Wat een festijn voor filmliefhebbers deze zomer. Vier films van de Japanse meester Akira Kurosawa komen in een 4K-versie in de bioscoop. High and Low (1963) beet de spits af, gevolgd door Yojimbo (1961) en vandaag verschijnen de overbekende The Seven Samurai (1954, zie elders op deze site) en de voor het grote publiek ietwat onbekendere Ikiru (1952) in de betere filmzalen. Filmmakers, academici, studenten en ondergetekende beschouwen Ikiru als een van de beste films ooit gemaakt. Misschien zag u wel Living, de geslaagde remake met Billy Nighy in de hoofdrol in een regie van Olivier Hermanus. Die baseerde zijn film volledig op het origineel van Kurosawa, die zich op zijn beurt losjes liet inspireren door Leo Tolstoi’s roman De dood van Ivan Illich uit 1886. Akira Kurosawa schreef het scenario samen met Shinobu Hashimoto en Hideo Oguni.

De film start met een voice-over die het hoofdpersonage, Kanji Watanabe, duidt als een saaie ambtenaar op een gemeentehuis in wiens leven vooralsnog niets interessants gebeurt. Hij is eigenlijk al 20 jaar een levende dode, die later in de film de veelzeggende bijnaam ‘mummie’ zal krijgen. Dat bestaan zal drastisch wijzigen na een onheilstijding waarvan de kijker eerder op de hoogte is dan de protagonist zelf. Nooit werd bureaucratie zo satirisch voorgesteld en aan de kaak gesteld als in deze film. Ondersteund door muzikale composities van Fumio Hayasaka die evenzeer passen bij slapstick als bij horror, krijgen de kafkaëske taferelen toch iets wervelend. Dankzij de briljante montage boeit zelf een trip van het kastje naar de muur. De montage was in handen van Kôichi Iwashita, al stond Kurosawa ervoor bekend zelf een begenadigd monteur te zijn. Kurosawa was voor hij filmregisseur werd, schilder en maakte doeken in de plaats van storyboards voor de diverse scènes. Bij Kurosawa denk je niet onmiddellijk aan Ikiru. Bij de vertolkers is het steeds zijn fetisjacteur Toshiro Mifune die iedereen vernoemt, ofschoon de hoofdacteur van Ikiru, Takashi Shimamura één van de grootste Japanse acteurs aller tijden blijft waarop Akira Kurosawa vaak beroep deed.

Ikiru put veel kracht uit emoties zonder woorden vaak met grote close-ups van Shimamura, die de film op zijn eentje draagt. Deze karakterkop laat moeiteloos scènes voor zich spreken. Suggestie haalt het op extra nodeloze uitleg. Kurosawa respecteert zijn kijker (lees: onderschat hem niet). Zelden zagen we een zo geslaagd gebruik van de flashback waardoor je als toeschouwer de film moeiteloos weet te vatten. De allesbehalve chronologische structuur werkt verrassend en verfrissend. We zouden haast het inventieve hanteren van licht en schaduw vergeten bij deze eloge van genialiteit.
Kurosawa verklaarde in interviews dat hij een antwoord zocht op de vraag: “Wat zou je doen als je nog maar enkele maanden te leven had?” Resultaat: een inspirerend meesterwerk, ontroerend, inherent nostalgisch en toch tijdloos. Het leven van Kanji Watanabe mag dan wel dramatisch wezen, Kurosawa lardeert Ikiru met de perfect passende dosis humor. Nooit vergeet u nog de ambtenaren die geleidelijk aan zat worden door de saké. De wisselende gelaatstrekken van Shimamura tijdens een nacht vol uitspattingen staan voor eeuwig op ons netvlies gebrand. Een schommel kunnen we nooit meer op dezelfde manier bekijken. Mis deze film niet. Meer dan ooit te bekijken in de bioscoop!
Genre: drama, tragikomedie
Jaar: 1952
Regisseur: Akira Kurosawa
Cast: Takashi Shimura, Shin’ichi Himori, Haruo Tanaka
Land: Japan
Duur: 143 minuten