
Hotel Chelsea – gelegen aan de West 23rd Street tussen 7th en 8th Avenue in de wijk Chelsea in Midtown Manhattan, een boogscheut van Greenwich Village – is een twaalf verdiepingen tellend gebouw dat volledig is opgetrokken uit rode bakstenen in victoriaanse bouwstijl. Op het gelijkvloers bevonden zich winkels en bedrijven. Het was het eerste gebouw in New York dat op de lijst van cultureel stadserfgoed werd gezet en ook het eerste dat werd gelabeld als ‘historisch gebouw van betekenis’ in de stad.
In 1883 begon men met de bouw. Een jaar later werd het officieel geopend als appartementencomplex. Tot eind 1800 was het met zijn 55 meter het hoogste gebouw in New York. Destijds was de wijk Chelsea het florerende epicentrum van het drukbezochte theaterdistrict. Door de toenmalige economische recessie verkasten veel theaters uit deze buurt en kwamen er bijgevolg vrij veel appartementen in het gebouw leeg te staan. Het pand werd in 1905 verkocht aan de stad New York. Er werd besloten om het om te vormen tot een hotel.
Intussen is het logement wereldberoemd omdat het tussen de jaren 1950 en 1980 uitgroeide tot een waar begrip van de tegencultuur. Het werd een iconische ontmoetingsplaats voor artiesten, kunstenaars en vrijbuiters. De slogan van het hotel is trouwens: ‘a rest stop for rare individuals’. Veel beroemdheden hebben het hotel bezocht en bewoond. Zeg nu zelf: Leonard Cohen bezong het hotel en dat leverde hem – op zijn 75ste verjaardag – een naamplaat op aan de gevel van het gebouw. Arthur C. Clarke schreef er in residence 2001: A Space Odyssey en William S. Burroughs pende er zijn The Naked Lunch. Andy Warhol filmde er in 1966 zijn beroemde Chelsea Girls, een bijna vier uur durend portret in splitscreen over de toenmalige hotelgasten.

Patti Smith hokte er een lange tijd samen met Robert Mapplethorpe. Befaamde auteurs (Arthur Miller, Tennessee Williams, Gore Vidal, Jack Kerouac), musici (Bob Dylan, Janis Joplin, Jim Morrison, Jimi Hendrix, Nico, The Rolling Stones, Edith Piaf, Grateful Dead, Joni Mitchell, Madonna), beroemde regisseurs en acteurs (Stanley Kubrick, Miloš Forman, Sarah Bernhard, Marilyn Monroe, Sam Shepard, Dennis Hopper, Uma Thurman, Ethan Hawke, Jane Fonda) en kunstenaars (Jasper Jones, Julian Schnabel, Tom Wesselman) frequenteerden het hotel. Eveneens historisch is het feit dat Sid Vicious (basgitarist van de The Seks Pistols) er in 1979 zijn vriendin Nancy Spungen in kamernummer 100 doodstak.
Zo’n slordige 140 jaar later is het mythisch gebouw niet echt meer wat het is geweest. In 2011 werd het trouwens opgekocht door een projectontwikkelaar. Sindsdien zijn er enorme renovatiewerken aan de gang en werden er geen nieuwe gasten meer aangenomen. De jonge Belgische filmmakers Amélie van Elmbt en Maya Duverdier wandelden enkele jaren geleden niet toevallig voorbij het voormalige excentrieke Chelsea Hotel. Amélie raakte al jaren terug gebiologeerd door het hotel nadat ze het boek Just van Patti Smith had gelezen. “Door haar woorden ging ik voor het eerst dromen over het gebouw achter de iconische façade”, dixit de regisseuse. Bij Maya ontpopte zich een gelijkaardige fascinatie toen ze Inside the Dream Palace las van historicus Sherill Tippins. Doch zonder het goed te beseffen was het filmmakers-duo het hotel voorbijgelopen.
Niet verwonderlijk want het was onherkenbaar vermomd door immense stellingen en meterslange slierten dekzeil. Het monumentenicoon was blijkbaar een enorme werf waar tientallen werkmannen gewapend met drilboren en zware hamers het gebouw aan het transformeren waren tot een peperduur luxehotel. Door deze chaotische toestand konden de filmmakers eigenlijk zo maar naar binnen stappen. Ze sloegen aan de praat met de arbeiders en vernamen dat er desondanks de enorme werken, toch enkele vaste bewoners – tegen nog altijd heel lage prijzen – nog altijd woonachtig waren op hun kamer terwijl ze geteisterd werden door oorverdovend lawaai.

In de gangen liepen ze de oudste bewoonster, kunstenares Bettina Grossman, die al ruim een halve eeuw in het hotel woont (ondertussen is ze op 94-jarige leeftijd overleden) tegen het lijf en ook Merle Lister-Levine, een danseres en choreografe op hoge leeftijd. Ze nodigde het tweespan spontaan uit in haar kamer om te reflecteren over het roemrijk verleden van haar woonplaats en om de contemporaine toestand fel te bekritiseren. Ze is niet mals voor de huidige beheerder en stelt dat ze de voormalige grote kunstenaars kapitaliseren want een kamer kost nu maar liefst meer dan 800 dollar per nacht. Volgens Lister zullen er bijgevolg geen jonge kunstenaars meer toekomen. De huidige stokoude bewoners vinden dit bijzonder triestig omdat ze hadden gehoopt dat het hotel zich niet zoveel zou laten meeslepen in het kapitalisme. Alles is er momenteel superduur, ook het beroemde restaurant Quijote op de begane grond dat destijds heel goedkoop was, is nu tot een onbetaalbare hippe keet getransformeerd. Door de uitlatingen van Levine, groeide bij van Elmbt en Duverdier het idee om een documentaire te maken over de link die er apparent bestaat tussen een legendarische plek en haar bewoners.De documentaire beschrijft niet rechtstreeks de anekdotes en legendes die het Chelsea Hotel hebben omringd, maar creëert een bijna poëtische sensatie door beelden van de kunstenaars en populaire figuren die de kamers hebben bewoond, te projecteren op de muren in de gangen. De film speelt zich af te midden van de renovaties die het gebouw ondergaat. De regisseuses zoomen specifiek in op enkele huidige bewoners, die al jarenlang veroordeeld zijn om tussen steigers te lopen en bouwliften langs hun ramen te zien passeren, maar vooral op de sfeer in de gangen onder constructie van het hotel.
Ras blijkt dat de directie niet is geïnteresseerd in het historische verleden van het gebouw. Een van hen was de vroegere eigenaar, de in 2017 overleden Stanley Bard, die vooral verantwoordelijk was voor de opvang van een groot deel van de kunstenaars die in het hotel verbleven, maar ook van mensen met minder middelen. Hij stond in New York bekend als de Robin Hood van de huisbazen en was manager tussen 1964 en 2000. Bestaande video’s – eigendom van het BBC Motion Gallery-archief die in 1981 zijn gefilmd – zijn in de documentaire verwerkt en tonen het optimistische karakter van Bard waarvoor hij bekend stond. De grote verdienste van Dreaming Walls is dat het perfect de sfeer van bohemienachtig verval weet over te brengen door een uitgekiende combinatie van visuele stijlen en formaten en archiefbeelden in combinatie met hedendaagse opnames met hun 16-mm camera. Opmerkelijk is dat deze markante documentaire werd gerealiseerd met de (financiële) steun van niemand minder dan Martin Scorsese.
GENRE: documentaire
JAAR: 2022
REGISSEUR: Amélie van Elmbt, Maya Duverdier
LAND: België, Frankrijk, Nederland, Zweden, USA