Een nieuwe film van de Iraanse scenarist/regisseur en Gouden Leeuw-winnaar Jafar Panahi is altijd een gebeurtenis. De man is persona non grata in zijn land en kreeg naast zes jaar gevangenisstraf ook een verbod opgelegd om films te realiseren voor een periode van twintig jaar. Toch slaagt de man er regelmatig in om een film ‘in het geniep’ te maken en zijn land uit te smokkelen. Omdat hij zijn land niet uit mag, spraken wij met Mina Kavani, de hoofdactrice in No Bears, die door de speciale situatie eigenlijk de spreekbuis is voor Panahi en bij uitbreiding van miljoenen vrouwen die in Iran worden onderdrukt.
Waarom wilde je als actrice meewerken aan deze film?
Mina: Omdat ik het essentieel vind om met een grootmeester als Panahi te werken. Ik wist eigenlijk niet waarover No Bears zou handelen en heb ook geen scenario gelezen, maar dat is helemaal niet nodig. Wat me interesseert, is dat Panahi in 2010 schuldig werd bevonden aan propaganda tegen de Iraanse regering. Hij moet zes jaar brommen in de gevangenis. Er is hem verboden om films te regisseren voor een periode van maar liefst twintig jaar. Hij mag bovendien Iran niet verlaten, tenzij voor medische redenen (denkt diep na). Panahi is actueel nog altijd een van de meest fervente verzetsstemmen van de Iraanse cinema. Hij contesteert met zijn films tegen de censuur en repressie van de Republiek Iran. Zijn oeuvre heeft een dimensie die veel verder gaat dan de kunst. Om deze redenen wilde ik beslist én geëngageerd participeren aan No Bears.
Weet je waarom Panahi jou heeft gecast voor de rol van Zara?
Mina: Geen flauw idee. Ik moest me in een korte video voorstellen en vertellen wie ik ben. Ik heb natuurlijk vermeld dat ik geboren ben in Teheran, maar dat ik al jaren in ballingschap woon in Frankrijk en niet terug kan of mag naar mijn land. Of dit aspect de doorslag heeft gegeven voor mijn casting, betwijfel ik. Het zal misschien wel voor een deel hebben meegespeeld, maar grote regisseurs zoals Panahi hebben een zesde zintuig. Ik noem hen ‘snuffelaars’ (lacht). Ze hebben een uitgelezen talent, waardoor ze vrij snel kunnen aanvoelen wie geschikt is voor welke rol en Panahi beschikt zeker over deze gave (monkellachje). Enkele dagen nadat ik mijn video had ingestuurd, kreeg ik een telefoontje van zijn dochter dat ik de rol van Zara mocht vertolken. Ik barstte in tranen uit, was overgelukkig, maar vrij snel drong het ook wel tot me door dat ik bijna tegen een onmogelijke opdracht aankeek en niet direct wist hoe ik het personage van Zara het best en overtuigend kon incarneren. Ik sloeg in paniek en verloor mijn zelfvertrouwen. Gelukkig tijdelijk want ik kon me de dagen nadien toch weer herpakken (diepe zucht).
In je video-auditie voor No Bears heb je verteld dat je verbannen bent uit Iran. Hoe komt het dat je niet langer welkom bent in je geboorteland?
Mina: Zo’n tiental jaar geleden kreeg ik de kans om de hoofdrol te vertolken in de film Red Rose van de Iraanse regisseur Sepideh Farsi. Ik was jong en ambitieus. En gedreven om voor de camera te staan en net als Westerse actrices in volle vrijheid en zonder enige inperkingen van het establishment mijn carrière uit te bouwen. De regisseur verwittigde me op voorhand dat ik enkele naaktscènes moest doen die meer dan waarschijnlijk voor heel wat ophef zouden zorgen in mijn land. Ik twijfelde aanvankelijk om de handschoen op te nemen, maar uiteindelijk won de aantrekkingskracht van creatieve vrijheid het van mijn onzekerheid – ik was me dus bewust van wat de mogelijke consequenties voor mij konden zijn. De reacties en de gevolgen waren echter veel groter dan verwacht. Er kwam enorm verzet tegen de film. De regering bombardeerde me prompt tot de eerste Iraanse pornoactrice en ik werd het middelpunt van bedreigingen door de Iraanse media. Gevolg: ballingschap. Ik trok naar Frankrijk, waar ik de politieke vluchtelingenstatus kreeg. Momenteel heb ik de Franse nationaliteit.
Heb je spijt dat je de hoofdrol hebt vertolkt in Red Rose?
Mina: Helemaal niet. Toegegeven, ik ben verbannen en kan mijn land niet meer in – dat stemt me droevig. Aanvankelijk was het een regelrechte afdaling in de hel. Ik voelde me eenzaam en leed onder het feit dat ik mijn familie (en zeker mijn moeder) niet meer zie. Ik ben nu wel verlost van de kapotmakende macht van de Iraanse mannelijke gezagvoerders en hun fascistisch beleid, maar ik leef nu eigenlijk in een ander soort – meer persoonlijke – gevangenis. Maar dat is nu eenmaal de tol die je moet betalen als je hebt beslist om een vrije en ongecensureerde kunstenaar te zijn die als motto ‘vrijheid in lichaam, vrijheid in geest en vrijheid in creatie’ hoog in het vaandel draagt (balt haar vuisten).
In vele Westerse landen word je nu een politieke activiste genoemd. Akkoord met dit label?Mina: Helemaal niet. Ik ben gewoon een artiest, absoluut geen politicus. Ik haat politiek als sinds ik nog kind was. Omdat Panahi zijn land niet mag verlaten en ik Iran niet meer binnen mag, ben ik de spreekbuis geworden van No Bears en Panahi. Ik heb de verantwoordelijkheid op me genomen om de film te promoten. Intussen zijn er in Iran aanhoudende protesten tegen het regime, aangewakkerd door de verschrikkelijke moord op Mahsa Amini (de vrouw die haar hoofddoek zogenaamd niet correct droeg, nvdr) en zien mensen me plots als dé stem van de onderdrukte Iraanse vrouwen. Uiteraard ben ik begaan met hun precaire situatie en haat ik het repressief regime. Ik neem mijn verantwoordelijkheden op. Daarom ben ik bijzonder trots dat ik de stem kan zijn van miljoenen mensen die niet kunnen gehoord worden. Maar ik ben wel heel voorzichtig in wat ik publiekelijk verkondig. Ik herhaal nog even voor alle duidelijkheid: ik ben geen politica noch een politieke activiste. Maar als je uit een land als Iran komt, zit politiek gewoon in je DNA.
Weet je hoe de vrouwensituatie in Iran zal evolueren?
Mina: Geen flauw idee. Door de hevige protesten is het duidelijk dat iedereen in Iran wil dat het regime verandert. Het is in huidige tijden toch ondenkbaar dat een vrouw wordt gedood omdat haar sjaal niet goed om haar hoofd steekt. Er is duidelijk een revolutie aan de gang. Niet alleen vrouwen, maar ook mannen en zelfs kinderen komen op straat om zich te manifesteren. Daardoor ziet de wereld voor het eerst hoe de situatie in mijn land werkelijk is. Om het regime totaal te breken, vrees ik dat er daadwerkelijke steun nodig zal zijn van het Westen. Daarvoor zijn het echter moeilijke tijden, want alles draait zowat vierkant voor het moment – denk maar aan de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis, … Het is dus heel onzeker of het Westen ons zal steunen. De politiek op zich is vuil en corrupt. De toekomst is onzeker en ik heb geen kristallen bol om de evolutie te voorspellen (glimlacht). Toch ben en blijf ik optimistisch, want één zaak is zeker: we zijn op de goede weg.
Het verhaal van je personage in No Bears lijkt goed op jouw eigen verhaal. Hoe voelde dat en hoe ging je daarmee om?
Mina: (denkt rustig na) Dat aspect raakte me diep. Ik moet in de gedaante van Zara een lange monoloog debiteren in de film. Toen ik die voor het eerst las, was ik aangeslagen omdat het me deed terugdenken aan al wat ik heb meegemaakt de voorbije jaren. Net als Zara was ik geobsedeerd door de vraag waarom mensen als ik hun land moeten verlaten. Is het gras groener aan de andere kant van de grens? Ok, in een ander land vind je misschien wel vrijheid, maar dat wil niet per se zeggen dat je gelukkiger bent als je je land verlaat. Dat zegt Zara in de film letterlijk in haar monoloog (stilte). Ik had het moeilijk met de inhoud van haar stelling, want die schurkte zo dicht aan bij mijn eigen ervaringen dat ik het bijna niet aankon. Gelukkig vond ik steun bij Panahi. Hij zei dat deze scène de belangrijkste was in zijn film en wilde dat deze inhakte op het publiek. Dat maakte me sterk want ik was een huilbui nabij. Uiteindelijk is alles goed gekomen dankzij de ondersteuning van Panahi. Hij is een groot man (glimlacht).
Maar Panahi was in persoon niet aanwezig op de set van No Bears. Hoe verliepen de opnames concreet en hoe ervaart een actrice de fysieke afwezigheid van de regisseur?
Mina: Aanvankelijk verliep dat niet van een leien dakje. Ik vond het tijdens de eerste draaidagen storend, frustrerend en ervaarde het als een sterk gemis. Je kan het min of meer vergelijken met een orkest dat moet optreden zonder dirigent. Iedere acteur heeft het wellicht heel moeilijk om het beste van zichzelf te geven op een set zonder ‘gedirigeerd’ te worden (lacht). Maar let op; hoewel Panahi fysiek niet aanwezig was, was hij meer dan aanwezig. Hij volgde alles vanop afstand via WhatsApp en Zoom, en hij was daarenboven constant online met zowel de acteurs als met de crew. Hij keek naar iedere scène en gaf ons achteraf heel constructieve en nuttige feedback. Hij was dus wel degelijk ‘aanwezig’ op de set. Je neemt het niet voor mogelijk, maar na verloop van tijd vergeet je eigenlijk dat hij niet effectief op de set staat. Je weet bovendien dat hij je voortdurend volgt en bekijkt, en net daardoor gaf ik als actrice meer van mezelf. Ik wilde uitstekend presteren voor hem. Hij is een extreem professioneel persoon die exact weet wat hij wil en zijn team strak leidt. Deze manier van werken is goed voor een hogere concentratie en rustige gemoedstoestand. Kortom, een heel indrukwekkende ervaring (diepe zucht).
En, tevreden met het eindresultaat en je prestatie?
Mina: Ik vind het een sterke ‘film in de film’, waarin intrigerend wordt ingezoomd op twee parallel lopende gecompliceerde liefdesaffaires die door fnuikende sociale machtsstructuren escaleren tot extreme gevolgen. Een heel geëngageerde prent zoals enkel Panahi die kan maken. Over mijn eigen prestatie durf ik me niet goed uitlaten, want kan een acteur ooit van zichzelf zeggen dat hij tevreden is met zijn of haar prestatie? Het enige wat ik kan concluderen voor mezelf is dat ik super blij en trots ben dat ik met Jafar Panahi heb kunnen samenwerken (lacht).