Subscribe Now
Trending News

Blog Post

DE KEUZE VAN BART SLEGERS
BART SLEGERS
De keuze van

DE KEUZE VAN BART SLEGERS 

Bart Slegers (Enschede, Nederland, 1964) is een heel sterk, bijzonder actief en veel gevraagd acteur. Hij woonde in Helmond voordat hij op zesjarige leeftijd naar Turnhout verhuisde. Hij studeerde af in 1986 aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium Antwerpen, waar hij in de toneelklas zat van Dora van der Groen en tevens les kreeg van een tris ‘bekenden’ zoals Lucas Vandervost, Warre Borgmans, Luc Perceval en Ivo van Hove.

Slegers ontpopte zich tot een van de boegbeelden van de bühne en speelde van meer dan tien jaar bij het gerenommeerde Het Zuidelijk Toneel, waar hij onder meer de rollen van Hamlet en Richard II op zich nam. Daarna volgden theatergezelschappen als De Tijd, Het Paleis, Laika, Noord Nederlands Toneel, Theater van het Oosten, Nederlands Filharmonisch Orkest en het vermaarde Rotterdamse Ro Theater, waar hij meespeelde in een bewerking van Shakespeaere’s King Lear. Sinds het seizoen van 2012 is hij vast ensemble-lid bij Toneelgroep Amsterdam waar hij onder regie van Ivo van Hove schitterde in Het Temmen van de Feeks, Kinderen van de Zon, Opening Night, Romeinse Tragedies, The Fountainhead, Kings of War, De Dingen die Voorbijgaan en Scenes uit een Huwelijk. Onlangs was Bart nog te bejubelen in Bloedbruiloft (Wim Vandekeybus) en Mijn lieve Gunsteling (Ivo van Hove).

Hoewel hij dus duidelijk een bezige toneel-bij is, werd Bart bekend bij het grote publiek dankzij ontelbare rollen in televisieseries zoals Thuis, Sedes & Belli, Flikken, Vermist!, Langs de Kade, Aspe, Sara, Penoza, Flikken Amsterdam, De Zonen van As, Witse, De Twaalf en zijn opmerkelijke uitstraling in bioscoopfilms als Suite 16 (Dominique Deruddere), De Zaak Alzheimer (Erik van Looy), Robbe De Herts Brylcream Boulevard en Blueberry Hill en de veelbesproken sterke prent Gluckauf van Remy van Heugten, die maar liefst tien Gouden Kalf-nominaties verzamelde onder meer voor Bart als Beste acteur, en er uiteindelijk vier wist te verzilveren.

In Antwerpen was Slegers ook acht jaren politiek actief als districtsraadslid voor de partij Groen.

Bart liet ons weten dat instant bereid te zijn om mee te werken aan onze rubriek De Keuze Van, maar dat hij wat tijd nodig had enerzijds omwille van zijn heel druk professioneel leven en anderzijds om de juiste filmkeuzes te maken. “Het heeft me dan ook flink wat bloed, zweet en tranen gekost, maar hier zijn mijn favorieten, maar natuurlijk lang niet de enige”, aldus Bart:

Thérèse (Alain Cavalier, 1986)

Toen deze film van regisseur Alain Cavalier in 1986 uitkwam, studeerde ik net af van het Conservatorium in Antwerpen. Die opleiding onderscheidde zich erg van de andere, door het gebrek aan middelen. Er was gewoon geen geld. Noodgedwongen werd daar alles simpel gehouden. ‘In de beperking toont zich de meester’, zoiets. In die geest is ook Thérèse gedraaid.

Deze film over het dagelijkse leven in een karmelietessenklooster, die in mijn herinnering met een minimum aan wisselende rekwisieten voor een kale muur werd gefilmd, weet toch prachtig, ook haast zonder woorden, een verhaal van passie, hoop en geloof te vertellen. Het verhaal van de later heiligverklaarde Thérèse van Lisieux. Zeer terecht bekroond met 6 Césars en de prijs van de jury in Cannes. Ik heb het later met Antje De Boeck en Veerle Dobbelaere op het toneel proberen te brengen, mijn eerste en meteen maar laatste poging tot regisseren.


Songs From the Second Floor (Roy Andersson, 2000)

Één camerastandpunt per scene, daarmee schept de Zweedse regisseur Roy Andersson keer op keer weer een heel universum. Een wonderlijke, surrealistische wereld, Ingmar Bergman meets Monty Python. Een verhaal is er niet echt. Hij doorprikt de grootheidswaan van de mens en plaatst zijn kleinheid op een voetstuk. Scènes vol hunkering, afwijzing en ongemak. En er is altijd evenveel op de achtergrond te zien als op de voorgrond. Echte zoekplaatjes. Ik heb ook erg genoten van zijn film A Pigeon Sat On A Branch Reflecting On Existence. Die titel alleen al! En ook weer bijna zonder tekst. Films om meerdere keren te zien.


Sparta (Ulrich Seidl, 2022)

Het intrieste universum van de Oostenrijker Ulrich Seidl, altijd samen met zijn vrouw Veronica Franz, moet je ook gezien hebben om te geloven. Sparta (2022) vertelt bijvoorbeeld het verhaal van Ewald, een man met pedofiele neigingen die naar Roemenië vlucht om daar een Spartaans judokamp voor jonge plattelandskinderen te bouwen. De mistroostigheid van de omgeving en de haast ondraaglijke innerlijke spanning zorgden ervoor dat ik tegen het einde van de film bijna alleen in de bioscoop overbleef. De première op het festival van Toronto werd gecanceld wegens te controversieel. Sparta vormt samen met de film Rimini, nog zo’n gruwelijke parel, een tweeluik dat onder de naam Böse Spiele is uitgebracht. You love it or you hate it. Ik ben een grote fan.


La Reine Margot (Patrice Chéreau, 1994)

Prachtige en soms smerige kostuumfilm uit 1994, gebaseerd op het gelijknamige boek van Alexandre Dumas, vertelt het verhaal van het huwelijk tussen de protestantse Hendrik van Navarra en de katholieke Margaretha van Frankrijk, dat uitmondt in de gruwelijke slachting van de Hugenoten in de Bartholumeusnacht. Van regisseur Patrice Chéreau had ik al verschillende toneelregies gezien, soms met hemzelf als acteur, voor ik deze theatrale film zag. Geweldige vertolkingen van de beeldschone Isabelle Adjani en een bizar goede Jean-Hughues Anglade. Overladen met Césars en andere filmprijzen, en met een kleine maar fijne rol van de onlangs overleden Johan Leysen. Acteren in het theater of acteren in een film is hetzelfde. “Alles kan, mits goed gedaan”, zoals mijn toneelmoeder Dora van der Groen altijd zei.


Gluckauf (Remy Van Heugten, 2015)

Eigen roem stinkt. Maar omdat de film zelfs niet in de Belgische bioscopen is uitgebracht, wil ik hem toch eens onder de aandacht brengen.

Gluckauf (de mijnwerkersgroet voor een behouden terugkeer) is een sociaal drama over de verstikkende liefde tussen een vader en een zoon, die zich staande proberen te houden in het verarmde Limburg van nu. Met deze film die volledig in Limburgs dialect is gesproken, maakte Remy van Heugten in 1995 zijn debuut als auteursregisseur. De film is gebaseerd op zijn persoonlijke ervaringen, op zijn woelige jeugd in dit prachtige, maar vergeten stuk van Zuid-Limburg. Een streek waar de sociaaleconomische gevolgen van de sluiting van de mijnen nog steeds zeer voelbaar zijn. By far het meest intense en bevredigende filmproject waar ik zelf aan heb mogen meewerken. Ook deze film in een samenwerking met de betreurde Johan Leysen.

Related posts