Subscribe Now
Trending News

Blog Post

DE KEUZE VAN BRIAN CLIFTON
BRIAN CLIFTON (c) BRIAN CLIFTON
De keuze van

DE KEUZE VAN BRIAN CLIFTON 

Geboren als Dirk Pilaet, maar onder zijn pseudoniem Brian Clifton schopte de Wilrijkenaar het tot in Hollywood. Hij schreef de muziek voor meer dan 30 films en televisieseries, waaronder De Kollega’s Maken de Brug, maar ook voor de Amerikaanse films Bird of Prey met Richard Chamberlain en Philippe Mora’s Back in Business. Spreken met Brian Clifton betekent keuvelen over film(muziek) en aldus de geschikte man om ons te verblijden met zijn vijf filmpareltjes.

SOMEWHERE IN TIME (Jeannot Szwarc, 1980)

Deze superromantische prachtige film met Christopher Reeve (je weet wel, Superman) heeft volgens mij nooit zijn weg naar het “grote” publiek gevonden.  Was het omdat men nogal moeilijk had om Superman in de hoofdrol voor te stellen in een romantische film? Ik weet het niet. Op 17 januari 1994, de dag van de zware aardbeving in Los Angeles waar ik toen reeds 6 jaar woonde, was ik te vroeg op Doheny Drive voor een Oscar-screening van Farinelli aangekomen. Ik repte me naar de Oak Bar van The Beverly Wilshire hotel, waar nog één barkruk vrij was vanwege gestrande reizigers die dag. Ik haastte me en zette me per toeval naast een triest uitziende voorovergebogen John Barry, die voor mij mijn mentor als filmcomponist is.

Toen ik hem moeilijk, maar toch herkende, trakteerde hij me meteen op een “screwdriver”.  And we were off for a long but interesting evening… Een dierbaar familielid van hem was overleden en zo kwam hij met heel wat persoonlijke toelichtingen over al zijn muzikale successen, waaronder Somewhere In Time. Toen hij de muziek mocht schrijven voor zijn volgende Oscar-winnende score Out Of Africa, raakte regisseur Sidney Pollack in de problemen met zijn veel te Afrikaans klinkende soundtrack.  Volgens Barry was het zijn monteur die hem erop wees dat er wel voldoende Afrika in beeld was, maar dat de romantiek best wel wat meer brede hulp kon gebruiken.  En achter Pollack’s rug “tempte” (van temporary track) de monteur de film met het nog mooiere Somewhere In Time, en zo lag Barry’s opdracht meteen afgelijnd vast: zichzelf kopiëren zeg maar.  En dat is overduidelijk te horen. Ik heb de maestro nog netjes in zijn bed gelegd, ik ben naar naar huis gereden en zo Farinelli helemaal gemist.


LAWRENCE OF ARABIA (David Lean, 1962)

Bij deze ultieme klassieker en nummer één aller tijden volgens Steven Spielberg, kreeg ik van diens multi-Oscar winnende componist (Maurice Jarre) alweer een toevallige persoonlijke kijk achter de schermen. Het was op 6 februari 1996, er was een een grote ronde tafel met ongeveer 15 genodigden die aanwezig waren in het restaurant Le Dôme van onze meeste bekende Belg in Hollywood en goede vriend Eddie Kerkhofs, en dat voor Princesse Marie-Christine’s verjaardag.

Als grap om mijn reactie te zien werd ik bij mijn aankomst naar mijn stoel gewezen, en ik voelde dat er iets niet klopte, tot ik doorhad dat ik naast Maurice Jarre zat. Om hun het plezier te ontnemen zweeg ik in alle talen totdat Jarre zich naar mij keerde en zei “Alors, j’ai bien compris que tu composes de la musique de film aussi?”,en hop we waren vertrokken.

Het eerste interessante gegeven was dat Jarre niet de eerste keuze was voor de muziek van Lawrence Of Arabia, maar wel gedacht werd aan de ongewone en unieke combinatie van twee bekende “klassieke” nog levende componisten. De woestijnscènes zouden geschreven worden door Aram Khachaturian en de rest door Benjamin Britten. Hoe sterk op papier dit idee ook leek, lukte dit in realiteit voor geen meter.  En zo nodigde producent Sam Spiegel de componist Maurice Jarre uit naar een screening in London.

Jarre vertelde hoe hij op een maandag de ene prachtige beelden na de andere te zien kreeg, maar tot aan de lunch was er geen acteur of dialoog te bespeuren. Na de lunch, idem dito. De dinsdag daarop was het van hetzelfde. Dit was nog het tijdperk waarin men films anders maakte en men het tegenovergestelde van nu deed : 6 weken pre-productie en 6 maanden filmen. Op woensdag kwamen de eerste acteurscènes tevoorschijn en vrijdagavond was de screening voor de componist over. Maar Jarre bleef wel geloven, zo vertelde hij, dat die duurzame onderdompeling hem inspireerde tot wat later één van de meest bekende filmthema’s ooit werd. De acteerprestaties van Peter O’Toole, Omar Sharif en Anthony Quinn zijn ondertussen al even legendarisch.


THE MISSION  (Roland Joffé, 1986)

In 1982 vlak voor producer David Puttnam voor het brilliante Chariots Of Fire de Oscar won, ontving ik een -voor vandaag ondenkbaar- persoonlijk, enthousiast, beleefd, handgeschreven kaartje nadat hij een cassette van mij had beluisterd. Daarop stond : “I really like the material you instinctively write.  Next time you’re coming to London, please fix for us to have a chat.  Well done.  Regards, D.P

En dat gebeurde. Drie jaar later kreeg ik een telefoontje van hem om naar de 20th Century Fox-screening room te komen op Soho Square.  Hier trekt mijn anekdote een beetje op die van Maurice Jarre met Lawrence Of Arabia : prachtige beelden, de brousse, gigantische watervallen, nog meer bomen en planten maar nog steeds geen dialoog. Na een half uur was ik er van overtuigd dat ik zou gevraagd worden om de muziek te schrijven voor deze rough cut van een documentaire tot dat het gezicht van Robert De Niro plotseling in beeld kwam.

Yikes, dit klopt niet meer. Why am I here?!” Maar Puttnam, met Joffé aan zijn zijde vroeg me “Brian, most people only see a movie once. We need the catchiest theme but with a half a dozen notes in a nutshell.”  Nu moet je maar eens de noten tellen van het hoofdthema van mijn held Ennio Morricone die overduidelijk dezelfde briefing had gekregen en heel zijn soundtrack voor The Mission had verheven heeft tot de meest magistrale soundtrack ooit. Daar zijn ik en al mijn collega’s het wereldwijd over eens. Zeker Hans Zimmer die het me ooit persoonlijk vertelde. Dat Herbie Hancock met zijn jazzscore dat jaar de Oscar voor de beste soundtrack won was een afrekening tussen Hollywood die Puttnam als CEO van Columbia Pictures na 9 maanden aan de deur had gezet. Pathetisch!


CHARIOTS OF FIRE (Hugh Hudson, 1981)

Uit respect voor diezelfde Lord David Puttnam en wat hij heeft betekent voor mijn carrière (door hem ben ik voor 11 jaar naar Hollywood getrokken) gooi ik graag de schijnwerper op zijn magistrale film Chariots Of Fire en zijn Oscar winnende score van mijn tweede mentor, Vangelis waar ik al fan van was sinds het begin van de jaren 70. Toen ik bij Puttnam liet vallen dat ik veel geleerd heb van Vangelis vroeg hij: “Shall I arrange for you to meet him in his studio so you can learn some more?”  Ja duuuuh ! Toen bleek dat ik een unieke cassette van hem had die hij heel graag zou hebben, mocht ik eender wanneer bij hem in zijn studio achter Marble Arch gaan chillen en luisteren en vooral leren. Vangelis zelf, bijna gelijk een luie Griek, was eigenlijk niet zo gek op het maken van filmmuziek. “Too much hastle, stress, limitations”, iets waar hij notabene geen ongelijk in heeft. It comes with the territory.  


INNERSPACE (Joe Dante, 1987)

Voor het internet en YouTube was het echt wel zoeken naar filmartikels.  En de truc met Vangelis om een unieke videocassette te kunnen bezorgen, heeft niet alleen gewerkt met Henry ‘Pink Panther’ Mancini, maar ook met mijn derde mentor Jerry Goldsmith. Van hem kreeg ik uit dank dan weer een eigen schrijven met een uitnodiging om naar de opnamestudio van Paramount Pictures te komen waar hij Innerspace aan het opnemen was. Een grappige sciencefiction film met Dennis Quaid en Martin Short met weer maar eens een uitzonderlijke score van Jerry. Een stille, zelfs ietwat schuchtere man was die Goldsmith. Ik mocht leren door mee “in” het orkest te gaan zitten naast zijn schoonzoon aan de keyboards, maar ook in de control booth waar je filmmuziek op het hoogste en duurste productieniveau kan vinden.  Om je hiervan een idee te geven : de concertmeester wist dat Goldsmith een gigafan was van de orkestrale virtuoze cartoonscores.  Na de lunch moest de scène opgenomen worden waar Dennis Quaid dronken binnenvalt doorheen twee zwaaideuren en zo zijn introductie maakt als een niet zo’n geloofwaardige held. Goldsmith begint zijn muziek te dirigeren, maar van zo gauw de deuren open vliegen, barst dat orkest gedurende een halve minuut in een virtuoos en snel stuk cartoonmuziek uit die de man uit de Paramount-partituren had opgedolven. De reactie van Jerry was niet te schatten, net zoals dat van een 80 man tellend symfonisch orkest dat zo maar 30 seconden speelt : niet te schatten.

Related posts