Konga, is er eentje uit de reeks “je moet hem zien om te geloven, maar de vraag is of je hem wel per se moet zien”. Een film over een gorilla die Konga heet voorspelt maar weinig goeds. En als verwacht is dit niet meer dan de meest goedkoopste, en vrij idiote variatie op King Kong, de RKO-film uit 1933. Na het succes van Herman Cohens vorige Britse film Horrors of the Black Museum, vroeg Nat Cohen aan Herman Cohen (die overigens geen familie was van Nat) om nog een exploitatiefilm te maken. Herman Cohen die een fervent fan was van King Kong dacht dat de tijd rijp was om een King Kong-versie in kleur te maken want daarvoor had je alleen maar de RKO-film uit 1933, de versie met Jeff Bridges en Jessica Lange verscheen pas in 1976.
De oorspronkelijke titel was I Was a Teenage Gorilla zodat het publiek de link kon leggen met zijn hit I Was a Teenage Werewolf, een film die 100.000 dollar kostte maar wel twee miljoen dollar opbracht. Het werd echter Konga, en om RKO niet voor de borst te stoten betaalde Cohen 25.000 dollar smeergeld aan deze studio terwijl de regie in de handen kwam van de Canadese John Lemont die vooral ervaring had in de televisiewereld.
Het verhaal draait om de Britse botanicus Charles Decker (Michael Gough), een gestoorde geleerde die nadat hij met zijn sportvliegtuigje in Afrika ergens tegenaan vliegt als dood wordt beschouwd. Een jaar later duikt de man in Londen onverwacht op met op zijn arm een babychimpansee. De man is er heilig van overtuigd dat hij met het serum van insectenetende planten en die verdacht veel lijken uit die op Little Shop Of Horrors die een jaar eerder uitkwam. Met een kookpot (jawel) maakt Decker een brouwsel die hij vervolgens in de babychimpansee injecteert die onmiddellijk transformeert in een gorilla. Ten minste dat is de bedoeling in het script, want op beeld krijg je een man die verkleed is in een apenpak. De enige voorwaarde van de casting voor deze rol was dat de persoon 1,80 meter moest zijn.
Op de filmaffiche zie je wel hoe Konga Londen kort en klein mept maar dat is alleen maar in de laatste tien minuten te zien, voor de rest moet je je zoethouden met wat poppetjes en speelgoedautootje die naar beneden worden gegooid. Er zijn vooral veel dialogen, een aap die mensen wurgt, een onderzoek van Scotland Yard dat nergens op slaat en ook nog eens een romance tussen de professor en één van zijn studentinnen. Konga heeft zijn charmes, maar goed kun je de film in geen geval noemen.
GENRE: creature feature, horror, sciencefiction
JAAR: 1961
REGISSEUR: John Lemont
CAST: Michael Gough, Margo Johns, Jess Conrad, Claire Gordon, Austin Trevor, Jack Watson
LAND: UK, USA