Tekst: Cis Bierinckx
Hoe stenen en flora kunnen zorgen voor boeiende filmmomenten lieten Victor Kossakovsky’s Architecton en 7 promenades avec Mark Brown van Vincent Barré en Pierre Creton zien. Kossakovsky, die meermaals te gast was bij het originele VIEWPOINT festival, maakte naam met films waarin hij schaduwzijden van de Russische maatschappij ontsluierde zoals in Belovy (1992) en Sreda (1997). Meest in het geheugen liggend is Gunda (2020) waarin hij op een ongeziene wijze een varken vereeuwigde. In Architecton ontpopt hij zich als een dirigent van beelden en wordt hierbij auditief voortreffelijk bijgestaan door componist Evgueni Galperine. Zijn nieuwste filmwerk is een grootse en oogverblindende symfonie over steen en beton. Door oorlogsgeweld aan flarden geschoten huizen, historische ruïnes, steengroeves, door aardbeving getroffen dorpjes, explosies van steenwanden en -lawines volgen elkaar op in wel gecomponeerde kleuren, soms abstracte en extreem contrastrijke zwart wit beelden. Het is alsof hij bijwijlen leven blaast in dode materie. De ietwat aparte Italiaanse architect Michele De Lucchi, die in zijn tuin een ‘magische cirkel’ laat aanleggen, vormt het leidmotief binnen deze visueel hypnotisch beschouwing over constructie en destructie. Naar het verband tussen Kossakovsky’s spectaculaire beelden is het lichtjes gissen, maar de samenhang zorgt hoe dan ook voor een onbegrensde magische kijkervaring. En, na deze film kijk je onbetwist op een andere wijze naar een steen.
Net als stenen dragen bloemen en planten insgelijks een lange geschiedenis met zich mee. Dit wordt zeker klaar wanneer paleobotanist Mark Brown je gidst. Filmmakers Vincent Barré en Pierre Creton laten zich door hem leiden op 7 verschillende Franse oorden. Het digitale eerste gedeelte, Tournage, is een soort making-off die Creton en route vastlegt. Hierin ziet men hoe een cameraman met preciesheid zijn 16mm camera op planten en bloemen focust en het licht meet om ze optimaal op pellicule vast te leggen, terwijl een assistente aantekeningen maakt en Barré verschillende begroeiingen in een schetsboek uittekent. In Herbarium, het tweede deel van de film, worden hun natuurtochten herhaalt op basis van de gefilmde analoge beelden, waaraan Brown op haast dichterlijke wijze de bloemen benoemd en hier en daar geringe commentaar toevoegt. Zijn conclusie is dat de close-up shots van de 16mm camera “de ziel van de bloemen beter vangen dan foto’s”. Zo draait 7 prommenades avec Mark Brown uit op een rustige en ingetogen terug naar de natuur-achtige film waarin men doorheen een mix van wetenschap en poëzie, digitale en analoge filmbeelden, een man leert kennen die zowel een wonderlijke passie als een gek levensproject koestert: het ontwikkelen van een primair woud op zijn eigen landgoed in Normandië. Een film die mogelijk op het festivalprogramma van het Gentse Courtisane terug te vinden zal zijn.
Stenen vormen eveneens in Apple Cider Vinegar van Sofie Benoot het onderwerp. Nierstenen en de mineralen die hierin werden teruggevonden zetten haar op weg naar verschillende oorden waar ze personages ontmoet, die allen op hun eigen wijze een directe link hebben met haar onderwerp. Deze verschillende invalshoeken en de fascinatie voor webcam natuurbeelden van haar off-screen verteller, ex-commentatrice van een gevierde wildlife televisiereeks, slepen je mee in een aanlokkende en wonderlijk onderhoudende filmreis.
De Schotse natuur en het landschap vormen evenzo een wezenlijke rol in Harvest. Voormalige Lanthimos-medewerkster Athina Rachel Tsangari liet zich reeds opmerken met bizarre, radicale films als Attenberg (2010) en Chevalier (2015). Helaas haalt haar duik in de tijd niet het niveau van bovenvermelde films. In Harvest voert ze de kijker mee naar een onbepaald middeleeuws Schots dorpje waarin een kleine, semi-harmonisch levende gemeenschap moet wijken voor vooruitgang en profijt. Een samenwerkende boerensamenleving wordt overzien door de vreedzame meester Kent. De ietwat aparte en merendeel gesloten Walter Thirsk, die een band heeft met zijn heer, is geleerd, maar maakte uit liefde voor een vrouw de keuze om zich bij de boerengemeenschap aan te sluiten. Bij een brand redt hij nog wel het paard van zijn meester, maar nadien kijkt hij alle onheil en onrecht die de kleine gemeenschap aantast met lede ogen aan en verzinkt in zwijgzaamheid. Typische Kodak ektachrome kleurnuances zorgen voor een opvallende vintage fotografie, maar helaas stokt het ritme overheen de film en komen de personages nogal houterig, ietwat te theatraal, over om geboeid te blijven. In het bizarre en in de verbeelding van traditie en oeroude rituelen voelt Tsagari zich duidelijk meer in haar sas. Spijtig genoeg komt Harvest nooit echt tot leven en slaat naar het einde toe de bal totaal mis.
Net als Antonioni in zijn legendarische mijlpaal Zabriski Point (1970) neemt de Italiaans-Amerikaanse regisseur Roberto Minervini op indringende wijze een bepaald facet uit het Amerikaans verleden onder de loep. Voor The Damned grijpt hij terug naar de Amerikaanse burgeroorlog van 1862. Een gemengde groep Union vrijwilligers (Noorderlingen) krijgt de opdracht om het grensgebied te verkennen. Dit voert hen doorheen het weidse landschap van Montana. De onzin van hun missie wordt scherpzinnig vertaalt door Minervini’s aanpak die eerder stil observerend dan puur verhalend is. Buiten een aanval van de steeds onzichtbare tegenstander gebeurt er weinig en bouwt de film zich rond kijken en wachten. De strikte ingetogen regie en het creatief camerawerk met talrijke close-ups en een vernuftig spel met scherp en onscherp accentueren mee de angst en onzekerheid die bij de personages opborrelen. De dialogen zijn schaars, maar hoe dan ook zijn de intieme gesprekken over God, het gebod ‘jij zult niet doden’, land, natie, de zin en onzin van hun onderneming en de motieven waarom ze dienen existentieel en van alle tijden. Minervini neemt je als getuige mee op een grillige, uitzinnige tocht die sensatieloos, nuchter en kernachtig de absurditeit van oorlog toen (en nu) ontrafelt.
Hoewel de drie vrouwelijke personage in Cannes-winnaar All We Imagine as Light met persoonlijke problemen kampen, eindigt de film bij een persoonlijk en hoopgevende bevrijding. Na haar in het oog springende A Night of Knowing Nothing (2012) stavent Payal Kapadia in deze film haar inventief talent met een zeer persoonlijke esthetische en narratieve aanpak. All We Imagine as Light staat dwars tegenover de actie, drama, romance en dynamische musicals die de Bollywood-machine realiseert. Het kernpunt van haar film ligt bij het alledaagse leven van de drie protagonisten die ieder op zich in het krioelnest Mubai op zoek zijn naar geluk. Prabhas, wiens man in Duitsland leeft, Parvaty die uit haar woonst moet en Hindu, de jongste die als Hindoe in het geheim een Moslim liefheeft, vinden elkaar bij toeval. Kapadai bouwt haar verhaal met zorg trapsgewijs, ongehaast en met veel sympathie voor haar hoofdpersonages op. Stap per stap ontrafelt ze de besognes van de drie vrouwen en hoe ze samen komen. De stad wordt in de loop van de film geruild voor het platteland waar het drietal tot een persoonlijke en hoopvolle verzoening met zichzelf komen. Kapadia’s film drukt warmhartig en amicaal vrouwelijke solidariteit uit als een rebellie tegen tradities en patriarchaat. All We Imagine as Light is geen regelrechte aanklacht maar eerder een film die sterke humaniteit en tot een noodwendige verandering oproept. Dit samen met de fantastische vertolking en frisse cinematografische aanpak maken van deze film een pareltje dat tot de beste films van dit filmjaar hoort.
Hoewel er geen officiële competitie verbonden is aan het festival deelde de stad Wenen een ‘Spezialpreis’ uit aan Ruth Beckermann’s formidabele documentaire Favoriten en de met 10.000 euro begiftigde “Wiener Filmpreis” aan Mo Harawe’s opmerkelijk filmdebuut The Village Next to Paradise. De Fipresci jury was daarnaast meest onder de indruk van de Matthew Rankin’s Une Langue Universelle, een ware, licht vervreemdende ode aan de vroege Kiarostami/Iraanse films. Drie films die ook in Gent op het programma stonden.
Voor de eigenaardigheid tijdens VIENNALE zorgde de gedreven Roemeense cineast Radu Jude met een korte, prachtige en krachtige trailer en daarnaast met de desktopfilm Sleep #2 waarin hij doorheen de vier seizoen welgekozen webcamshots van Andy Warhol’s graf filterde tot een bezienswaardige film van 60 minuten die een geërde ode is aan de het DIY-idee van het popart-icoon. Bij interesse kan je 24/7 zelf inpluggen op diens graf via de link https://www.earthcam.com/usa/pennsylvania/pittsburgh/warhol/ .