel de competitiefilms bestudeerd en beoordeel dus enkel en alleen de selectie door Thierry Frémaux en zijn mensen. Het is dus geen beoordeling van het ganse pakket (Un Certain Regard, films buiten competitie, Quainzaine, Cannes Première enz.). Dus het kon wel zijn dat een festival met een zwakke officiële selectie groots werd door een sterke bulk aan films buiten het officiële gedeelte.
Het aantal films in de competitie verschilt van jaar tot jaar. Daar moet dan ook rekening mee worden gehouden. Maar meestal varieert die competitie tussen 18 en 23 films. Dus hoeveel verdienstelijke films waren er dit jaar? Ik kwam uit op 8/21. Het is een zeer vage score, want ik heb geen kristallen bol en weet dus niet welke van die topfilms binnen 20 jaar nog zullen bekeken worden.

Maar in vergelijking met 2022 moet 2023 toch het onderspit delven. Dat was pas een goed jaar met een score van 12/23. Toen had je Close, Tori et Lokita, The Eight Mountains, Decision to Leave, Holy Spider, The Boy from Heaven, R.M.N., Triangle of Sadness, Broker, Armageddon Time en Pacifcation.

De eerdere edities leverden meestal een score op rond 8/21. 2017 bleek een eerder zwak jaar met een score van 6/18 met uitschieters als You were never really here, The Square, Loveless, The Killing of a Sacred Deer en Good Time. Maar in vergelijking met 2010 (5/19) viel dat jaar nog een beetje mee.
2010 was ronduit slecht in de zin dat heel veel films van topregisseurs povertjes uitvielen. Ik denk niet dat een publiek nu nog staat te springen om Biutiful, Certified Copy, Fair Game, Outrage, Hors-la-loi, Burnt by the Sun 2 en zelfs Route Irish en andere te bekijken. Het was het jaar van Uncle Boonmee, op handen gedragen door sommigen, maar hermetisch voor de meeste stervelingen.

Nog zo’n zwak jaar was 2004 met een score van 6/19: een jaar waarin films zoals The Life and Death of Peter Sellers, Shrek 2, The Ladykillers (een losse flodder van de Coens), Ghost in the Shell 2 en The Edukators in de competitie zaten. Dat zijn nu allemaal films waar geen haan meer om kraait.
Waren er dan geen echte topjaren? Kijk naar 2001. Een bijna hallucinant jaar (15/23) met onder meer Distance van Kore-eda, Kandahar van Makhmalbaf, The Man Who Wasn’t There van Coen, Millennium Mambo van Hou Hsiao-hsien, Moulin Rouge! van Luhrmann, Mulholland Drive van Lynch, No Man’s Land van Tanović, La Pianiste van Haneke, The Pledge van Penn, Roberto Succo van Kahn, Shrek van Adamson, La stanza del figlio van Moretti en Warm Water Under a Red Bridge van Imamura.

Nog zo’n topjaar was 1996 ((13/22) met Breaking the Waves van von Trier, Crash van Cronenberg, Fargo van Joel Coen, Kansas City van Altman, Drifting Clouds van Kaurismäki, Le huitième jour van Jaco Van Dormael, Les voleurs van André Téchiné, Ridicule van Leconte, Secrets & Lies van Leigh, The Van van Frears, Tierra van Médem en Un héros très discret van Audiard.

Terug naar 2023. Zet die selectie naast die van 2001 en 1996 en je komt uit op een eerder middelmatige editie. Ze was zelfs zo middelmatig dat je de winnaars echt kon voorspellen. Het valt bovendien af te wachten wat die films gaan doen. Ik denk wel dat er een breed publiek bestaat voor Gouden Palm Anatomy of a Fall omdat het een relatief gemakkelijke film met een knap scenario is. Maar als grote winnaar is dit toch nog een paar treden lager – en dus geen instant klassieker – dan bijvoorbeeld Parasite, L’Enfant, Taste of Sherry, Pulp Fiction, All that Jazz, Kagemusha, Padre Padrone en Taxi Driver.

Ik vermoed dat The Zone of Interest, Fallen Leaves en Perfect Days goed kunnen scoren in de arthouse-zalen. Maar of de rest van de competitie blijvers zullen worden, valt te betwijfelen. Er zijn er die The Old Oak en May December bejubelen. Maar dat zijn mindere films van grote regisseurs en ik vermoed dat daar, eens de release achter de rug, niet veel meer over gepraat zal worden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld The Wind that Shakes the Barley en Carol die nog altijd heropgevist worden.

Waarom was de selectie dan wat zwakker dit jaar? De streamingsdiensten zitten daar zeker voor tussen. Cannes zal vroeg of laat de Netflixen van deze wereld moeten omarmen of ze gaan goede films in de competitie missen. Het wordt ook tijd dat ze hun criteria veranderen en geen films selecteren omdat men bepaalde bevolkingsgroepen meer kansen wil geven. Het valt immers niet te verdedigen dat men zeer zwakke films van Corsini en Breillat in de competitie opneemt omdat de makers uit Frankrijk komen en vrouwen zijn. Dat mag uiteraard, maar dan ben je met iets anders bezig dan met kwaliteit. En waarom moesten Loach en Haynes in de competitie zitten? Het zijn vaste waarden, maar ook dat is geen reden. Maar so what, misschien vond Thierry niet genoeg sterke films. Op nu naar de editie 2024 en hopen dat die de competitie van 2001 kan overtreffen.