Je kent het gevoel dat je krijgt als je in je eentje ergens wandelt en er plots boven je hoofd een zwerm vogels opduikt. Die beesten zullen je natuurlijk niks doen, maar je cinefiele geheugen herinnert je aan The Birds, waarin onze gevleugelde vrienden plots de gevreesde vijand werden. Regisseur Kornél Mundruczó doet hetzelfde, maar dan met honden en met Boedapest als locatie. De film was destijds de Hongaarse Oscarinzending en de hond in kwestie kreeg in Cannes een Gouden Palm voor zijn rol. Neen, we maken je niets wijs, maar in de Franse badplaats krijgt ieder jaar een hond zo’n prijs voor de beste hondenrol.
De film zelf zweeft ergens tussen Disney, arthouse, horror en surrealisme. Het beeld dat we te zien krijgen van Boedapest is niet meteen fraai. De majestueuze gebouwen staan in sterk contrast met de armoede die zich binnen de muren afspeelt. Daniel (Sándor Zsóter) leeft gescheiden. Als zijn ex naar Australië moet voor een congres, wordt hem gevraagd om op zijn tienerdochter Lili (Zsófia Psotta) te letten van wie hij compleet vervreemd is geraakt. De enige vrienden die het meisje heeft zijn haar trompet en haar hond Hagen.
Er is een vreemde Hongaarse wet die zegtt dat men geen bastaardhonden als huisdier mag houden, en dus is Daniel genoodzaakt om het arme beest op straat te dumpen als hij geen boete wil krijgen. Daardoor breekt de vader niet alleen het hart van zijn dochter, ook begint zij te revolteren en zoekt zij ’s avonds de disco op om samen met haar ouder vriendje met drugs te experimenteren. De hond is ook niet uit beeld verdwenen (waarom zou hij anders een prijs in Cannes hebben gekregen?), want die is in de handen van een beul terechtgekomen die het dier inzet tijdens hondengevechten. Hagan kan echter losbreken en in pure Beethoven-stijl neemt hij al zijn vriendjes mee die de Hongaren de angst van hun leven bezorgen.
Heel wat recensenten (en waarschijnlijk ook veel cinemabezoekers) wisten niet wat ze met de deze titel aan moesten. De film is visueel verbluffend en ontzettend origineel, maar ja: wat wil Kornél Mundruczó ermee zeggen? Niets, dit is gewoon een heerlijke ode aan de hond (zelfs de titel refereert naar de hondenfilm White Dog van Samuel Fuller). White God is een apocalyptisch sprookje waarin plaats is voor maatschappijkritiek (de armoede in Hongarije), maar waarin de regisseur een hond ook de kans geeft om een stukje mensenvlees uit een hals te rukken. Aardig toch?
GENRE: drama
JAAR: 2014
REGISSEUR: Kornél Mundruczó
CAST: Zsófia Psotta, Sándor Zsótér, Lili Horváth
LAND: Hongarije