Subscribe Now
Trending News

Blog Post

ROSTO
THE MONSTER OF NIX (c) The Movie Database (TMDB)
Interview

ROSTO 

De mega-controversiële Nederlandse kortfilmregisseur Rosto is momenteel een beetje vergeten. Hij overleed precies vijf jaar geleden op vijftigjarige leeftijd en daarom vissen we als eerbetoon, nog eens een interview op dat Fast Forward met hem had naar aanleiding van zijn toch wel uniek meesterwerkje: The Monster of Nix.

In The Monster of Nix is het digitaal buitenbeentje Willy, een rare spillebeentje met een te groot hoofd waar ogen als marlbollen in knipperen, amechtig op zoek naar zijn oma. Zij blijkt, samen met alle andere inwoners van het zogenaamde idyllische dorp Nix, opeens verdwenen. De vraag rijst: welk monster is hiervoor verantwoordelijk?

Wijsneus Willy moet er het fijne van weten en trekt meteen op onderzoek. Tijdens zijn zoektocht door het dichte en akelige bos, ontmoet hij Virgil, een enorme gitzwarte zwaluw die met een raspstem in raadsels spreekt, een schijtlijsterige boswachter, een boomachtige ‘langemanne’, een rondrollende kale reus en nog tal van andere buitenissige creaturen.

The Monster of Nix is een visueel en auditief prachtig animatiesprookje dat in 2011 meteen goed genoeg werd beoordeeld om genomineerd te worden voor een Oscar in de categorie ‘beste korte animatiefilm’. De stemmen van twee belangrijke personages in dit apart universum worden ingesproken door niemand minder dan Tom Waits en Terry Gilliam. De auteur van deze briljante, maar nachtmerrieachtige en lugubere Engelstalige kortfilm, is de megacontroversiële Rosto, een Nederlands kortfilmregisseur, kunstenaar en muzikant die met zijn bedrijf Rosto A.D. al een aantal animatiefilms op zijn conto heeft. In 2005 won hij voor zijn Jona/Tomberry de Canal+-prijs in Cannes. Hij realiseerde ook nog de online-web-graphic-novel Mind My Gap en ettelijke videoclips voor Anouk.

Over de persoon achter het mysterieuze pseudoniem Rosto is weinig of niks bekend. Vragen hierover ontwijkt hij laconiek en wimpelt hij af met een demonisch glimlachje. “Mijn naam is gewoon Rosto, dat is mijn enige officiële naam. Dat is niet wat er op mijn identiteitskaart staat, maar zelfs mijn kinderen en levenspartner noemen me zo, dus dan zal het wel echt m’n enige naam zijn zeker!

Ik wil je wel vertellen dat ik samenleef met Susie Templeton, de Britse cineaste die in 2008 een Oscar won met haar kortfilm Peter and the Wolf, dat we twee kinderen hebben en dat Rosto A.D. de naam is van mijn studio, maar meer hoeven jullie of niemand anders te weten”, aldus een zelfzekere Rosto.

We trokken naar Leuven om tijdens het Internationaal Kortfilm Festival waar The Monster of Nix in Belgische première ging, van gedachten te wisselen met Rosto. Vrij snel bleek dat Rosto en weirdniss samenhangende begrippen zijn.

Hoe bedenk je in hemelsnaam zo’n ‘fantastisch’ vreemd verhaal en dito wereld?

Rosto: Na m’n bijzonder zwaar project Jona/Tomberry wou ik absoluut een film maken voor mijn zoontje Max omdat hij eigenlijk mijn grootste fan is. Toen de productie van The Monster of Nix startte was hij zes jaar oud. Tegen de tijd dat de film af was en de jongen de film kon zien, was hij al twaalf.

Het verhaal dat ik voor mijn kind bedacht, is min of meer geïnspireerd op Het Oneindige Verhaal van Michael Ende, het boek dat in 1984 werd verfilmd als The Neverending Story. Het monster uit de titel is net als in het verhaal van Ende een oneindig niets dat een fantasiewereld dreigt op te slokken. En ook nu zijn verhalen de redding. Dit keer worden ze echter door fragiele wezens in eieren bewaard.

Hoe komt het dat je er zes jaar over hebt gedaan om deze kortfilm tot een goed einde te brengen?

Rosto: Dat kan ik perfect uitleggen. De eerste twee jaar heb ik samen met een vriend de basisideeën van de film uit ons collectief onderbewustzijn getrokken. Dat was een heel aangename periode. Wekelijks kwamen we samen en gingen we beiden naar deze vreemde wereld van Nix toe en visten we uit hoe we er chocolade konden van maken.

Daarna volgde de periode waarin de storyboarden werden ontwikkeld en waarin alles stilaan vorm kreeg. Daarna volgden nog twee jaar van wat ik noem ‘development hell’ (lacht). Je hebt je storyboard onder je ene- en je ziel onder je andere arm en dan ga je het gevecht aan met de realiteit. Naar mijn normen is The World of Nix vrij ambitieus te noemen en was het een groots opgezette coproductie en dat leverde me een intense knokpartij op om het enorme budget bij elkaar te krijgen.

Een heel lastige tijd was dat, maar het goede van deze zaak was dat ik omringd werd door een team van mensen die me op die momenten goed verzorgde en optimaal wist op te vangen. Heel belangrijk hoor, anders ga je er zo onderdoor. Het was heel moeilijk en ingewikkeld, maar uiteindelijk viel alles op z’n plek. De laatste twee jaar noemen ze in vakjargon green lit, zeg maar full steam go ahead en dat was een fantastische tijd omdat ik samen met een sterk team aan getalenteerde mensen uiteindelijk het project heb kunnen realiseren (lacht).

The Monster of Nix
THE MONSTER OF NIX (c) IMDB Pro

Je had inderdaad wel talent zat in je team. Hoe rekruteer je die mensen?

Rosto: Laat me eerst opmerken dat talent alleen niet afdoende is. Als je zo’n lange tijd intens en creatief met elkaar moet omgaan, is het belangrijk dat het allemaal fijne en goede mensen van inborst zijn, anders vraag je om problemen. Ik bofte met m’n entourage, gelukkig maar. Je rekruteert dergelijke mensen natuurlijk niet zomaar. Ik heb door mijn ervaring heel wat relaties uitgebouwd en ik beschik ondertussen ook over een ruim net aan talent en precies daaruit puurde ik mijn medewerkers. Er waren ook heel veel onder hen die zelf met mij contact opnamen, gewoon omdat ze erbij wilden zijn. Daarnaast blijft het natuurlijk ook altijd een beetje gokken, maar ik heb vooral veel geluk gehad en dus goed gegokt (glimlacht).

Hoewel je ooit verklaarde dat je baalt van musicals, is The Monster of Nix in feite toch een musical geworden. Verklaar dat eens?

Rosto: Ik haat inderdaad musicals, maar dan bedoel ik musicals genre Hollywood natuurlijk (lacht). Ik hou van een perfecte symbiose tussen beeld en muziek voornamelijk omdat muziek altijd al een belangrijke rol heeft gespeeld zowel in mijn leven als in mijn oeuvre. The Monster of Nix wordt voortreffelijk voortgestuwd door de muziek. Het is me dus toch gelukt om een Rosto-musical te maken en tot mijn enorme genoegen hebben we bovendien de filmmuziek opgenomen met een wereldberoemd orkest, namelijk het Metropole Orkest, en een paar onvervalste muzikale helden zoals de Amerikaanse artrockers The Residents en de Parijse indieband The Dø.

Waar heb je inspiratie gevonden voor deze muzikale symbiose?

Rosto: Ik durf het bijna niet uit te kramen (lacht uitbundig). Bij Disney, keihard Disney. Dat Rosto de mosterd heeft gehaald bij Disney, jonge toch, over ironie gesproken. Mijn vader heeft me in mijn prille kinderjaren constant geconfronteerd met van die zwart-wit 8 millimeter-Disneyfilmpjes zonder geluid. Op een bepaalde manier zijn die zo ‘donker’, zeker als je zoals m’n vader telkens weer opnieuw de filmpjes zonder geluid afspeelt.

Er zit dan een soort van wreedheid in en ook een lugubere, donkere en beklemmende ondertoon, omdat de humor voor een groot gedeelte wegvalt met het geluid. Mijn interesse voor animatie is daar begonnen, net als de combinatie tussen animatie en de exploratie van mijn ‘binnenwereld’. Trouwens mijn eerste nachtmerrie heb ik te ‘danken’ aan de projectie van een Disneyfilmpje. Dat speelt nog altijd een belangrijke rol in mijn werk, dat verdomd ongerijmd filmpje. En als je op een dag dan Fantasia uit het muisfabriek krijgt voorgeschoteld, ben je overdonderd.

Je staat plots voor een groot dilemma. Je vraagt je werkelijk af wat er nu eerst is gekomen: die prachtige klassieke muziek of die fantastische beeldenstorm. Muziek en beeld zijn in die prent letterlijk in elkaar verstrengeld. Precies dat wou ik ook bereiken in The Monster of Nix.
Ik denk wel geslaagd te zijn in m’n opzet. Een andere inspiratiebron was The Black Rider uit ‘93, een samenwerking tussen Tom Waits, William S. Burrows en theaterkunstenaar Williams. The Black Rider was gebaseerd op een Duits folktale Der Freischütz, wat eerst werd opgevoerd als een opera door Carl Maria von Weber. En ten slotte moet ik volledigheidshalve ook nog het werk van Samuel Becket en de onvermijdelijke Lewis Caroll vermelden. Maar, let op, ondanks dit gala aan inspiratiebronnen werk ik toch voornamelijk intuïtief en intuïtie moet je dan interpreteren als het verzamelponton van alles wat je in al die jaren hebt gezien, gehoord, gelezen en hebt ervaren.

Je hebt niet alleen en o.a. inspiratie gezocht bij Tom Waits, je hebt hem ook kunnen strikken voor de stem in te spreken van de schmierende zwaluw Virgil. Hoe is dat in z’n werk gegaan?

Rosto: Het eerste wat ik daarover wil zeggen, is dat je als kortfilmmaker, zeg maar als kunstenaar in Holland en Europa, heel weinig wordt beloond. Er staat geen pot goud of zeven beroemde maagden aan het eind van de arttrip (lacht). Je wordt niet rijk of beroemd. Een van de weinig echte beloningen van dit soort werk is dat je elke keer weer op de schouders van je vorig werk kan staan. Je kunt door je werk laten zien wat je wereld is en wie je bent en zo kom je onvermijdelijk uit bij nog grotere talenten. Ze worden steeds toegankelijker omdat je al een portfolio hebt. Zo is het ook gegaan met Waits.

Oorspronkelijk wilde ik dat hij een deel van de muziek schreef, dat hij alles voor zijn rekening nam dat rond het karakter van Virgil draaide. Aanvankelijk wou ik dus zelf niet eens de muziek componeren omdat The Monster of Nix eigenlijk een licht project moest worden. Dat is het dus hoegenaamd niet geworden (lacht uitbundig). Ik stuurde Waits mijn werk op en vroeg of hij de muziek wou componeren. Waits heeft de reputatie dat hij weinig of nooit iets van hem laat horen, maar hij belde me toch op en vertelde me dat hij en zijn vrouw bijzonder gecharmeerd waren door mijn oeuvre. Hij wou toehappen, maar omwille van een te druk werkschema moest hij afhaken. Hij vroeg me wel om contact te blijven houden omdat hij écht wel geïnteresseerd was in de stem van Virgil.

Dat hebben we dan ook heel losjes gedaan. Ik stuurde hem af en toe ‘de stand der zaken’ door en informeerde hem over mijn mislukkingen en crisissen. Toen ik opeens green lit kreeg, drong ik bij hem aan, maar hij wist totaal niet meer wat The Monster of Nix was of inhield en verzocht me om alles nog eens een keertje door te sturen. Ik maakte hem dan maar opnieuw het storyboard, de dialogen en demo’s van de muziek over en ineens was hij vrij verrassend akkoord. Hij had echter één voorwaarde: hij wou zich niet verplaatsen, maar inviteerde me wel in zijn eigen studio. Dat was meteen een ticket boeken en hup naar San Francisco.

Hij heeft daar een eigen werkplek waar hij schrijft, opneemt, repeteert, kortom alles doet hij daar en op zijn eigen toch wel bevreemdende manier (lacht). We hebben dan nog heel wat overlegt hoe we het beest getemd kregen, maar het is uiteindelijk heel goed gelukt. Hij had geen ervaring met animatie en vertrouwde me toe dat hij het een verschrikkelijk moeilijke klus had gevonden. Ik had nooit gedacht om ooit echt met Tom samen te mogen werken. Dat was een voorrecht en het resultaat is overweldigend. Ik heb hem de film uiteindelijk ook toegestuurd, maar tot op heden heeft hij nog steeds niet gereageerd. Ik zal nog wat moeten porren om een reactie van hem los te krijgen, vrees ik (glimlacht).

The Monster of Nix
THE MONSTER OF NIX (c) IMDB Pro

Dat brengt ons natuurlijk bij Terry Gilliam. Hoe heb je hem kunnen overhalen om de stem in te spreken van de boswachter die doodsangsten uitstaat?

Rosto: Terry was eigenlijk heel makkelijk om te strikken omdat wij elkaar al een behoorlijke poos kennen. Tien jaar geleden zijn we elkaar een keer tegengekomen en hij noemde zichzelf een fan van mijn werk. Je begrijpt dat deze openbaring voor mij een bijzondere eer was. Sindsdien is er een soort vriendschap ontstaan. Als ik in Londen ben of hij in Amsterdam, dan eten we samen altijd een hapje en wisselen we onze projecten en gedachtegoed uit. Het is écht een warm contact tussen ons tweetjes. Mijn grote geluk was dat Terry heel slecht is in nee zeggen. Iedereen die hem kent weet dat hij een heel lieve en bijzonder toegankelijke slimme vent is. Hij kon dus ook mijn aanbod niet weigeren, maar het was heel lastig.

De laatste keer dat hij een animatiestem had gedaan was voor zijn eigen project ten tijde van The Monty Pyton Flying Circus. Hij vertrouwde me toe dat hij toen die opnames deed bij hem thuis met een deken over zijn hoofd terwijl hij met een bandrecordertje al te gekke geluidjes opnam (lacht). Nu stond hij ineens in een immense geluidsstudio in een inspreekcel met een heleboel mensen achter glas die hem gespannen en vol verwachtingen aanstaarden. Hij is op dat moment vreselijk hard voor zichzelf, hij begint alsmaar zichzelf te regisseren en hij stelt zichzelf prompt teleur, maar deze krampachtige houding en dito gedoe was precies wat ik nodig had om het karakter van de boswachter geloofwaardig te laten klinken: bang en onzeker. Toen ik hem vroeg of hij ook nog een beetje kon en wou zingen, zei hij: ja hoor, ik heb vroeger nog in een koor gezongen, maar toen het plots het uur, uur was, bakte hij er helemaal niks van. Al wat je hoort in de film, zeg maar het nerveuze gekraak en het missen van zangnoten, is dus niet geacteerd, maar Terry himself die pogingen onderneemt om het allemaal ‘zo goed mogelijk te brengen’. Zeg maar een prima casting dus voor mijn enge boswachtertypetje (lacht).

Vind je de donkere en lugubere wereld van Nix niet te krieperig en beangstigend voor kinderen?

Rosto: Nee, kinderen zijn eigenlijk mijn perfecte publiek. Als volwassenen naar zo’n soort film kijken, twijfelen ze voortdurend aan zichzelf. Ze kijken en analyseren bestendig. Kinderen die pak je echter bij de hand, je neemt ze mee die wereld in en pas als ze aan de andere kant weer worden uitgespuugd, gaan ze nadenken. Tijdens de projectie: ja, dan zijn ze daar, ze stellen zich ook totaal geen vragen, ze genieten, ze zijn puur, kortom: perfect dus. Ze vertrouwen me gewoon, ze vertrouwen zichzelf, ze nemen het zoals het komt, ze spelen geen detectivejes zoals volwassenen doen, ze reageren eerder spontaan en emotioneel. Het zijn de volwassenen die voortdurend zitten loeren naar hun kinderen met een bangelijke blik van ‘gaat mijn kind dit wel aankunnen’? Natuurlijk kunnen kinderen dit aan, ze kunnen veel meer aan dan wat volwassenen doorgaans denken.

Zegt de naam Raoul Servais jou iets?

Rosto: Ja, ik weet wie hij is, maar ben niet écht bekend met zijn werk. Iedereen zegt me echter dat ik die man zijn werk waarschijnlijk fantastisch zal vinden. Zeker zijn filmpje over zo’n vreemd en kaal creatuur, hoe heet dat wezen nou alweer…

Harpya, trouwens bekroond met een Gouden Palm voor de beste kortfilm.

Rosto: Harpya, precies. Ik wist echter niet dat het is bekroond met een Gouden Palm (fronst de wenkbrauwen). Hij is toch een Belg niet? Als ik tijd vind, verdiep ik me nog wel in het oeuvre van deze kunstenaar, oké?

Heb je projecten op stapel staan?

Rosto: Zoals je wel weet heb ik in het verleden al enkele keren met Anouk samengewerkt. Ik heb niks met haar soort muziek, maar wij hebben een heel goede verstandhouding. Zij heeft een sterke persoonlijkheid, is altijd eerlijk en ze heeft lak aan zowat aan alles en dat mag ik wel graag, ja. Ik zet haar volgende tournee en haar komende liveshows op punt. Dat strookt eigenlijk niet met m’n eigen comfort zone, maar ik kijk er wel naar uit om dat gebeuren te regisseren. Ik ben verantwoordelijk voor alles: het basisconcept, het aankleden van het podium en ik fungeer als haar klankbord tijdens de repetities. Kan best heel leuk worden (knikt overtuigend).

Zijn er nog items waar we het niet over hebben gehad en waar we het wel over moesten hebben?

Rosto: Ongetwijfeld (lacht en denkt diep na). Misschien over de karakters in mijn film, maar misschien beter niet. Laat het publiek ze maar zelf maar ontdekken.

Related posts