Subscribe Now
Trending News

Blog Post

Filmrestauratie van onder het stof gehaald
BAT PUSSY (c) AGFA
Artikel

Filmrestauratie van onder het stof gehaald 

Filmfestivals tonen niet alleen de nieuwste releases, maar presenteren vaak ook retrospectieven met zowel klassiekers als vergeten cinematografische parels. Om deze oudere films in hun volle glorie te vertonen, vertrouwen ze op restaurateurs en filmhuizen van over de hele wereld. We spraken met enkele spelers uit dit domein. Tijd voor een deep dive te midden van stoffige filmrollen en beschadigde frames.

Verdient elke film het om gerestaureerd te worden?

De meningen lopen hierover uiteen. Dat een film momenteel niet als waardevol wordt beschouwd, betekent niet dat hij in de toekomst niet bestudeerd of anders beoordeeld kan worden. Het is daarom steeds noodzakelijk om de elementen onder ideale omstandigheden (lage temperatuur, gecontroleerde vochtigheid, afgesloten blikken, etc.) te bewaren. Welke films uiteindelijk gerestaureerd worden hangt van verschillende factoren af. Zo herstelt Vinegar Syndrome alleen films binnen het interesseveld van het cultlabel, maar lenen zij met plezier originelen van andere films uit hun uitgebreide archief uit aan collega’s voor een volledige restauratie. Hetzelfde geldt voor Radiance; als een film belangrijk is binnen een project valt zoals een boxset of een doorlopende serie (bijvoorbeeld de Damiano Damiani- of Tai Kato-releases), dan voelen ze de verantwoordelijkheid om deze uit te brengen en te restaureren. Bij AGFA is een belangrijk criterium dan weer dat het een film is waar zij en eventueel betrokken partners enthousiast over zijn, maar ze streven ook naar balans. Ze willen niet alleen films van witte mannen restaureren; het werk van vrouwelijke en queer filmmakers verdient een gelijke behandeling. Een andere factor is natuurlijk het financiële aspect, hoewel AGFA zelfs de meest obscure films weet te verkopen dankzij hun enthousiasme en presentatie. Zo was bijvoorbeeld Hey Folks! It’s the Intermission Time Video Party!, een unieke mixtape van oude intermissieclips, in no time uitverkocht.

Het restauratieschema wordt ook zorgvuldig gepland. CINEMATEK streeft er naar om 2/3de Belgische films (50% Frans en 50% Vlaams) en 1/3de internationale titels aan te pakken, terwijl Vinegar Syndrome een balans handhaaft tussen vergeten films en populaire titels die het publiek aanspreken. Zo namen ze de originele Road House (1989) onder handen. Niet omdat de film in kritieke staat verkeerde, integendeel, maar wel uit financiële overwegingen. Het uitbrengen van zo’n mainstreamfilm met een grote schare fans leverde inkomsten op om obscure genrefilms een tweede leven te geven. Vinegar Syndrome’s primaire focus is hun archief en hun distributietak financiert het beheer van deze uitgebreide collectie. Het merendeel van hun catalogus zal nooit door hen worden uitgebracht, maar ze dragen er wel zorg voor. Dit geeft hen een unieke positie. Slechts enkele distributeurs nemen de verantwoordelijkheid voor het fysieke materiaal zelf op zich.

A Labor of Love
A LABOR OF LOVE (c) Vinegar Syndrome

De bewaring

Het is een grote misvatting dat films die beschikbaar zijn op een fysiek formaat zoals Blu-Ray automatisch bewaard blijven. Tijdens het vhs-tijdperk werden bijvoorbeeld veel 16mm-rollen weggegooid, omdat men dacht dat men ze nooit meer nodig zou hebben, niet wetende dat later dvd, Blu-ray, 4k (UHD), enzovoort zouden volgen. Elke keer grijpt men terug naar de masterbestanden om de kwaliteit te waarborgen. Zelfs bij grote studiofilms gingen de originelen soms verloren, maar het probleem is nog acuter voor oudere genrefilms. Ze hadden destijds een klein publiek en daarom waren er minder spoelen in omloop. Toen Vinegar Syndrome begon, werd 4k nauwelijks genoemd, en tijdens de eerste jaren scanden ze films in een ander formaat en resolutie. Gelukkig kunnen ze nu terugvallen op de bronbestanden met de meeste details, de originele kleuren, enz., om ze te onderwerpen aan een nieuwe 4k-scan. Een camera-negatief is dus net zo uniek en waardevol als de Mona Lisa, volgens Oscar Becher.

Het verdwijnen van de originelen is zeker geen probleem uit het verleden. Alle gesubsidieerde Belgische films zijn verplicht hun film over te dragen aan CINEMATEK, maar producenten van projecten die met eigen middelen zijn gefinancierd, zijn soms moeilijker te overtuigen. Vele jaren later realiseren ze zich soms dat hun film niet meer op hun eigen server staat en voor altijd verloren is.

Filmcollecties worden steeds vaker spontaan aangeboden aan verschillende partners, hoewel Ivan Peycheff lachend toevoegt dat de meerderheid geen films zijn die ze willen verwerven. Gelukkig zit er af en toe een print tussen waarmee ze aan de slag kunnen. Als er elementen ontbreken, nemen ze eerst contact op met de rechthebbende of regisseur voor de negatieven, en in zeldzame gevallen kunnen ze rekenen op een uitgebreid netwerk van bevriende verzamelaars en archieven. Vanwege de hoge internationale verzendkosten en het risico van verlies, proberen ze de opties zo dicht mogelijk bij huis te vinden. Soms worden films ook geschonken aan andere archieven die zich richten op een specifiek thema of filmmaker. Het Anthology Film Archives is zo’n plek voor experimentele films en UCLA hecht dan weer veel waarde aan queer cinema.

Weesfilms – films waarvan men de rechtenhoudes niet meer kent – komen ook in het archief terecht, maar worden minder vaak gerestaureerd. Vele exemplaren, waaronder een verbluffend aantal korte films, liggen nog steeds te wachten in de archieven om ooit het daglicht te zien. Alleen wanneer Vinegar Syndrome 100% zeker is dat de rechthebbenden niet meer leven, vatten ze de restauratie aan. In andere gevallen is het een risicovolle onderneming. Sommige films zijn wees omdat de regisseur er niets meer mee te maken wil hebben en soms zijn ze zelfs bewust onder een valse naam heeft uitgebracht. Bij hun restauratie en distributie zou men zich dan ook op glad ijs begeven. AGFA neemt meer risico’s en heeft een collectie gerestaureerde weesfilms die ze niet kunnen uitbrengen, maar die ze wel belangrijk genoeg vonden om te herstellen. Dit gebeurt echter steeds minder door hun drukke schema.

Il Sorpasso
IL SORPASSO (c) Radiance

De restauratie

The Horrible Dr. Hichcock illustreert mooi hoe een film uiteindelijk een fonkelnieuwe release krijgt. Vinegar Syndrome moest eerst Paramount benaderen om de distributierechten voor de Verenigde Staten te verkrijgen, maar Paramount beschikte zelf niet over de originele materialen. Gelukkig werden deze wel gevonden bij een Italiaans productiebedrijf, dat ruwe digitale 4k-scan van uitstekende kwaliteit produceerde. In ruil kreeg de Italiaanse partner een perfecte restauratie terug. Als Paramount zelf de negatieven had, zouden ze deze hebben uitgeleend en de uiteindelijke versie hebben goedgekeurd. Soms geloven ze dat er meer vuil kan worden verwijderd of er nog schade kan worden gerepareerd, waardoor de restaurateur deze opmerkingen ter harte neemt en opnieuw aan het werk gaat.

Een van de hoogtepunten van CINEMATEK is After Death, een Hongaars spookmysterie van Alfréd Deésy uit het tijdperk van de stomme film. Vertrekkend van de enige overgebleven kopie, resulteerde een internationale samenwerking tussen CINEMATEK, het Nationaal Filminstituut Hongarije en La Cinémathèque Française, als onderdeel van het Europese programma Season of Classic Films in een schitterende restauratie die klaar is om herontdekt te worden op (genre)festivals.

Veel filmmakers zijn helaas niet meer onder ons, maar als ze nog leven, dan worden ze betrokken bij het restauratieproces. Sommigen weigeren, terwijl anderen geneigd zijn veranderingen aan te brengen in de originele versie, wat natuurlijk niet de bedoeling is. Het kan soms een strijd zijn. De input van de regisseur of de Director of Photography (DOP) is dan weer cruciaal tijdens de kleurcorrectie. Als er wordt gewerkt vanaf een negatief, moet de grading volledig opnieuw worden gedaan. Wanneer er meerdere versies in omloop zijn, is het ook noodzakelijk om op de maker te vertrouwen. CINEMATEK is bijvoorbeeld momenteel bezig met de restauratie van de animatiefilms van Picha en daarvan zijn nogal wat verschillende versies beschikbaar. Picha helpt hen die knoop te ontwarren. Daarnaast biedt het betrekken van de originele crew ook extra’s zoals een commentaartrack of interessant kijkmateriaal voor de fans.

De daadwerkelijke restauratie van een film vereist een andere aanpak voor elke titel. De meeste archieven inspecteren inkomende rollen onmiddellijk grondig en vóór het scannen wordt elk detail nauwgezet gecontroleerd op afwijkingen. Soms moeten alle elementen eerst één voor één met de hand worden gerepareerd voordat het scannen kan beginnen. Bovendien komen niet alle frames altijd uit dezelfde bron. Als een spoel of een aantal frames te beschadigd zijn of zelfs ontbreken, dan worden de ontbrekende elementen elders gezocht. Soms merk je als aandachtige kijker zo’n kwaliteitsverlies op in het eindresultaat.

Restauraties in opdracht van festivals zijn zeldzaam, maar AGFA heeft restauraties uitgevoerd op verzoek van een filmmaker of rechthebbende voor een specifieke vertoning. Sowieso worden de vruchten van hun werk wereldwijd vertoond. Vinegar Syndrome heeft bijvoorbeeld sterke banden met het Offscreen Film Festival. Het Belgische festival onthult elk jaar een spannend programma waarin hun titels perfect passen, volgens Joe Rubin. CINEMATEK daarentegen wordt sinds Jeanne Dielman werd uitgeroepen tot de beste film aller tijden door Sight & Sound, overspoeld met verzoeken uit alle hoeken van de wereld voor vertoningen van Chantal Akermans werk .

Waarschijnlijk associeer je restaureren met oude films, maar het zal je misschien verbazen dat ook bij vrij recente titels problemen ontstaan. Zo is de originele print van David Cronenbergs Existenz momenteel zoek, waardoor Vinegar Syndrome gedwongen was om te werken vanaf de interpositieven in plaats van de negatieven. De film bestond uit ongeveer vijf spoelen van telkens zo’n 600 meter lang. Op één dag kan men een spoel éénmaal behandelen en vergt het 4 tot 5 iteraties om ze volledig stofvrij te maken, enkel en alleen al het voorbereiden van een film in redelijk goede staat is dus al een arbeidsintensief proces. En dan moet men nog beginnen aan het eigenlijke scannen en de daadwerkelijke restauratiewerkzaamheden. Je kan je voorstellen hoe lang het duurt om sommige ontdekkingen in erbarmelijke staat te redden.

Marquis
MARQUIS (c) Aligator Film

Kunstmatige Intelligentie

De eerste experimenten met het gebruik van kunstmatige intelligentie zijn lopende, maar sommige software blijkt nu al een meerwaarde te zijn. Wanneer vuil of een kras wordt gedetecteerd onderzoekt beeldkloningstechnologie bijvoorbeeld de frames ervoor en erna, de toepassing schat in wat er ontbreekt en voorspelt de beweging. Op basis van deze analyse wordt het ontbrekende stuk digitaal ingevuld, maar een manuele tussenkomst is nog steeds vereist. De technologie is verre van perfect, daarom zie je nog steeds vuil of schade in de uiteindelijke versie. Soms is het onmogelijk om ze te verwijderen zonder digitale artefacten te introduceren en die wil men ten alle tijden vermijden. Ze laten een 50 jaar oude film er uitzien als een gloednieuwe recente film, soms tot ontevredenheid van de fans, zoals recentelijk nog bij James Cameron’s heruitgave van Aliens. Het volledig gladstrijken van een film, zoals hij dat deed, is geen restauratie of conservering, maar de creatie van een totaal nieuwe film. Ook het digitaal inkleuren van zwart-witfilms gaat in tegen de principes van restauratie in en levert vaak een onaantrekkelijk effect op.

De originele korrelstructuur en charme zijn volledig verdwenen. Het resultaat zou er nog steeds uit moeten zien als een film uit die tijd, waarbij de oorspronkelijke beeldverhouding en flikkeringen behouden blijven, maar zonder de effecten van veroudering. Zelfs productiekwesties zoals een defecte camera of per ongeluk in beeld verschijnende microfoons moeten behouden blijven. Behalve de gebruikte trucs dan, voegt Francesco Simeoni toe, je mag de illusie niet doorbreken. De touwen die je in de 35mm-print van The Wizard of Oz niet opmerkte, mogen niet ineens zichtbaar zijn in de opgeschoonde scan.

In het geval van Mark of the Devil merkte Vinegar Syndrome op dat in sommige recente releases de kadrering was veranderd. Hoewel sommige shots er inderdaad beter uitzagen, kwamen ze niet overeen met de artistieke visie van de regisseur of cinematograaf, daarom keerden ze terug naar de positionering zoals in het negatief. Filmmakers zijn meestal verheugd wanneer ze het resultaat zien, vooral degenen wiens films 30 of 40 jaar geleden alleen op vhs werden uitgebracht en nu hun werk aan een nieuwe generatie kunnen presenteren.

Volgens Bruno Mestdagh zal A.I. in de toekomst zeker worden gebruikt om ontbrekende geluidsfragmenten in te vullen. Als men de dialooglijst heeft en de originele stemmen perfect kan reconstrueren op basis van de resterende tapes, waarom dan niet automatisch de hele geluidsband voltooien?

Good Luck, Miss Wyckoff
GOOD LUCK, MISS WYCKOFF (c) Vinegar Syndrome

De fans

Wanneer er klachten binnenkomen over de restauraties, vallen deze meestal in twee kampen: “Waarom breng je deze totaal onbekende film uit?” en “Waarom breng je deze te bekende film uit?” Het is een uitdaging om klanten tevreden te houden, maar over het algemeen is het een intelligent publiek dat het belang begrijpt van het bewaren van alle films, van grote releases tot cult- en exploitatiefilms, en de inspanning waardeert. Soms doet men zelfs ontdekkingen dankzij de opmerkingen van opmerkzame kijkers. Een gepassioneerde fan liet AGFA weten dat er meerdere minuten ontbraken in een Duitse uitgave van Doris Wishman, maar AGFA was zich niet eens bewust van het bestaan van deze beelden.

Waar de labels het over eens zijn, is dat de markt voor home entertainment nog steeds floreert. Er is duidelijk een opwaartse trend waarbij fysieke media, vooral luxueuze boutique-uitgaven zoals AGFA’s prachtige boxset van Doris Wishman, weer in populariteit toenemen. Zelfs een vergeten slasher kan duizenden exemplaren verkopen. De evolutie die vinyl heeft doorgemaakt, gebeurt nu met films op Blu-rays/4K UHD. We hebben een punt bereikt waarop filmliefhebbers het zat zijn om te betalen voor een handvol streamingdiensten die op basis van algoritmen bepalen wat ze leuk zouden moeten vinden. Ze willen zelf ontdekken en hun eigen selectie samenstellen.

De COVID-19-pandemie heeft ook een aanzienlijke impact gehad. Velen zaten thuis aan hun scherm gekluisterd en herontdekten de vreugde van het kijken naar films. Dit omvat een aanzienlijk aantal jongeren voor wie genrefilms een middel zijn om hun eigen identiteit te verkennen. Het heeft geleid tot een gestage toename van het aantal titels en de opkomst van talrijke boutique-labels. Er zijn nu meer dan 100 wereldwijd. Bijna elk label heeft zijn eigen specialiteit en wordt gerund door echte filmliefhebbers. Bovendien is restauratie kosteneffectiever geworden door de groeiende interesse.

The Defilers
THE DEFILERS (c) AGFA

Heilige Gralen en favorieten

Vinegar Syndrome houdt de lijst van heilige graals voor zichzelf. Het is echter geen geheim dat de uitgebreide versie van George A. Romero’s Martin erop staat. Onvoltooide films spreken ook tot de verbeelding. Een van Vinegar Syndrome’s vlaggenschipuitgaven, New York Ninja, werd gecreëerd door te werken met de losse elementen en, na vele uren hard werken, iets te maken dat trouw is aan de oorspronkelijke visie. Bij AGFA staan Lost in the Desert, een Christus-parabel geregisseerd door de Zuid-Afrikaan Jamie Uys, met een jongen en zijn puppy in de hoofdrollen, en Nothing Lasts Forever, een magische fabel geschreven door het team achter Saturday Night Live, op hun verlanglijst. De laatste is niet echt verloren, maar wordt om onduidelijke redenen achter slot en grendel gehouden.

En omdat wij bij Fast Forward gaat met filmtips strooien, serveren we nog de persoonlijke favorieten van onze gesprekspartners:

  • Bret Berg (theatrical sales director AGFA): Bat Pussy (Unknown, 1970s)
  • Bruno Mestdagh: Marquis (Henri Xhonneux, 1989)
  • Francesco Simeoni (managing director Radiance Films): Misunderstood (Luigi Comencini, 1966)
  • Ivan Peycheff (head of film restauration AGFA): The Defilers (David F. Friedman & R. Lee Frost, 1965)
  • Jackson Cooper (executive director AGFA): Terminal Degeneration: The Films of Jon Moritsugu
  • Joe Rubin (co-founder Vinegar Syndrome): A Labor of Love (Daniel Goldman & Robert Flaxman, 1975)
  • Oscar Becher (Archivist @ Vinegar Syndrome): Good Luck, Miss Wyckoff (Marvin Chomsky, 1978)
Terminal USA
TERMINAL USA (c) AGFA

Related posts