Subscribe Now
Trending News

Blog Post

FIEN TROCH
Een Ander Zijn Geluk (c) IFFR
Interview

FIEN TROCH 

Wie de naam Fien Troch niks zegt, bivakkeert wellicht al enkele jaren op Mars. Zij is geboren in Londerzeel op 11 mei 1978. Haar moeder An Mertens is een psychologe. Haar vader Ludo Troch is een gereputeerde montageman (Hellegat, Brussels By Night, Wait Until Spring, Bandini, Le Roi Danse, Irina Palm, Séraphine). Fien groeit op in het voormalige ‘Lundersal’ waar ze actief was als ondervoorzitster van het jeugdhuis Onder den Toren. In de voetsporen van haar vader trekt ze naar Brussel. Ze slaagt niet voor het ingangsexamen aan studio Herman Teirlinck. Hoewel van haar melk, laat ze de moed niet zakken en trekt gedecideerd naar Sint-Lukas. Wanneer ze daar in 2000 met onderscheiding afstudeert, blijkt ze een energiek en origineel filmtalent te zijn. In ’98 regisseert ze haar eerste kortfilm Verbrande Aarde met in de hoofdrollen Viviane de Muynck, Katelijne Verbeke en Peter Van den Begin. Een schot in de roos want ze wint meteen de Juryprijs op het Filmfestival van Brussel. Een jaar later acteert ze aan de zijde van Isabelle Huppert in het kostuumdrama Saint-Cyr van Patricia Mazui en krijgt ze voor haar tweede kortfilm Wooww (met Bart Slegers en Van den Begin) prijzen in Leuven en op het Murphy’s Cork Filmfestival Ierland. Fien studeert af met de kortfilm Maria, en strikt naast opnieuw Peter Van den Begin, ook Natali Broods, Katelijne Damen, Els Dottermans, Hilde Van Mieghem, Bruno Vanden Broucke en Josse De Pauw voor de hoofdrollen. Wooww is goed voor enkele belangrijke prijzen en wordt vertoond tot ver buiten ons land. Voor ze haar eerste langspeelfilm draait, maakt ze nog tal van televisiespotjes, promo’s, een opmerkelijke kinderprent en broedt ze op een scenario waarvoor ze gedreven verfilmingsfinanciering zoekt.

In 2005 is het zover: Een Ander Zijn Geluk wordt op de mensheid losgelaten. De reacties en recensies zijn overweldigend. Haar naam wordt prompt gelinkt aan filmgrootmeesters (Ingmar Bergman, Robert Altman) en zonder gêne wordt ze tot vaandeldraagster gekatapulteerd van dé nieuwe generatie auteurfilmers. Een Ander Zijn Geluk valt op ontelbare internationale filmfestivals in de prijzen (tot in Taipei alstublieft) en is de Belgische inzending voor de Oscars. Twee jaar later is het weer bingo want dan wint ze de Bronzen Leeuw op het reclamefestival van Cannes met Equal Pay Day, een spotje over financiële ‘gelijkheid’ tussen de sekses. 2008 was een ankerjaar voor Fien. Ze schrijft en regisseert haar tweede langspeelfilm Unspoken. Ze wordt de trotse moeder van Joaquin Townes en ze ontvangt de eerste Jo Röpcke Film Award, een speciale prijs die Focus Knack toekent aan een persoon die een verdienstelijke, opmerkelijke en creatieve bijdrage aan de Vlaamse film heeft geleverd. Unspoken is echter Frans gesproken en de hoofdpersonages worden vertolkt door de Zwitserse acteur Bruno Todeschini en de gereputeerde Française Emmanuelle Devos (ze kreeg voor haar vertolking in Unspoken de Prijs voor Beste Actrice op het 26ste Internationaal Filmfestival van Turijn). In Unspoken brengt Fien het verhaal van de verdwijning van een jong meisje en hoe dit ongeneeslijke littekens achterlaat bij haar ouders. Ze bleven achter zonder duidelijke redenen, zonder afscheid, zonder iets. De hoop om haar nog levend terug te zien is klein. Ooit zullen ze moeten leren aanvaarden dat de waarheid wazig is en misschien zal hun mutuele eenzaamheid en verdriet hen weer samenbrengen? Na enkele jaren zijn de ouders er min of meer in geslaagd om terug een pseudo-normaal leven op te bouwen, tot er een aantal toevallige gebeurtenissen voor opschudding zorgen.
Unspoken werd in wereldpremière vertoond op het Internationaal Filmfestival van Toronto en deed vervolgens festivals als San Sebastian, Turijn en Gent aan. In België brengt distributeur Cinéart met terechte trots Fiens beklemmend eigengereid en ademstokkend psycho-relationeel drama in de Belgische zalen uit. Naar aanleiding van deze release sloten wij ons samen met het nieuwe boegbeeld van de Vlaamse auteurscinema op in een suite van een charmehotel. Het resultaat…

Ofschoon je verklaart dat je niet wou voortborduren op Een Ander Zijn Geluk, vind ik toch dat je met Unspoken opnieuw een film aflevert over communicatiegebrek, akkoord?

Fien: dat kan ik niet ontkennen. Het klinkt misschien raar maar dat is geen bewuste keuze, ik stel alleen vast dat het een thema is dat me blijkbaar blijft intrigeren.

Is het intuïtief of eerder een conclusie na observatie van je umwelt?

Fien: een combinatie van de twee, denk ik. Ik ben enerzijds instinctief want als ik schrijf dan komt dat honderd procent uit de buik. Anderzijds beeld ik me vaak situaties in, maar die stroken dan niet met mijn concreet handelen. Een bizarre discrepantie die wordt gedomineerd door non-communicatie. Een voorbeeldje: toen ik tien jaar was, moest ik mijn ouders afhalen aan de luchthaven na hun verblijf van drie maand op de Filippijnen. In mijn verbeelding crosste ik richting mijn ouders, omhelsde hen stevig en maakte ze verbaal duidelijk hoe veel ik wel van ze hou. Kortom, een scène zoals je die vaak te zien krijgt in films. Toen we oog in oog stonden, zei ik gewoon: dag Ludo, meer niet. Een grote ontgoocheling want dat was absoluut niet de reactie die ik wou uiten. Dat voorval was mijn eerste besef dat er bij mij een groot verschil is tussen wat ik echt voel en wat ik daadwerkelijk toon. Geloof me, dat is bijzonder lastig en vervelend, maar ik zie dat ook heel vaak rondom mij gebeuren. Wellicht aardt daar mijn obsessie voor non-communicatie.

Je bent 30 jaar, professioneel heb je de wind in de zeilen en op de koop toe ben je net moeder geworden, waarom lever je dan zo’n verdomd sombere film af?

Fien: ja, dat is inderdaad vreemd. Dat moet heel sterk aanwezig zijn in mezelf want eigenlijk ben ik van nature een zeer positief ingesteld iemand. Ik wil eerlijk bekennen dat ik zwanger was toen ik Unspoken heb gedraaid. Ondertussen ben ik mama en weet ik niet of ik de pijn van een moeder die een kind verliest, nog op dezelfde manier naar het grote scherm zou kunnen of willen vertalen. Tijdens het schrijven van het scenario voel ik bijna reëel de pijn die mijn hoofdpersonage ondergaat. Ik ben super gevoelig. Als er ergens een hond jankt, voel ik heel intens de pijn van dat lijdende beest. Sinds ik een kindje heb, wordt alle leed van de wereld voor mij nog persoonlijker. Let op, vrolijke films staan niet direct op mijn programma, maar ik zie me nu niet meer in staat om cinematografisch nog iets te vertellen over zo’n hard en intiem thema.

Mag ik concluderen dat je met Unspoken en dankzij je moederschap, een periode uit je leven definitief afsluit?

Fien: ik denk het wel, maar dan heb ik het heel concreet over het thema: relaties tussen ouders en kinderen. Ik kan niet eeuwig blijven vertellen over ouders die een kind verliezen (lacht). Noodgedwongen zal ik thematisch andere paden moeten betreden, maar het melancholische en donkere zal vermoedelijk toch nooit verdwijnen uit mijn werk.

Fien Troch
FIEN TROCH (c) PETR NOVAK, WIKIPEDIA

Waarom maakt de Vlaamse Fien Troch nu plots een Franse film, en op de koop toe met een Engelse titel?

Fien: ik wou persé met Devos en Todeschini werken. Toen ze beide, tot mijn verbazing toehapten, was het een evidentie dat ik in het Frans zou draaien. Die twee acteurs spreken enkel Frans en ik kon hen toch niet dwingen om Nederlands te leren spreken (lacht). Frans is een mooie taal, maar op zich was dat geen artistieke keuze. Een film krijgt geen meerwaarde door een taal. De redenering dat je een trage, poëtische en mooie Chinese film maakt, als je acteurs Chinees praten, gaat dus niet op (lacht uitvoerig). Achter de titel zit geen marketingstunt. Toen de opnames van start gingen, hadden we geen titel. We kozen op dat moment voor de makkelijkheidsoplossing en noemden hem toepasselijk Unspoken. In de pers werd de werktitel quasi geponeerd als definitieve titel. Op een gegeven moment doopten we hem Non-Dit. Te hard en te moeilijk in de mond liggend. Raar maar waar: vooral de acteurs haalden hun neus op voor de Franse titel. Desondanks het chauvinisme van de Fransen, vonden ze de Engelse titel toch exotischer klinken. In sommige culturen is het overigens in om vreemde woorden te citeren. Uiteindelijk vond ik het wel aangewezen om de oorspronkelijke werktitel gewoon te behouden. Een Frans gesproken film, met een Vlaamse regisseuse en een Engelse titel, dat is een beetje moeilijk om moeilijk te doen. Maar, soit, de definitieve titel is dus Unspoken.

Je hebt het scenario toch in het Nederlands geschreven?

Fien; ja, pas als de acteurs hun medewerking bevestigden, heb ik het script vertaald samen met een vriendin, en na heel grondig onderzoek. De linguïstieke subtiliteiten moesten perfect worden vertaald, daar stond ik op.

Waarom heb je gekozen voor Emmanuelle Devos?

Fien: oh, zij is een goede actrice en ze heeft een gezicht waar je verliefd op kunt worden. Niet in de amoureuze betekenis van het woord, maar ze heeft een gelaat waar je van alles in ziet en dat zeker niet als vlak of super gaaf overkomt. Ze is geen klassieke schoonheid. Emmanuelle oogt mysterieus en precies dat had ik nodig. Ik zit trouwens op de huid van mijn acteurs en zoom in op hun blikken en de emotionele details. Als je haar bezig ziet, wil je prompt weten wat er zich allemaal in haar afspeelt. Dat is onwaarschijnlijk mooi en Emmanuelle straalt dat allemaal uit. Het is een charismatische vrouw. Beide acteurs schonken me vertrouwen en toonden respect. Ze hebben zich ten volle gegeven. Ze geloofden tenslotte honderd procent in het scenario.

De titel dekt de inhoud want hij slaat op het non-communicatieve. Dat brengt me bij de opmerking dat je film eigenlijk bol staat van de symboliek. Waarom?

Fien: je hebt gelijk, maar ik besef dat niet. Die symboliek sluipt gewoon mijn films binnen. Pas achteraf merk ik zelf ook wel dat er druk met symbolen wordt omgesprongen. Een voorbeeldje: de scheur in het plafond is een ‘uitweg’ voor Grace en fungeert als obsessionele ergotherapie ter compensatie van haar moeilijk te uiten en te verwerken verdriet. In een later stadium besef ik dan met mondjesmaat dat die scheur ook kan aanzien worden als de breuklijn tussen twee mensen. Het groeiproces begint zijn eigen leventje te leiden. Ik vind dat dus niet uit, laten we daarover vooral duidelijk zijn. Kortom, het is een amalgaan van allerlei bizarre heel vaak onbewuste- en af en toe bewuste-, én uit de buik gegroeide emoties.

Waarom gebruik je zo veel close-ups?

Fien: om dicht bij de gevoelens van de personages aan te leunen en om het claustrofobische van de situatie aan te kunnen tonen. Ik wil meegaan met de flow van de personages. Er wordt gefilmd vanuit een fait divers-perspectief. Wat ondergaan lijdende mensen tijdens een welbepaalde periode in hun leven. Dat is het primordiale vertrekpunt van Unspoken. Het is dan ook daarom dat ik me niet geroepen voel om sommige personages die langs de narratieve zijlijn passeren, diepgang- of background te geven.

Unspoken lijkt wel een variatie op Nicolas Roegs Don’t Look Now uit 1973, akkoord?

Fien: ja, en nee. Die film doet niet direct een belletje rinkelen maar er staat me wel iets van voor. Ik denk wel dat ik hem ken en hem ook ooit heb gezien. Als jij beweert dat er veel overeenkomst tussen de twee films bestaat, dan trek ik dat zeker niet in twijfel. Meer dan waarschijnlijk hangt die prent wel ergens in mijn hoofd. Eerlijk, bijna elke scène in Unspoken verwijst naar een film, een boek of een gebeurtenis. Precies die referentie geeft me een fantastisch gevoel.

Over iets helemaal anders. Je hebt op je linkerpols een tattoo die bestaat uit zes kleine, zwarte bolletjes. Waarom heb je die vorig jaar laten aanbrengen?

Fien: Cannes organiseert ieder jaar een Résidence. Ik werd geselecteerd. Je krijgt dan een beurs waarmee je in Parijs, samen met vijf andere jonge regisseurs, een half jaar in groep mag wonen en werken. Die ervaring was heel productief en overweldigend. Alle zes hebben we aan het eind als onuitwisbare herinnering, dezelfde tattoo laten aanbrengen. Die periode was zowel professioneel als persoonlijk ronduit fantastisch.

Wordt de nationale en internationale druk op Fien Troch niet te groot?

Fien: ja, de druk is enorm. Vervelend is dat die vaak tegen mij wordt gebruikt. Idioot is dat. Zelfs prijzen winnen werd op de duur zogenaamd iets negatief. Ik voel me bijvoorbeeld écht niet de nieuwe Bergman. Dat wordt over me gezegd en op zich is dat wel leuk. In het verleden zijn er echter al te veel ten onder gegaan aan overdreven lof. Pas op, die druk beïnvloed mijn schrijven niet en gelukkig ben ik nooit tevreden over mezelf. Ik relativeer ook makkelijk.

Heeft de prijzenregen voor je bepaalde deuren geopend?

Fien: prijzen leveren je een bepaalde backup op en dat is wel handig bij het aankaarten van nieuwe projecten. Het helpt, het maakt je sterker en je dossier wordt dikker, maar of ik daardoor één Euro meer heb gekregen, valt te betwijfelen. Inschatten kan je dit evenwel niet. Prijzen scherpen de romantiek en het eergevoel aan, maar leveren daarom effectief meestal niets meer op. Een Gouden Palm opent misschien wel andere deuren, maar daarover kan ik niet meepraten (lacht uitbundig).

Geboren worden als de dochter van Belgische oppermonteur Ludo Troch, maakt de druk wellicht niet minder?

Fien: laat mij het kort houden; op school was het simpel: als het goed was, was dat omdat ik de dochter ben van Ludo. Als het niet goed was, vond men dat heel raar want ik ben tenslotte toch de dochter van Ludo. Het was dus nooit goed. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik er gekomen ben dankzij mijn vader, al was de steun van mijn ouders ontzettend. Ik ben er geraakt door mijn eigen mogelijkheden en inzet. Ik heb vaak niet evidente keuzes gemaakt. Ik kon dik mijn boterham verdienen in de reclamewereld. Maar, ik wou doorbreken in de film en heb daarvoor tijdelijk geleefd van een karige werkloosheidsuitkering.

Is de boutade dat je op achtjarige leeftijd aan de montagetafel van je vader, hebt beslist dat je regisseur zou worden? Is dat een waarheid of een lekker meegenomen publicitaire carrièreboost?

Fien: lang wist ik niet wat ik wilde doen. Aanvankelijk wou ik voor de camera staan, niet erachter. Tijdens mijn laatste jaar in Sint-Lukas wist ik met zekerheid dat ik langspeelfilms wou regisseren. Ik ben geboren in het filmmilieu. Ik zag mijn vader dagelijks aan het werk en regelmatig kwamen er acteurs en andere mensen uit de filmwereld bij ons thuis langs. Ik heb gelukkig de kans gekregen om de filmwereld te gronde te ontdekken.

Geloof je dat de opvoeding en het milieu determinerend zijn? Toch wel een belangrijke vraag voor een jonge moeder…

Fien: ik geloof dat er een basis is. Vervolgens bepaalt het individu zelf wat hij uiteindelijk wordt. Ik zal zeker niet ontkennen dat je die basis toch meepakt voor de rest van je leven.

Je zoontje heet Joaquin Townes, is zijn naam een referentie naar Joaquin Phoenix?

Fien: (een tikkeltje onwennig) het is echt onvoorstelbaar hoeveel journalisten me deze vraag al hebben gesteld. Voor alle duidelijkheid: nee, het is geen verwijzing naar de Amerikaanse acteur. Een vriend uit Argentinië tipte me Joaquin als voornaam en ik vond die wel leuk klinken. Townes is wel degelijk een referentie naar wijlen Townes Van Zandt, de folksinger-songwriter en dichter uit Texas, van wie ik een grote fan ben.

Tot slot. Nieuwe projecten op stapel staan?

Fien: ik ben bezig aan een nieuw scenario. Ik kan er nog niet veel over zeggen, maar wil wel meegeven dat het niet gaat over ouders en hun kinderen (lacht). Maar, wel over kinderen, of wat had je anders gedacht!

Related posts