Pulpjournalistiek, het is toch een job apart en niet noodzakelijk één die veel plezier met zich meebrengt. Of toch niet meer voor cynische reporter Richard Dees, schrijvend voor het tabloid Inside View, een blad gespecialiseerd in bizarre artikels over aliens, cryptozoölogie en beroemdheden op hun sterfbed. Dees is verbitterd en nors.
Zijn grootste ambitie, om nog eens op de voorpagina te geraken, lijkt steeds verder af te drijven, een frustratie waarvan hij de nieuwkomer Katherine Blair niet spaart. Maar wanneer een vampiristische moordenaar tijdens nachtvluchten kleine luchthaventjes aandoet voor een nachtsnack, ziet hij een kans op succes en heeft hij geen problemen daarvoor zijn nieuwe collega aan de kant te schuiven.
Met de recente streamingrelease van Salem’s Lot op HBO Max leek het ons een goed idee om die andere Stephen King-vampier nog eens op te graven. Eentje die ook zijn debuut maakt op HBO, maar dan in 1997. We hebben natuurlijk over The Night Flier. In deze adaptatie van een kortverhaal uit de Nachtmerries en Droomlandschappen-bundel gaan we de lucht in met journalist Richard Dees – een aardige Miguel Ferrer -, zwevend van kleine luchthaven naar kleine luchthaven.
Een moordenaar in een sportvliegtuigje doet zich tijdens zijn nachtlandingen tegoed aan het bloed van de onschuldigen. Maar naarmate de reporter dichter bij zijn prooi lijkt te komen, wordt die zich ook meer bewust dat de pers lucht heeft gekregen van zijn daden. Maar hoeveel waarschuwingen kan de journalist negeren, voor de vampier zijn schaduw beu is?
The Night Flier heeft alles in zijn mars voor een bloedstollende rit, gedreven door de koppigheid van een journalist die op een voorpagina-artikel jaagt, en de film heeft zeker wel zijn momenten. Zo valt er naast de jacht ook plezier te halen uit de gezonde rivaliteit tussen de oude rot en het jonge veulen, die laatste gespeeld door debutant Julie Entwisle. Twee journalisten die elkaar de loef proberen af te steken voor de primeur en niet vies zijn van wat predatorale journalistiek, wat wil je meer?
Maar de grootste troef van de film is echter wel de vampier. Het is al een bijzonder concept, een vampier vliegend in een Cessna met een pilootjournalist op z’n hielen, maar het is vooral door zijn brute uitzicht dat de bloedzuiger Dwight Renfield cultmemorabiliteit geniet. Niet Lugosi-charmant, geen Oldman-knapperd, nee, deze heer van nacht is grotesk, met tanden als spoorspijkers en klauwen als een beer. Een beeld dat blijft hangen, net zoals de leuke finale, die een Tales of the Crypt-gevoel aanmeet.
En daar wringt hierbij toch een beetje het schoentje. Tales of the Crypt staat vooral bekend voor zijn leuke pulpy horrorvertelsels, de macabere twists en de ondode verteller, maar niet voor zijn toffe, sympathieke personages en het is dat laatste waar het in The Night Flier ook enorm zoeken naar is. Niet één van de personages is echt aangenaam.
Hoofdredacteur Merton Morrison (Dan Monahan) is een #MeToo wachtend om te gebeuren, die zijn personeel graag tegen elkaar uitspeelt; ons hoofdpersonage is bitter als rauw witloof en zelfs de jonge nieuwkomer is braaf, maar toch ook niet zuiver op de graat. Het cynisme waar The Night Flier mee doordrongen is, stompt af. De bloederigheid is dan weer beperkt, toch voor het soort monster waarmee ze komen aanzetten, en het is dan niet zo verwonderlijk dat een sequel nooit van de grond is gekomen. Het is eens leuk om deze culttitel op te zetten op een donkere herfstavond, maar het is duidelijk dat HBO eind de jaren ’90 geen geluk had met hun literaire bloedzuigers.
Genre: horror, fantasy, mystery
Jaar: 1997
Regisseur: Mark Pavia
Cast: Miguel Ferrer, Julie Entwisle, Dan Monahan, Michael H. Moss
Land: Verenigde Staten, Italië
Speelduur: 97 minuten