De hyperkinetische en excessief gesticulerende polygraaf Woody Allen is in Anything Else in de hoedanigheid van frêle schlemielmarionet, alweer van scène naar scène terwijl hij zijn intellectuele en maatschappijcynische vocabulaire in de mond legt van de schare acteurs die zich gevleid voelen omdat ze de joodse egotist mogen omringen.
In deze cerebrale liefdeshistorie draait alles rond Jerry Falk, een beloftevol komedieauteur en zijn vriendin Amanda. Het uitgelezen atypische jonge stel past perfect in het psychotische universum van zielenpoot Allen. De onzekere Jerry lijdt aan chronisch assertiviteitsgebrek, strijkt wekelijks neer op de sofa van een amorfe psychoanalyticus en breekt professioneel niet door omdat zijn middelbare manager gebukt gaat onder een kledijfobie en een te sterke moederbinding. Maar wanneer Jerry op een dag Amanda tegen het lijf loopt, slaan zijn oermannelijke driften op hol. Enkele stomende vrijpartijen in loense hotelkamers later, hokken de 2 neuroten samen.
Wanneer blijkt dat Amanda een narcistisch, manipulatief en verwend wicht is, kruipt Jerry in de obsessieve rol van gedweeë huissloof, begrijpende vaderfiguur en enthousiaste minnaar. Niets kan grillige Amanda plezieren, integendeel want ze stoot Jerry af, rookt als een Turk, schrokt als een nijlpaard, weigert te werken, laat haar aan drugsverslaafde moeder inwonen en duikt niet zo stiekem met anderen in bed. Jerry schiet Amanda niet overhoop dankzij zijn mentor Dobel (Allen), een overjarige en paranoïde anarchist, wereldbeschouwelijke professor en collega mislukt auteur.
Anything Else is een typische en dus in regel pessimistische Allen-komedie waar de povere liefdeshistorie louter als excuus fungeert om opnieuw cynisch en vooral intellectualistisch, van leer te kunnen trekken tegen de gekende onderwerpen. De tijd dat zelfs zijn flops nog meesterwerken waren, is echter voorbij want alles aan deze nieuwe komedie is pure recyclage. Het plot is beschamend mager, de personages en de situaties zijn déjà vu, de maatschappelijke kattebelletjes zijn banaal en de gags zijn slecht getimed. De techniek – de protagonist wendt zich directief tot het publiek – is niet meer van deze tijd en ofschoon Woody Allen een goed jazzmuzikant is, mist deze vingeroefening ritme. Gelukkig duiden heel wat oneliners erop dat Allen hier nog niet is uitgeblust en is de casting van trendy grapjas Jason Biggs en de kikkerachtige Christina Ricci, uitstekend. Zij incarneren overtuigend de afwijkende hersenspinsels van een verbale Einstein op zijn retour.
Genre: komedie
Jaar: 2003
Regisseur: Woody Allen
Cast: Woody Allen, Jason Biggs, Christina Ricci, Danny De Vito, Stockard Channing, Jimmy Fallon
Land: USA
Speelduur: 108 minuten