
Aan Franse titels is er meestal geen gebrek. Helaas vinden maar een handjevol daarvan de weg naar de Vlaamse cinemahuizen. De redenen zijn bekend, lees ‘onvoldoende interesse of net iets te Frans voor Jan Modaal’. Een uitzondering op de regel, ook al is de release beperkt tot enkele Vlaamse steden is het familie-epos Le Temps d’aimer van Katell Quillévéré. Een moeilijk en vrij hard thema, maar verpakt in een rigoureus toegankelijk drama met (helaas te veel voorspelbare) toeters en bellen.
Of men in Vlaanderen storm zal lopen voor deze saga is maar de vraag, maar je kan er nu al geld op verwedden dat de film een slokop zal worden bij de Césars van volgend jaar. Het drama liep al in de kijker op het Filmfestival van Cannes en wat later bekroond op het Filmfestival van Angoulême voor zowel de Prijs voor Beste Film als de Prijs voor Beste Acteur. Indien er volgend jaar dan toch Césars moeten verdeeld worden voor deze film, dan hoopt ons filmhart dat hoofdrolspeelster Anaïs Demoustier er eentje huiswaarts mag nemen, al was het maar voor het feit dat zij de film zo goed als volledig draagt en deels redt.

De eerste vijf minuten van de film zijn het best, maar ook meest onthutsend. De kijker krijgt archiefbeelden in de maag gestompt waarin we zien hoe kort na de Amerikaanse bevrijding vrouwen publiekelijk aan de schandpaal werden gezet omdat zij mee heulden met de Duitse vijand. Soms deden ze dat uit plat opportunisme, soms gewoonweg uit menselijke oprechte overwegingen. Het zijn taferelen die we nog kennen uit de geschiedenisboeken of wie weet uit Paul Verhoeven’s Zwartboek, doch zijn het keer op keer beelden die de maag doen omkeren. De onderdrukte die plotseling door zijn herwonnen vrijheid de rol opeist van het beest waarvan in dit geval de vrouwen het slachtoffer zijn, onder hun de fictieve Madeleine (Anaïs Demoustier) die verliefd werd op een Duitse officier en van hem een kind heeft gebaard.
Officieel is de soldaat omgekomen aan het Russische front. Opgeruimd staat netjes denken de dorpelingen, alleen kan Madeleine haar kind Daniel niet zo maar verborgen houden. De Française bezit als iedere andere vrouw enige moederliefde, doch beseft ze ook dat haar kind een eeuwige rem zal zijn op haar toekomst en een blijvend teken blijft dat ze ooit een landverraadster is. Kortom, Madeleine moet niet te veel denken aan een rooskleurige toekomst. Overal waar ze komt, wordt ze met vijandige ogen bekeken. Daar komt verandering wanneer ze op François (Vincent Lacoste) botst, tenminste zo lijkt, want deze sympathieke jongeling heeft evenveel geheimen als zij zelf. En tja, in een film die gecatalogiseerd staat als drama loopt zoiets uiteraard niet al te goed af.

Maker van deze Franse familiekroniek is Katell Quillévéré die in 2013 al het fantastische Suzanne draaide. Quillévéré koos deze keer voor een heel ander soort film, zeg maar de klassieke benadering zonder al te veel durf en nog minder verrassingen. De film profiteert vooral van de prima vertolking van Anaïs Demoustier die we bij ons het best kennen uit Une Nouvelle Amie van François Ozon. Ze is hier een gebroken, maar dappere vrouw op zoek gaat naar haar portie geluk in het leven. Helaas zucht dit te lang uitgesponnen drama te veel onder het juk van de overvloedige voorspelbare en vaak onlogische plotscenario’s waardoor Le temps d’aimer naar het einde toe in elkaar valt als een veel te prestigieus kaartenhuisje. Dat laatste komt vooral door de lange lengte, waardoor het meer dan eens aanvoelt alsof scenarist Gilles Taurand er zo nodig alle dramatische – te voor de hand liggende – elementen moest in steken.
Wie echter voldoening heeft aan klassieke kwalitatieve voorspelbare Franse cinema zal lak hebben aan deze minpunten, al was het maar voor Anaïs Demoustier en in mindere mate Vincent Lacoste, die we in onze contreien ons vooral herinneren uit de Astérix et Obélix-franchise.
GENRE: drama, familiekroniek
JAAR: 2023
REGISSEUR: Katell Quillévéré
CAST: Anaïs Demoustier, Vincent Lacoste, Morgan Bailey
LAND: Frankrijk, België