
P.K. Nair drinkt, eet en ademt cinema. Al toen hij kleine knaap was, werd hij door de filmmicrobe gebeten en zat hij dagelijks op de grond naar de sterren van Hollywood te staren. In India, waar hij woont, kon je destijds ofwel een duur ticket voor een stoel ofwel een goedkoper kaartje aanschaffen om op wit zand te zitten. Cinema was/is het allerbelangrijkste in zijn leven.
Het is dankzij de vele films dat hij de wereld begreep, aldus P.K. Nair. Zoals vele fanaten begon Nair alles te verzamelen wat met cinema had te maken. Op een bepaald moment viel het hem op dat niemand de oude nitraatfilms bewaarde. Eens ze waren vertoond verdwenen ze in de prullenmand, ze hadden immers hun verdienste bewezen. Op eigen houtje begon Nair alles wat op pellicule bestond bij te houden. In het begin waren dat alleen maar Indische producties, maar na een tijdje kwamen daar films van allerlei landen bij.
Nair werd zonder het te beseffen de oprichter van het National Film Archive of India. Omdat cinema moet leven begon hij de films ook te vertonen en beïnvloedde de huidige generatie van de Indische generatie. Vergeet namelijk niet dat er in de jaren 70 geen video of YouTube was. Wie een prent van Akira Kurosawa of François Truffaut wilde zien, moest afzakken naar Trivandrum alwaar Nair deze films vertoonde. Een van de regisseurs die regelmatig op zo’n stoeltje zat was Shivendra Singh Dungarpur. Celluloid Man is zijn ode aan de man die hem de wonderlijke wereld van de cinema liet ontdekken.

Het verhaal ging zelfs verder. In India zijn er zo’n 1700 stomme films gemaakt en die zijn allemaal verloren gegaan. Sommige gingen letterlijk in vlammen op, maar andere werken werden gewoon in de vuilnisemmer gegooid. Vanaf het moment dat cinema een stem kreeg, vonden de bioscoopuitbaters stomme films onverkoopbare rommel. Nair was zich daarvan bewust en reisde het hele land af met de hoop om nog een paar van die films van de stortplaats te kunnen vrijwaren. Dat deed hij ook, zeven stuks zijn dankzij Nair van de vuilnisbelt gered.
Voor Westerse ogen is het moeilijk te begrijpen, maar wie The Story Of Film van Mark Cousins zag, weet dat er in India ook iets anders dan Bollywood bestaat. Een hele resem regisseurs zoals Mani Kaul, Kumar Shahani, Adoor Gopalakrishnan, Ketan Mehta, Saeed Akhtar Mirza, Jahnu Barua, Girish Kasaravalli of Kundan Shah kun je gerust de Ozu of de Godard van India noemen. Allemaal films die in West-Europa nauwelijks verkrijgbaar zijn, maar zonder Kair waren ze waarschijnlijk sowieso nergens te vinden.
Celluloid Man zal voor de meeste lezers geen gemakkelijke filmrit zijn. Af en toe hoor je wel eens de naam van François Truffaut of Marlène Dietrich vallen, maar deze documentaire gaat in de eerste plaats over Indische cinema: een kunstvorm die in onze contreien zo goed als onbekend is. Onbekend is evenwel onbemind en menig kijker zal er wellicht naar verlangen om meer van deze films te kunnen zien, als je ze tenminste kan vinden! Naast een flinke hap Indische filmgeschiedenis is Celluloid Man natuurlijk ook een schitterend – een wel iets te lang – eerbetoon aan een bijzonder man.
Genre: documentaire
Jaar: 2012
Regisseur: Shivendra Singh Dungarpur
Land: Indië
Speelduur: 150 minuten