Ze hoeft écht geen introductie, maar we doen het toch maar: Barbara Sarafian is een Belgische actrice met Vlaamse en Armeense roots. Initieel werkte ze mee aan meerdere radioprogramma’s waaronder StuBru’s Sonja Duplex en De Nieuwe Wereld van Radio 1. In Vlaanderen wordt ze ook door haar televisiedebuut in de veel herhaalde reeks Alles Kan Beter vaak in een komische context geplaatst.
Internationaal debuteerde ze in The Way To Dusty Death, een UK-televisieprent van Geoffrey Reeve uit 1996 aan de zijde van Linda Hamilton. Over de grenzen brak ze definitief door met 8½ Women van Peter Greenaway. Ze speelde eveneens in Fortress 2 van Geoff Murphy met Christopher Lambert in de hoofdrol en aan de zijde van blaxploitation icoon Pamela Grier, in CQ van Roman Coppola en in The Point Men van John Glen diende ze Jeremy Davies en Élodie Bouchez van wederwoord.
Na een stille periode maakte ze in eigen land haar comeback (en wat voor een!) met de monsterhit Aanrijding In Moscou van Christophe van Rompaey. Voor haar rol als Matty ontving ze tal van binnen- en buitenlandse prijzen en sindsdien is ze niet meer weg te denken van het televisie- en bioscoopscherm.
Ze schitterde op het kleine scherm in onder meer Sedes & Belli, Kiekens, Aspe, Witse, Clan, Vermist, Zone Stad, Wij Van België, De Ronde, Dubbelleven, Tegen De Sterren Op, Ontspoord, Wat Als, Beau Séjour, Gevoel Voor Tumor, Vossenstreken, Wat Als?, De Dag, Professor T. , In Vlaamse Velden (goed voor de Vlaamse televisiester voor Beste Actrice), De Infiltrant en De Slimste Mens.
Ze trok naar Nederland voor de langspeelfilms: Isabelle, Ellektra, Sint en Hemel. Terug in eigen land daagde ze – met brio – op in de spraakmakende SM-Rechter en de kassakrakers: Meisjes, Zot Van A, Rundskop, Allez, Eddy!, Everybody Happy, Brasserie Romantiek (Ensor voor Beste Actrice in een bijrol), Vincent (Boccalino d’Oro-prijs voor Beste Actrice op het Filmfestival van Locarno), Wij en zelfs aan de zijde van buitenaardse weirdo’s in de familieprent Baba Yaga: The Movie.
In 2016 was ze het gezicht van de campagne Hey Hoe Gaat Het? dat het taboe rond zelfdoding wil verbreken. In 2011 werd ze uitgeroepen tot Strafste Gentenaar en in 2012 fungeerde ze als Master tijdens het Filmfestival van Oostende. Kortom, er is eenvoudig geen ontkomen aan la Sarafian, want ze daagt zowat overal op en dus moest ze ook bij ons op de sofa.
Je hebt Vlaams-Armeense roots, maar je eigenlijke komaf is niet echt publiek domein. Kan je je achtergrond eens een beetje meer inkleuren?
Barbara: Mijn vader was een Armeniër en mijn moeder een Vlaamse. Jammer, maar ze zijn intussen beiden overleden en dus zijn mijn broer en ik wees. Vader is al een hele poos dood, maar moeder pas enkele jaren. Hoewel we wisten dat ze ongeneeslijk ziek was en het einde met rasse schreden naderde, kan je vooraf toch niet al te goed inschatten welke impact zo’n spijtig en emotioneel verlies op je zal hebben. Je moet weten dat ons mama een heel grappige vrouw was die bovendien zowel een vurig temperament had en eveneens vrij naïef uit de hoek kon komen. Een rare combinatie, maar dat maakt dat we samen heel wat hebben afgelachen. Zelfs op haar sterfbed deed ze nog ‘onnozel’. We hadden een heel hechte band. Na haar dood ben ik een rasechte workaholic geworden, wellicht als tegenreactie. Ik heb in feite daarmee haar ‘weg zijn’ proberen te verdringen, denk ik. Je ouders die je ontvallen, is niet niks hoor. Je moet weten dat mama degene was die me ook positief controleerde. Oké, soms had ik wel een hekel aan haar bitsige en vaak kritische opmerkingen, maar zij stuurde me vaak correct bij en remde me af waar nodig. Nu is ‘big mama’ weggevallen en vandaar dat ik als een gek constant aan het werken ben. Gelukkig heb ik een goede relatie met m’n broer. We komen goed overeen, vinden soelaas bij elkaar en dat is wel tof.
Een strenge opvoeding gekregen?
Barbara: Integendeel, mijn ouders waren van mening dat ik persoonlijk veel moest kunnen ontdekken en desnoods ook tegen de muur moest kunnen lopen (lacht). Ik ben ooit met kunstgeschiedenis gestopt na anderhalf jaar omdat ik van thuis uit meer gevoel voor kunst meekreeg dan dat ik ooit kon ‘leren’ op school. Trouwens cursussen van buiten blokken en reproduceren zoals een papegaai op examens in stoffige aula’s, is niets voor mij. Mijn ouders stonden zonder morren achter mijn beslissing. Zo’n vrijheid gaf me een zalig gevoel, zeker omdat ik wist dat ik altijd op hen kon terugvallen. Ze steunden me bovendien door dik en dun. Heerlijk, al kon mama me niet écht lossen. Zij had een fantastisch empathisch vermogen.
Hoe ervaar je nu het feit dat je ouders er niet meer zijn?
Barbara: Sinds ze zijn overleden, stel ik vast dat mijn gevoel van veilig in de wereld te staan wel fel is afgenomen. Het is vooral mijn moeder die ik mis. Zoals ik al zei, was ze een vrouw die fantastisch kon troosten en ook oppeppende uitspraken kon debiteren. Ik mis nog altijd haar lach. Op momenten denk ik dat ik het verlies van mijn ouders eindelijk en volledig heb verwerkt, maar af en toe word ik toch nog bevangen door een oncontroleerbare en pakkende golf van verdriet.
Je bent zelf ook moeder. Ben jij streng of treed je pedagogisch in de voetsporen van je ouders?
Barbara: Beide natuurlijk. Vooraleer ik reageer, probeer ik telkens de situatie te analyseren en de mogelijke gevaren in te schatten in correlatie met mijn eigen jeugdervaringen. Mijn zoon is veel rustiger dan mezelf. Hij is een weldoordachte jongen. Ik ook hoor, maar ik uit dat anders. Soms moet ik wel zoeken op welke manier ik écht tot hem kan doordringen, maar het voordeel is dat hij oprecht naar me luistert. Soms verbrod ik het wel door te voorbarig op iets te reageren waardoor ik hem de lol van de belevenis afpak, wat op zich verkeerd is natuurlijk. Iedereen heeft al eens een ‘accident de parcours’ niet? Wikken en wegen is de boodschap, maar we kunnen goed met elkaar praten, hebben dialoog en hij geeft gevatte feedback en dat ervaren we beide als heel bijzonder in onze relatie. Ik bewonder hem en er heerst een vorm van gelijkwaardigheid tussen ons. Hij is een ware bron van rust, maar soms kan hij zodanig rustig zijn dat hij op m’n zenuwen werkt (lacht uitbundig).
Wou je altijd al actrice worden?
Barbara: Nee, mijn grootste betrachting was aanvankelijk om danseres te worden. Dat was pas écht mijn grote ambitie, maar mijn moeder alludeerde op een dag dat ik naar een school kon gaan die expliciet gericht is op mensen met artistiek potentieel en zo ben ik actrice geworden en dus geen tweede Isadora Duncan (lacht).
Hoe is je carrière als actrice eigenlijk begonnen?
Barbara: Die begon in de jaren ’90, maar mijn grote doorbraak kwam wel degelijk met de komedie Aanrijding in Moscou van Christophe Van Rompaey uit 2008. Ik speelde de rol van Matty, een vrouw van middelbare leeftijd die worstelt met de uitdagingen van het leven en de liefde. Deze rol heeft me veel erkenning opgeleverd, zowel in België als internationaal.
Welke thema’s en personages spreken je het meest aan?
Barbara: Ik hou van complexe, gelaagde rollen (glimlacht). Ik voel me als actrice wel aangetrokken door sterke vrouwen die hun eigen demonen bestrijden. Personages vertolken die goed passen bij mijn eigen ervaringen en inzichten als vrouw en actrice, trekken me het meest aan.
Hoe hebben je levenservaringen je carrière beïnvloed?
Barbara: Mijn eigen levenservaringen hebben zeker invloed gehad op mijn werk. Ik put vaak inspiratie uit mijn eigen leven en de mensen om me heen, wat mijn personages meer authenticiteit en diepgang geeft, althans dat is toch mijn betrachting (lacht).
Wat maakt je toewijding in het acteren zo sterk?
Barbara: Ik ben erg enthousiast en zelfs bezield over en aan mijn vak omdat ik geloof dat je als acteur altijd moet streven naar authenticiteit en diepgang in je rollen. Ik bereid me altijd grondig voor op en kies mijn projecten zorgvuldig uit, waarbij ik op zoek ga naar personages en verhalen die me uitdagen en me iets nieuws leren.
Nu ben je als actrice een A-lister bent, wat zou je actueel je grootste passie noemen?
Barbara: Dat is niet direct onder één noemer samen te brengen. Ik acteer enorm graag en val voor film tout court en in het bijzonder voor Vlaamse films. Schrijven doe ik ook heel graag. Zaken benoemen, de juiste woorden vinden en vooral iets concreet maken, vind ik fantastisch (lacht).
Zijn er nog andere kunstvormen waar je speciaal interesse in hebt?
Barbara: Zeker. Ik ben bezield door muziek en vooral door piano omdat het alle anekdotica overstijgt. Ook de schilderkunst trekt me sterk aan, wellicht omdat mijn mama ook schilderde.
Je bent tegenwoordig alom present, maar op welke basis hap je voor een welbepaald project toe?
Barbara: Primordiaal is een goed en meerlagig geschreven scenario of verhaal. In tweede instantie is het belangrijk op welke basis de regisseur met mij en de totale context wil werken en met zijn direct daaruit voortvloeiende concrete aanpak hou ik altijd rekening vooraleer een definitieve beslissing te nemen. Tenslotte moet ik concreet kunnen inschatten in hoeverre ik een specifieke bijdrage kan leveren aan het geheel. Ik wil deze verwachtingen dan ook eerst grondig nagaan op basis van enkele intense gesprekken. De betrokkenen willen dan natuurlijk ook mijn mening weten en zo ontstaan er dan automatische – ik noem het organische – gesprekken. Als ik beslis om uiteindelijk toe te happen, blijft het daarna natuurlijk nog altijd een sprong in het duister (muizenlachje).
Welk medium draagt je voorkeur weg: film of televisie en waarin verschillen ze volgens jou van elkaar?
Barbara: Laat me duidelijk zijn: er is een groot verschil tussen film en televisieseries en dan voornamelijk voor wat betreft de beschikbare middelen en de specifieke aanpak. Een serie steunt meestal op gefragmenteerde verhalen en is doorgaans compact. De acteurs zijn voornamelijk in de weer met hun eigen aandeel. Een langspeelfilm steunt op een boogverhaal en de onderbouw van de personages is solider. Om maar te zwijgen van het verschil in draaiperiodes. Voor televisie lig je vaak vast voor pakweg vier maanden. Dat is niet te onderschatten, want de boog is dan ook gedurende die hele lange periode strak gespannen. Voor Dubbelleven bijvoorbeeld hebben we soms negen uur per dag gedraaid. Tel daar dan nog de korte lunchpauze en de make-upsessies bij en dan kom je snel aan een werkdag van elf uur, exclusief de verplaatsingen. Hallo! Dan ben je afgepeigerd hoor, geloof me. Bij bepaalde producties zijn er soms draaidagen bij waarvan ik werkelijk denk: so what met de kwaliteit van de scène, als ik maar heelhuids thuis geraak. Uiteindelijk kan je je dan op je bed neerploffen en dan kan je verdomme de slaap niet vatten omdat je doodop en totaal uitgeput bent. Ik hou meer van film.
Als ik deze werkomstandigheden hoor, mag ik dan concluderen dat je acteert in tv-series om den brode?
Barbara: Hoe geïnspireerd of gemotiveerd je als acteur ook bent of wil zijn; alles is uiteindelijk toch om den brode, niet?
Als je tv-werk echt zo mensonterend ervaart, waarom doe je dat jezelf dan aan?
Barbara: Honger (schaterlach). Heb je al eens nagegaan hoe ik het laatste decennium tekeer ga? Ik werk graag. Ik ben inmiddels 51 jaar en heb tegen te veel aanbiedingen nee gezegd. Na Aanrijding In Moscou heb ik een kalm jaar gehad: veel lof, maar niets omhanden, tot de aanbiedingen vanwege die film begonnen binnen te stromen. En nu heb ik de keuze en ga ik er bewust met volle kracht tegenaan!
Hoe was het om deel te nemen aan internationale projecten zoals bijvoorbeeld in de BBC-serie Baptiste?
Barbara: Het was een geweldige ervaring. In Baptiste trok ik het uniform aan van Martha Horchner, een gecompliceerde senior politiefunctionaris. De rol vroeg om psychologische diepgang en bood mij de kans om echt in de huid van een gelaagd personage te kruipen. Het was een van de meest uitdagende rollen die ik tot nu toe heb gespeeld.
Met welke regisseurs werk je het liefst samen?
Barbara: Ik heb het voorrecht gehad om met enkele van de meest gerespecteerde regisseurs in België en internationaal te mogen werken. Goede regisseurs dagen me uit en zorgen ervoor dat ik als actrice blijf groeien. Dit vind ik erg belangrijk in mijn carrière.
In een vorig leven heb je nog samengewerkt met onder meer klasbak Peter Greenaway in zijn ophefmakende vrouwenepos 8 ½ Women. Hoe was het om door hem te worden geregisseerd?
Barbara: Dat was een unieke en uitdagende ervaring. Greenaway staat bekend om zijn visueel rijke en intellectueel ingewikkelde films, wat de samenwerking voor acteurs in het algemeen zowel veeleisend als lonend maakt. Ik prijs vooral zijn gedetailleerde aanpak en zijn vermogen om een kunstzinnige visie tot leven te brengen. De samenwerking was heel intens want Greenaway verwacht van zijn protagonisten niet alleen dat ze beschikken over een groot potentieel acteervermogen, maar ook dat ze deel uitmaken van zijn uitgebreide visuele en thematische concepten.
Geregisseerd worden door zo’n boegbeeld vraagt veel van een acteur, omdat hij vaak buiten de conventionele filmregels werkt en kleurt (lacht). Voor mij was het een unieke kans om mijn grenzen te verleggen en deel te nemen aan een project dat eerder aanvoelt als een kunstwerk dan als een traditionele filmproductie. Kortom, het was een leerzame en verrijkende ervaring die me als actrice in volle ontplooiing op dat moment, heeft uitgedaagd en geïnspireerd.
Krijg je massa’s aanbiedingen?
Barbara: Ik ga de wereld niet laten weten wat ik allemaal aangeboden krijg. Mijn werkethiek zegt me dat ik discreet moet omgaan met deze vraag. Het verwarrende voor vele mensen is dat een acteur inderdaad een publiek figuur is en dat die dus per definitie alles publiekelijk moet meedelen, maar dat is helemaal niet zo. Ik ben intens met mijn werk bezig en ben helemaal niet geïnteresseerd in de gevolgen van mijn keuzes of met de financiële aspecten van het project. Ik ga nooit iets aan de grote klok hangen, zelfs al probeer je het – bij wijze van spreken – uit mij te sleuren (lacht). Ik wil deze materie mentaal zo gezond mogelijk houden, begrijp je?
Wat is volgens jou ‘goed acteren’?
Barbara: Daar bestaat geen definitie voor, laat staan bepaalde regels of vastgestelde wetten ondanks toneelscholen en talrijke gesprekken die je daarover hebt met gerespecteerde collega’s. Hooguit concludeer je dat er op dat vlak enkele wetmatigheden bestaan. Iedere acteur heeft trouwens zijn persoonlijke trukendoos waaruit hij kan grabbelen. Om concreet je vraag te beantwoorden: als je het publiek écht raakt, ben je als acteur goed bezig!
Ik heb ergens gelezen dat je op de set graag de clown uithangt, is dat een sprookje?
Barbara: Je kunt naar de set gaan om ambetant te doen en dwars te liggen. Dat is zelfs heel gemakkelijk. Ik keer het om: ik ga niet naar de set om me ‘vollen bak’ te amuseren, maar wel om ernstig te werken. Als iedereen geëngageerd is, komt er een heerlijk groepsadrenalinegevoel op gang. Ik wil wel kwijt dat ik doorgaans wel te vinden ben voor grapjes of allerlei andere leuke dingetjes op de set (knipoogt). Ik wil me trouwens lekker in m’n vel voelen op de set. Niet alle acteurs vinden dat nodig, maar ik streef er altijd naar om met iedereen op goede voet te staan, ook met de technische ploeg, dat is heel belangrijk.
Sinds Aanrijding In Moscou sta je op ieders netvlies gebrand en ben je uitgegroeid tot een geliefde publieke figuur, kortom: de ‘perfect girl next door’. Hoe ga je om met dit imago?
Barbara: Ben ik een de ‘perfect girl next door’? Daar geloof ik niks van hoor. Ik heb altijd gedacht dat ik zo ontoegankelijk was. Oké, ik vind mezelf redelijk sympathiek en niets weerhoudt mij om een goede dag te zeggen tegen de mensen, maar dat ik een geliefde publieke figuur ben, kom zeg. De glamourkant van mijn job ligt me niet, ik kan daar niet goed mee weg. Ja, veel mensen spreken me wel spontaan aan, wensen me proficiat met een of andere acteerprestatie. Dat kan ik niet ontkennen, maar ik maak vaak mee dat – vooral op recepties – wat dronken mannen op me afstappen en me ter verantwoording roepen over sommige filmkeuzes die ik heb gemaakt. Dat is best vervelend. Zo geliefd ben ik dus niet (lacht). Ik ben niet iemand die zich publiekelijk wil profileren. Mijn professioneel engagement en beroepsafspraken zijn veel belangrijker. Pas op, ik sluit me niet op en ik doe nog alles zelf, ook mijn boodschappen (schatert).
Wat maakt jouw aanpak uniek in de filmwereld?
Barbara: Ik ben er trots op dat ik altijd probeer mijn rollen met zo veel mogelijk diepgang en eerlijkheid te benaderen. Ik wil niet zomaar een rol spelen, maar echt begrijpen wie mijn personage is en wat hen drijft. Deze toewijding is wat mij onderscheidt en ervoor zorgt dat ik mezelf steeds opnieuw kan uitvinden in mijn carrière.Ik heb een enorme waardering voor al mijn Belgische collega-acteurs. Ik ben eveneens trots op de Belgische filmindustrie die vaak heeft benadrukt hoe talentvol en divers de acteurs in België zijn. Ik apprecieer vooral de gedreven oprechtheid en het vakmanschap van mijn professionele soortgenoten (lacht).
Ik voel me trouwens en bij wijze van spreken gezegend dat ik deel mag uitmaken van een gemeenschap van acteurs die gepassioneerd zijn over hun werk en die vaak bereid zijn om risico’s te nemen in hun rollen. Ik bewonder de veelzijdigheid van de Belgische acteurs, die vaak zowel in komische als dramatische rollen uitblinken en die zowel in Vlaamse als in Franstalige producties werken. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om het belang van samenwerking en onderlinge steun in de Belgische film- en televisiewereld te benadrukken, want dat draagt beslist bij aan de hoge kwaliteit van de producties.
Tot slot: wat zijn je toekomstplannen als actrice?
Barbara: Ik ben altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen en projecten die me uitdagen om beter te worden. Ik sta open voor zowel nationale als internationale projecten en wil me niet beperken tot één genre of medium. Mijn passie voor acteren en mijn toewijding aan mijn vak blijven de drijvende krachten achter mijn voortdurende succes (knipoogt).