
De laatste jaren lijkt het Britse boutiquelabel Eureka! zich meer en meer te gaan specialiseren in Aziatische culttitels. Onlangs verscheen bij hun The Bullet Train die ondanks zijn gelijkaardige titel niks te maken heeft met het Brad Pitt-vehikel.
Deze Japanse film is er een van de Toei-studio. Vanaf de jaren zestig kozen die steevast voor het Yakuza-genre dat hun veel mannelijke fans opbracht. De studio had echter zin in iets compleet anders, en in het kielzog van Amerikaanse successen zoals The Poseidon Adventure en The Towering Inferno koos men voor het concept van de rampenfilm. Een opdracht die in de schoot van Jun’ya Satô viel. Een voor de hand liggende keuze want de Japanse cineast was kind aan huis bij de Toei-studio en had ook reeds een commercial gemaakt voor de Japanse hogesnelheidstreinen die vanaf 1964 ervoor zorgden dat de bevolking in geen tijd van de ene grootstad naar de andere kon reizen.
Er werden drie scenaristen ingehuurd die zich voor hun verhaal baseerden op de door Rod Serling geschreven televisiefilm The Doomsday Flight uit 1966. Toen Japan National Railways merkte dat het scenario over een bom ging die aan boord was van de trein waardoor 15.000 passagiers bedreigd werden weigerde de vervoersmaatschappij elke verdere vorm van medewerking. Hierdoor waren de makers genoodzaakt om te gaan werken met miniatuurmodellen, en dat zie je echt wel, ook al heeft het zijn charme.

Op de affiche pronkt vooral de naam van Sonny Chiba, ook al was dat louter bedoeld voor de buitenlandse markt. Chiba was in de Verenigde Staten dankzij diens Street Fighter-trilogie een ster in de Amerikaanse grindhousecinema’s. Van martial arts is er deze keer echter geen sprake, want de Japanse kopie van Bruce Lee is hier gewoon een paniekerige treinbestuurder die vooral zit te zweten en alsmaar aan zijn chef vraagt wat hem te doen staat om de passagiers veilig naar hun bestemming te brengen.
De echte ster van The Bullet Train is Ken Takakura, die vaak de bijnaam van de Japanse Clint Eastwood kreeg. Een echte filmvedette in Japan die ook regelmatig te zien was in Amerikaanse producties zoals in het door Paul Schrader en Robert Towne geschreven The Yakuza, Black Rain met Michael Douglas of het Keanu Reeves-vehikel 47 Ronin. Ken Takakura is hier de slechterik die nadat zijn bedrijf failliet ging zich wil wreken op de Japanse regering door een bom te plaatsen op de Hikari 109. Voor de politie is het quasi onmogelijk om iets te ondernemen, want vanaf het moment dat het voertuig onder de 80 kilometer gaat vliegt het hele voertuig de lucht in.
Een premisse die later herhaald zou worden in Speed, hoewel scenarioschrijver Graham Yost tot op vandaag blijft beweren dat de Japanse cultklassieker nooit een inspiratie was voor de film van Jan De Bont. Wel was dat volgens hem Runaway Train die Andrey Konchalovskiy voor Cannon maakte. The Bullet Train mag dan wel zijn Japanse trekjes hebben, al was het maar voor de overacting, toch voelt de fim zeer Amerikaans aan. Niet in het minst door de score Hachirô Aoyama die vaak doet denken aan Lalo Schifrin. Het was vanzelfsprekend dat men in Amerika na het succes van The Cassandra Crossing genoeg interesse had om dit gijzeldrama ook daar een kans te geven. Jammer genoeg koos men ervoor om de 152 minuten durende versie te verknippen naar 90 minuten waardoor niets meer overblijft van de achtergrond van de terroristen, of over de manier hoe ze elkaar hadden ontmoet.
Twee uur en een half lijkt veel voor een film die zich hoofdzakelijk in een trein of het commandocentrum van de vervoersmaatschappij afspeelt toch verveelt die geen moment, en blijft het kat-en-muisspel tussen de politie en de terrorist tot op de allerlaatste seconde enorm spannend. Soms werkt de politie net iets te klungelig om geloofwaardig te blijven, desalniettemin is dit een heerlijke ouderwetse rampenfilm die ondanks de clichés van het genre zich kan meten met Airport of The Taking Of Pelham One Two Three.
GENRE: rampenfilm
JAAR: 1975
REGISSEUR: Jun’ya Satô
CAST: Ken Takakura, Sonny Chiba, Kei Yamamoto, Eiji Gô, Akira Oda
LAND: Japan