Subscribe Now
Trending News

Blog Post

DOGMA 95 is 30 jaar
FESTEN (c) September Film
Artikel

DOGMA 95 is 30 jaar 

Het zal je zeker opvallen dat het chef-d’oeuvre Festen, ondertussen bijna dertig jaar oud, van de Deense regisseur Thomas Vinterberg met topacteurs als Ulrich Thomsen, Thomas Bo Larsen en Trine Dyrholm in tal van bioscopen in Vlaanderen ‘op tour’ is en nu opnieuw op de programmaties pronkt van een reeks art-bioscopen. De reden daarvoor is dat DOGMA 95 dit jaar precies dertig jaar geleden werd opgericht. Uiteraard een reden om een van de uithangborden van dit toen vernieuwend filmmanifest, te (her)ontdekken. Doch eerst even een rewind naar DOGMA 95. Wat was toen de bedoeling van dit statement? Wie waren de stichters? En wat blijft er na dertig jaar eigenlijk nog over van deze genrestrekking?

DOGMA 95 of ook wel DOGME 95 genoemd, was een filmbeweging die dus is opgericht in 1995 door de Deense filmmakers Lars von Trier, Thomas Vinterberg, Kristian Levring en Søren Kragh-Jacobsen. Samen schreven ze ‘DOGMA 95-manifest’ en de ‘Gelofte van Kuisheid’ waarin ze pleitten voor een terugkeer naar puur filmmaken, zonder kunstmatige ingrepen zoals speciale effecten, overdreven muziek, of decorbouw.

De eerste Dogma-films kregen een volgnummer en werden ‘Dogme #1’, ‘Dogme #2’, enz, genoemd. Dogme #1: Festen van Thomas Vinterberg was de allereerste en bekendste Dogma-film en handelt over een familiebijeenkomst die grof uit de hand loopt. Dogme #2: Idioterne eveneens uit 1998 van de controversiële filmmaker Lars von Trier, was een toen onthutsende prent over een groep mensen die doet alsof ze mentaal gehandicapt zijn als sociaal experiment. Dogme #3: Mifune’s sidste sang (Mifune’s Last Song) uit 1999 van de hand van Søren Kragh-Jacobsen, focust zich op een raar samengesteld gezin dat er een apart leventje op nahoudt op een afgelegen boerderij. In Dogme #4: The King is Alive (2000) van Kristian Levring, staat dan weer een groep gestrande toeristen in de woestijn dat een toneelstuk van Shakespeare opvoert, centraal.

In maart 1995, op het toneel van het Odeon-theater in Parijs om precies te zijn, maakte een nerveuze Lars von Trier wereldkundig wat in cinefiele kringen zou uitgroeien tot een van de meest radicale artistieke manifesten van de moderne filmgeschiedenis: DOGMA 95. Samen met zijn landgenoot Thomas Vinterberg en nog enkele collega’s, had hij een beweging in het leven geroepen die de heersende cinema wilde zuiveren van technische opsmuk en commerciële formules. Vinterberg pakte als eerste van het kwartet enkele jaren later uit met de met de eerste officiële Dogme-film Festen. Dertig jaar later en in het kader van de re-release van Festen, is het tijd om de balans op te maken van wat was de impact was van DOGMA 95 en hoe het de wereldcinema heeft beïnvloed en om uiteraard de vraag te stellen of de geest van het manifest vandaag nog voortleeft?

LARS VON TRIER (c) IMDB Pro
LARS VON TRIER (c) IMDB Pro

DOGMA 95 werd geboren uit frustratie over de steeds bombastischer wordende Hollywoodfilms van de jaren 90. CGI, glamour, sterrencultus en stilistische virtuositeit hadden volgens de initiatiefnemers de kern van cinema in een hoek gedrongen en zeker voor wat de relatie tussen personage, situatie en emotie, betrof. De oplossing volgens de vier vernieuwers: een rigide ‘Gelofte van Kuisheid’ waarin de filmmakers tien strikte regels moesten volgen om een officiële Dogme-film te kunnen of mogen maken.

De regels verboden onder andere kunstlicht, muziek die niet op de set aanwezig was, visuele effecten, genrefilms en zelfs regie-credit (om het auteurschap te decentraliseren). Het resultaat moest een ‘waarachtige film zijn, rauw en puur, gedraaid met draagbare camera, met een focus op verhaal, dialoog en acteerprestatie.

De eerste twee officiële Dogme-films zetten meteen de toon. Vinterbergs Festen (1998), een schrijnend familiedrama, won de Juryprijs in Cannes en een European Film Award, liet zien dat de esthetiek van Dogma niet gelijkstond aan amateurisme, maar aan dramatische intensiteit. Von Triers Idioterne (1998) was provocatie pur sang en testte meteen de grenzen van de beweging af met zijn opzettelijk chaotische stijl en expliciete scènes.

De daaropvolgende jaren volgden Dogme-films uit onder meer Frankrijk, Italië, de VS, Nederland en zelfs Zuid-Korea. Filmmakers als Harmony Korine, Susanne Bier en Jean-Marc Barr sloten zich aan. Tot 2005 werden er officieel vijfendertig Dogma-films gecertificeerd, elk met een serienummer.

THE IDIOTS (c) The Movie Database (TMDB)
THE IDIOTS (c) The Movie Database (TMDB)

Hoewel de DOGMA-beweging officieel in 2005 werd opgeheven, is haar invloed nog altijd voelbaar. Het meest zichtbaar is dat in de opkomst van realistische esthetiek binnen de wereldcinema. Denk aan de handcamera-stijl van Paul Greengrass (United 93), de rauwheid van de Dardennes (Rosetta) of het naturalisme in de Roemeense New Wave (4 Months, 3 Weeks and 2 Days).

Ook het Amerikaanse onafhankelijke circuit liet zich inspireren. Filmmakers als Noah Baumbach, Sean Baker en zelfs de vroege werkperiode van Greta Gerwig, ademen een soort Dogma-minimalisme uit. Digitale camera’s en guerrilla-filmmethoden zijn mainstream geworden, met Paranormal Activity (Oren Peli) en Tangerine (Sean Baker) als extreme voorbeelden.

Daarnaast leeft de geest van DOGMA voort in het vertrouwen in acteerwerk, de voorkeur voor locatie-opnames en het schrappen van overbodige visuele ballast, iets wat vandaag ook streaming-series beïnvloedt die inzetten op intimiteit en karakterdiepte.

THOMAS VINTERBERG (c) Magnus Fröderberg/norden.org - CC BY 2.5 dk
THOMAS VINTERBERG (c) Magnus Fröderberg/norden.org – CC BY 2.5 dk

Toch bleef DOGMA 95 niet onomstreden. Critici wezen op de contradicties van het manifest: Von Trier gebruikte bijvoorbeeld zelf niet-alledaagse muziek in Idioterne en de montage van sommige films overtrad de regels flagrant. De ‘Gelofte van Kuisheid’ bleek vaak meer een symbolische daad dan een absolute richtlijn. Anderen zagen DOGMA als een elitaire pose, moeilijk te vertalen buiten de context van het gesubsidieerde Europese arthouse-circuit. Pogingen om DOGMA toe te passen in landen met andere productiemodellen (zoals de VS of India) liepen vaak stuk op logistieke of culturele barrières.

Wat DOGMA 95 vooral heeft nagelaten, is geen dogmatische methode, maar een denkwijze: de cinema moet terug naar de essentie. De beweging heeft filmmakers leren nadenken over waarom ze een bepaald stijlmiddel gebruiken, niet zomaar dat ze het gebruiken. Het heeft ook bijgedragen aan de democratisering van de filmproductie. Met minimale middelen — een camera, een ruimte, een idee — is het mogelijk betekenisvolle cinema te maken. In tijden van digitale overdaad en AI-gegenereerde beelden klinkt de echo van DOGMA 95 actueler dan ooit. En DOGMA was in feite nooit bedoeld om eeuwig te blijven bestaan. Zoals Vinterberg ooit zei: “DOGMA was een gereedschap om vrijheid te creëren door beperking. We hadden het nodig. Nu niet meer.”

Dertig jaar na zijn ontstaan mogen we concluderen dat DOGMA 95 geen actieve beweging meer is, maar wel een blijvende schokgolf in de filmgeschiedenis. Het heeft generaties filmmakers geïnspireerd om los te breken uit commerciële conventies en op zoek te gaan naar de waarheid van het beeld. De ‘Gelofte van Kuisheid’ mag dan zijn afgelegd, de roep om authenticiteit — in een steeds artificiëlere wereld — is springlevend.

Related posts