Ernstige langspeelfilms met wereldoorlogen, strafkampen en genocides als onderwerp opsommen is meer dan een sisyfus-opdracht en dus onbegonnen werk. Feelgood-prenten over hetzelfde thema, doorgaans gerealiseerd om de pijn en gruwel draaglijker te maken, zijn doorheen de filmgeschiedenis, heel wat minder vertegenwoordigd. Toch enkele mijlpalen: Shoulder Arms (Charlie Chaplin), Oh! What a Lovely War (Richard Attenborough), To Be or Not to Be (Ernst Lubitsch en later Mel Brooks), How I Won the War (Richard Lester), Stalag 17 (Billy Wilder), Catch-22 (Mike Nichols) en Kelly’s Heroes (Brian G. Hutton).
Natuurlijk is er nooit iemand in geslaagd om het meesterlijke The Great Dictator uit 1940 (!) van het genie Charlie Chaplin te evenaren, al heeft Robert Benigni in 1997 een hoogstpersoonlijke poging ondernomen om met zijn gitzwarte Oscar-komedie La Vita è Bella in zijn voetstappen te treden.
Wanneer je denkt dat dit filmgenre intussen wel over zijn hoogtepunt heen is, neemt de Armeens-Amerikaanse acteur Michael A. Goorjian (Broken, Conversations with God) zowel voor als achter de camera plaats om geheel in de stijl van Benigni’s eerder genoemde tearjerker, het lichtvoetig komische Amerikatski op de getroebleerde en door nieuwe oorlogen geteisterde wereld, los te laten. Hoewel Goorjians regiedebuut absoluut geen chef d’oeuvre kan worden genoemd, is het wel opmerkelijk en dus vermeldenswaardig dat dit oorlogsvehikel de eerste Armeense film ooit is die het tot op de Oscar-shortlist als Best International Feature schopte.
Het scenario dat ook door Goorjians werd neergepend, past in een kogelhuls. Amerikatsi speelt zich af in het Armenië van de jaren 1940 en volgt het verhaal van Charlie, een Armeense jongen die opgroeit in Amerika nadat hij en zijn familie aan het Ottomaanse Rijk zijn ontsnapt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog keert hij terug naar Armenië om zijn vaderland te herontdekken. Bij aankomst wordt hij echter door het Sovjetregime ten onrechte gearresteerd en gevangengezet.
In de bajes wordt Charlie opgesloten in een cel met een klein raam dat uitkijkt op een appartement in de nabijgelegen stad. Door dit raam observeert hij het labiele leven van een Armeense cipier en dronkaard Tigran die voortdurend ruzie heeft met zijn echtgenote. Terwijl Charlie aan de verkeerde kant van de tralies vast zit, ontwikkelt hij een visuele slash geestelijke band met Tigran zonder dat de gevangenisbewaarder zich bewust is van Charlie’s aanwezigheid. Deze spirituele relatie op afstand biedt Charlie hoop en geeft hem een gevoel van verbondenheid in zijn desolate situatie.
De ironie van Amerikatsi is dat Charlie pas in de gevangenis zijn moederland leert kennen. Het raampje in zijn cel transformeert in een haast magisch venster op de cultuur die hij heeft gemist en is een typisch narratief kenmerk in de Armeense cinema. Denk bijvoorbeeld aan de surrogaatbeelden die steeds terugkeren in de films van Atom Egoyan (Calender en Ararat) als een manier om het diasporisch trauma te verbeelden.
Je moet het Goorjian nageven dat hij dit behoorlijk zwaar thema op een meer publieksvriendelijke doch niet altijd even geslaagde manier, probeert te verpakken met de bedoeling om zowel het Armeens als internationaal publiek in zijn armen te sluiten. Met deze goedbedoelde en aanstekelijke positiviteit bewandelt Goorjians echter een slappe koord, maar tuimelt meermaals de dieperik in omdat hij op een te etherische manier inzoomt op bloedernstige materies zoals de Armeense genocide en het stalinisme, en die met zijn veel te luchtige aanpak uiteindelijk banaliseert. Hij overschrijdt meermaals de dunne grens tussen komedie en tragedie.
Goorjian is overduidelijk geen Armando Iannucci die met The Death of Stalin wel een gelaagde komedie over de dodencultus van de Generalissimus maakte. En hoewel hij in Amerikatsi door het gevangenispersoneel laconiek de nickname Charlie Chaplin krijgt opgespeld, is de filmmaker al zeker niet de meesterlijke filmkomiek die met The Great Dictator het fascisme bangelijk en ingenieus wist te voorspellen en te ontleden.
Als verzachtende omstandigheden kunnen we wel inroepen dat Amerikatsi is gebaseerd op waargebeurde feiten die Goorjians grootvader – aan wie hij trouwens de film opdraagt – heeft meegemaakt en dat zijn tragikomedie wel enkele visueel knappe momenten telt zoals onder meer wanneer de jonge Charlie uit Armenië wordt gesmokkeld in een koffer. Door het luchtgat schijnt een bundeltje licht op de voering van de koffer en onthult een illustratie van de Ararat-berg, een belangrijk symbool voor het Armeense volk.
Ook nog te onderlijnen is dat het verhaal je wel tot nadenken aanzet over identiteit, overleving en het belang van menselijke connecties zelfs in de meest onwaarschijnlijke omstandigheden, en tevens de veerkracht van de menselijke geest aantoont. Allemaal wel met positieve intenties, maar veel te zwak uitgewerkt, te repetitief in beeld gebracht en te weinig overtuigend vertolkt, zeker door de acteurs in de bij momenten wel erg karikaturale nevenrollen. Bovendien is de muziekscore van Andranik Berberyan – naast de mooie zacht lyrische Armeense melodieën – soms zo overweldigend klassiek en dominerend, dat je uiteindelijk ontgoocheld en met hoofdpijn de zaal verlaat en snapt waarom dit kleinood uiteindelijk de Oscar misliep.
Genre: drama, komedie, oorlog
Jaar: 2022
Regisseur: Michaël A. Goorjian
Cast: Michaël A. Goorjian, Hovik Keuchkerian, Nelli Uvarova, Mikhail Trukhin
Land: Michaël A. Goorjian, Hovik Keuchkerian, Nelli Uvarova, Mikhail Trukhin
Speelduur: 121 minuten