Documentairemaker Bram Conjaerts debuteerde in 2013 met The Circle. Daarin trok hij naar het grensgebied tussen Zwitserland en Frankrijk om de buren van de Large Hadron Collider, het gigantische meetinstrument nabij Genève, te bevragen over hun mening en verwachtingen rond het wetenschappelijke experiment.
In 2015 regisseerde hij drie afleveringen van Slijk, een docureeks over atleten die in hun carrière niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk door de modder moeten ploeteren. Drie jaar later nam hij plaats in de regiestoel van Er Was Eens. In deze reeks, verteld door Bruno Vanden Broecke, bezocht hij het Nationaal Instituut voor Natuurwetenschappen om met onderzoekers te filosoferen over de minder zichtbare kanten van hun onderzoek. Vervolgens blikte hij voor Canvas, naar aanleiding van de twintigste verjaardag van het faillissement, terug op de rijke geschiedenis van Sabena in de gelijknamige reeks.
Zijn nieuwste film, UFO’s boven België, is vanaf woensdag in de Belgische bioscopen te zien. Samen met Maarten Bernaerts onderzoekt hij daarin de impact van de UFO-golf in België eind jaren tachtig. Door archiefbeelden te combineren met interviews met betrokkenen, probeert hij een zo genuanceerd mogelijk beeld te schetsen van dit mysterieuze fenomeen.
Naar aanleiding van de release vroegen wij Bram naar vijf films die hem hebben beïnvloed en die hij graag met onze lezers wil delen. Zijn fraaie selectie:
American Movie (Chris Smith – 1999)
Deze documentaire volgt de Amerikaanse low-budgetfilmmaker Mark Borchardt en zijn beste vriend Mike Schank tijdens hun hobbelige poging om een eigen horrorfilm (Coven) af te werken. Mark is een dromer uit een buitenwijk van Milwaukee, met een passie voor cinema en een ontembare wil om “iets” te maken — ondanks geldproblemen, familieproblemen en zijn eigen beperkingen. Mike, met zijn hese stem en ontwapenende eerlijkheid, steunt hem op zijn eigen unieke manier.
Wat deze film voor mij zo bijzonder maakt, is hoe hij perfect balanceert tussen humor en ontroering. Tegelijk is het ook een bijzondere kijk op de American Dream — niet de glansrijke versie van succes en roem, maar die kleine, rauwe droom van doorzetten, van hoop houden ondanks tegenslag, en van blijven geloven in je eigen verhaal. Een documentaire die je tegelijk doet schaterlachen en stil maakt — en dat zie je zelden.
Grizzly Man (Werner Herzog – 2005)
De documentaire van Werner Herzog is me altijd bijgebleven. Het vertelt het waargebeurde verhaal van Timothy Treadwell, een man die jarenlang tussen grizzlyberen in Alaska leefde — en uiteindelijk door een van hen werd gedood. Wat me zo fascineert, is hoe Herzog in zijn eigen typische stijl de beelden van Treadwell zelf verweeft met zijn eigen filosofische beschouwingen over de band tussen mens en natuur.
Treadwell is tegelijk naïef, bevlogen, kinderlijk en tragisch. Zijn liefde voor de natuur is echt, maar ook grenzeloos en ongeremd, wat hem fataal wordt. De film toont niet alleen het conflict tussen mens en natuur, maar ook tussen waan en waarheid, tussen idealisme en destructie.
Herzog slaagt erin om van dit verhaal iets veel groters te maken dan een reconstructie: een existentiële reflectie over menselijkheid, over grensoverschrijding, over wat het betekent om ergens écht in te geloven. Indringend, verontrustend, maar ook onverwacht poëtisch.
Spirited Away (Hayao Miyazaki – 2001)
Deze film neemt me telkens mee naar een betoverende wereld vol mysterie, schoonheid en diepe emoties. Wat me zo raakt is hoe Spirited Away niet alleen een avontuur is, maar ook een coming-of-age verhaal over groei, moed en identiteit.
De animatie is adembenemend, maar het zijn vooral de personages en de sfeer die blijven hangen — het gevoel van verloren zijn, maar ook van hoop en verbinding vinden in het onbekende.
Voor mij is het een film die je uitnodigt om te blijven geloven in magie, zelfs als de wereld om je heen soms kil en ondoorgrondelijk is. Het is poëzie in bewegend beeld, een film die je als volwassene net zo kan raken als als kind.
Arrival (Denis Villeneuve – 2016)
Het begin en einde van deze film bezorgen me elke keer opnieuw kippenvel. Arrival raakt me diep, niet alleen als sciencefictionliefhebber, maar als mens. De film stelt een vraag die blijft nazinderen: “If you could see your whole life from start to finish, would you change things?”
Dat vind ik zo krachtig aan deze film: achter het verhaal over buitenaards contact zit een veel grotere, existentiële laag over liefde, verlies en de keuzes die we maken — ook als we weten dat ze pijn zullen doen.
De sfeer, de muziek, de stilte — het raakt iets in mij wat moeilijk onder woorden te brengen is. Ik hou van films die het genre overstijgen, die iets fundamenteels aanraken zonder pathetisch te worden. Arrival doet dat. Het is bedachtzaam en teder, groots en intiem tegelijk. Een film die blijft nazinderen, lang nadat het licht weer aangaat.
The Act of Killing (Joshua Oppenheimer & Christine Cynn – 2012)
Deze documentaire grijpt me aan door zijn ongekende moed en originaliteit. Het volgt Indonesische oud-militairen die betrokken waren bij massamoorden in de jaren ‘60 — en laat hen hun eigen verhalen naspelen in de stijl van hun favoriete films, van gangster tot musical.
Wat me raakt, is de confrontatie met het kwaad in zijn rauwste vorm, maar ook hoe de film laat zien hoe herinneringen en schuldgevoelens verweven zijn met fantasie en ontkenning. Het is soms gruwelijk, absurd en beklemmend tegelijk.
The Act of Killing laat zien hoe geschiedenis wordt verteld én herschreven, en daagt je uit om na te denken over macht, schuld en de menselijke psyche. Het is een documentaire die je niet snel vergeet, omdat hij voorbij feiten en cijfers gaat naar de kern van het menselijk gedrag.