Steve De Roover begon zijn filmcarrière als locatiemanager, scriptsupervisor en figuratie-regisseur voor allerhande bekende films en televisiereeksen. In 2013 maakte hij zijn eerste kortfilm Un Homme Bien, welke in première ging op het Brusselse mekka van de Fantastische film: BIFFF. Onder de productievlag van Skladanowsky produceerde De Roover gerenommeerde kortfilms als Hashtag (Adil El Arbi & Bilall Fallah, 2017), Muil (Jasper Vrancken, 2018) en Detours (Christopher Yates, 2019). Maar in 2017 zette hij zichzelf pas echt goed op de kaart met de succesvolle horror documentaire Forgotten Scares: An In-depth Look at Flemish Horror Cinema, welke recent in Amerika ook werd uitgebracht door Vinegar Syndrome, en volgde dit op met Deathcember (2019), de Duitse horror-anthologie met o.a. Lucky Mckee, Pollyanna McIntosh en Ruggero Deadato en andere regisseurs.
In 2022 maakte hij zijn regiedebuut op televisie, met de 9-delige horror spin-off Raven en Louise in het Nauw voor VTM. Zijn nieuwste creatie: de zwarte komedie Old Birdie met Frieda Pittoors, Tiny Bertels en Robby Cleiren ging begin 2024 in première in officiële competitie op het Filmfestival van Oostende en maakte recent mee het mooie weer op het Brussels Short Film Festival. Ondertussen werk de filmmaker eindelijk verder aan het vervolg op Forgotten Scares en is hij bezig met het schrijven aan enkele nieuwe projecten.
BROKEN ARROW – John Woo (1996)
Terwijl het vermelden van de naam John Woo iedere zichzelf respecterende actiefilmfanaat nog steeds doet kwijlen, zijn het toch steevast diens klassiekers zoals Hard Boiled, The Killer en Face/Off die de lijstjes van de liefhebbers aanvoeren. Een film die dit lijstje vaak niet haalt – en waar ondergetekende toch een extreem zwak voor heeft is Broken Arrow. Een heerlijke actiefilm uit de nineties, met John Travolta in volle comeback-modus na diens herrijzenis in Pulp Fiction – die zichtbaar geniet als antagonist van dienst, terwijl een gladde boy Christian Slater geheel overtuigd als stoere actieheld. De memorabele quotes vliegen je net als de kogels om de oren, in een vlotte en dynamische achtbaanrit – die voor mij alvast – nog steeds erg goed overeind blijft. Het practical stunt- en vliegwerk is heerlijk down-and-dirty, de spectaculaire misé-en-scène van Woo feilloos, terwijl het geheel gekruid is met een coole soundtrack en een rits prima karakteracteurs in de bijrollen.
48 HRS. – Walter Hill (1982)
48 Hrs., het speelfilm-debuut van Eddie Murphy – wie zou uitgroeien tot één van de grootste sterren van de jaren ’80 – is echt zo een film waar ondergetekende bij schreeuwt: “Good God, they don’t make ‘em like this anymore!” Twee jaar voor het succes van Beverly Hills Cop legde regisseur Walter Hill bijna de blauwdruk voor de grofgebekte antiheld Axel Foley, en de daaropvolgende buddy-cop actie-komedies die de eighties domineerden. Murphy speelt op heerlijke wijze Reggie Hammond, een op parool vrijgelaten crimineel, die de paffende, grommende, vloekende flik Jack Cates (Nick Nolte) helpt om de gewelddadige psychopaat Ganz (een dreigende James Remar) op te sporen én lek te schieten. Bloot, grimmig geweld, een spervuur aan extreme én meestal politiek incorrecte schuttingstaal en de meest ongure personages die je nooit zal voorstellen aan je moeder. Kortom, een must-see, zeker in deze tijden!
GHOSTBUSTERS II – Ivan Reitman (1989)
Vijf jaar na het ongeziene succes van Ghostbusters van Ivan Reitman, was er dan eindelijk het vervolg! Gemaakt door nagenoeg hetzelfde team en met dezelfde cast. En hoewel deze film nooit het buitenaardse commerciële succes van het origineel wist te evenaren, en de critici ook niet helemaal wild waren van Ghostbusters II, is dit zo één van die zeldzame titels die over de jaren heen met elke kijkbeurt enkel maar beter en beter lijkt te worden. De cast is nog steeds fantastisch op elkaar ingespeeld, de chemie tussen Sigourney Weaver en Bill Murray is geweldig, de meeste grappen raken doel en hoewel de slechterik van dienst (Vigo) niet zo uitgewerkt is als Gozer, bevat deze sequel toch nog dat mooie midden tussen comedy en angstaanjagende scènes. Iets waar geen enkel van de moderne vervolgen lijkt in te slagen. Hoe minder gezegd of geschreven over de afgrijselijke remake uit 2016, des te beter…
THE GUARDIAN – William Friedkin (1990)
Maar liefst 17 jaar zou het duren voor wijlen William Friedkin na The Exorcist nog eens een horrorfilm zou maken. Hoewel The Guardian gezien wordt als één van de dieptepunten in het oeuvre van de meesterlijke filmmaker, heb ik altijd een enorm zwak gehad voor deze uitermate onnozele griezelfilm. Ex-Bond girl Carey Lowell (License To Kill) speelt een kersverse moeder in een jong en succesvol koppel, die zonder het te weten een kindermeisje aannemen die baby’s offert aan een kwaadaardige boom. Ja, dat leest u goed: een boom! Dit moet u uiteraard niet kijken voor het uitstekende scenario of het prijswaardige acteerwerk (hoewel Jenny Seagrove behoorlijk memorabel is als de ‘evil nanny’), maar de regie is feilloos, de speciale effecten zijn gerust indrukwekkend te noemen en het extreem gore einde dat niet zou misstaan in The Evil Dead-franchise, is zonder enige twijfel iets dat u gewoon gezien moet hebben.
THE FURY – BRIAN DE PALMA (1978)
Twee jaar na de one-two punch van Carrie en Obsession, kwam Brian De Palma aanzetten met The Fury: opnieuw een verhaal over jongeren met ontluikende telekinetische krachten. Amy Irving, uit – jawel – Carrie speelt de hoofdrol, in een cast vol met absolute klasbakken zoals Kirk Douglas, John Cassavetes en Charles Durning. Iets wat op papier een ‘sure-thing’ leek om absoluut box-office goud binnen te halen, werd destijds echter onder de mat geveegd als een weinig originele mislukking. Niets is minder waar (of wat had u gedacht!?). The Fury heeft een erg interessant scenario – gebaseerd op het gelijknamige boek van auteur John Farris, dat erg goed werkt als metafoor op openbloeiende seksualiteit. Zeker met de opvallende cinematografische taal van Brian De Palma, van straffe klassebeelden tot wel erg spitsvondige montagetrucjes, onderstreept met een mijlpaal van een soundtrack door niemand minder dan John Williams (U weet wel: Jaws, Star Wars, Indiana Jones…). Oh ja, ook hier geldt: het ‘explosieve’ einde alleen al is de aanschafprijs van de Arrow Blu-ray waard.