In 1982 werd Samuel Maoz als jonge, pas opgeleide Israëlische soldaat ingezet bij de oorlog in Libanon. Het blijkt een traumatische heel zware ervaring, met vele jaren van agressieve woede-uitbarstingen en lange depressies tot gevolg. Pas 25 jaar later slaagt hij erin om zijn eigen verhaal om te zetten in een universeel filmverhaal met als titel Lebanon. Het is een heel persoonlijk innerlijk betoog en een haast claustrofobische belevenis.
Bijna heel de film speelt zich af in het beklemmende binnenste van een tank. Heet, roestig en rammelend, ronkend en bonkend. De bemanning van vier is onervaren, bang en geen van hen heeft ooit iets met geweld te maken gehad. Ze dwalen af van de hoofdmacht, lopen vast in de buitenwijk van een kleine vijandige stad. Ze zijn op onbekend, gevaarlijk terrein. Angstzweet druipt bijna letterlijk van het filmdoek. Wanhopig proberen ze zichzelf niet te verliezen in de chaos van de zinloze oorlog. Een sterk verhaal, aangestaard door stoïcijnse camera’s. Samuel Maoz, ook wel bekend als Shmuel of Shmulik Moaz, heeft een opleiding van cameraman gevolgd aan de Academy of Art Beit Tzvi in Tel Aviv.
Na zijn afstuderen verzorgde hij art direction voor verschillende films en televisieproducties en heeft hij documentaires geregisseerd voor ARTE, waaronder Total Eclipse (2000) met o.a. Yevgenya Dodina. In 2007 begon Maoz met de voorbereidingen van Lebanon, zijn eerste langspeelfilm. Met dit bangelijke, universele filmische relaas won Samuel Maoz vorig jaar de Gouden Leeuw in Venetië.

Wij ontmoeten Maoz tijdens het Internationaal Filmfestival Rotterdam in de namiddag voor de avant-première van Lebanon.
Voor ons zit een zwaargehavende man die verschrikkelijk zenuwachtig is. Ondanks het feit dat hij zijn pijnlijke ervaringen heeft omgezet in pakkende filmbeelden, zit hij nog steeds opgesloten in zichzelf. Zijn schuldgevoelens knagen aan zijn geweten en het verleden blijft hem parten spelen. Hij is aangeslagen en probeert krampachtig en heel emotioneel de juiste woorden te vinden die onze vragen moeten verduidelijken. Maoz sleurde ons bijna letterlijk terug mee naar de bloedige frontlinie in de Libanese oorlog. “Het idee dat je tijdens een nutteloze oorlog als jonge kerel afwegingen kunt maken, is absurd. Als je na lang aarzelen uiteindelijk toch besluit een moreel juiste handeling te stellen, eindig je bijna met zekerheid dood”, aldus de aandoenlijke bemerking van een ex-tankboordschutter die momenteel wordt beschouwd als het cinematografische uithangbord van de Israëlische new cinema.
De film opent met een chaotische scène waarin het onbedreven en groene kwartet soldaten reddeloos een banaanplantage inrijdt. Een beeld dat je meteen bij het nekvel pakt en de absurditeit van de situatie illustreert. “De openingssequentie is bijna letterlijk de weergave van de realiteit zoals ik ze toen heb beleefd en ervaren. Het is een simpel voorbeeld om trefzeker het basisconflict waarrond alles draait te illustreren. Als je vuurt, ben je een moordenaar, als je niet schiet ben je dat eigenlijk ook”, poneert Maoz amechtig. “Je kijkt door het vizier van je tankgeweer en je ziet een auto op je afkomen.
Wat zich op dat moment in je hoofd afspeelt is pure waanzin. Is het een vijand of een hardwerkende brave boer. Je wordt onder druk gezet. Wat je een eeuwigheid lijkt, blijkt in werkelijkheid maar enkele fracties van een seconde te bestrijken. Je aarzelt. Daardoor komt een van je medesoldaten om. Je slaat in paniek en je vuurt toch. Kippen vliegen in het ronde, een bloedende man kruipt uit zijn krakkemikkige auto en ja, het is blijkbaar een keuterboertje die toevallig in de vuurlinie is terechtgekomen. Frustraties die je nooit meer verwerkt, zelfs niet als je er 25 lange jaren over piekert en beslist om die paranoïde gevoelens om te zetten in beelden en ze te delen met de ganse wereld” (zucht).
Op de vraag wat hij nu precies wil overbrengen in Lebanon, antwoordt Maoz: “ Die verwarrende en heel diepe ervaringen die ergens zwalpen tussen hyperrealiteit en surrealisme, zeg maar de kwellende gewetensreis die ik heb doorgemaakt, wil ik stringent overbrengen op anderen. Of ik daar in geslaagd ben, weet ik niet. Ik heb geen compromissen gemaakt, maar gefilmd alsof ik alles opnieuw doormaakte. Het was een afmattende belevenis.” Een van de sterke punten van deze psychische gruwelprent is het feit dat de cineast geen cinematografische oorlog op het publiek loslaat, maar de harde, naakte feiten onder je neus wrijft. “Heroïek, good of bad guys en glamour is niet aan mij besteed. Ik toon de fysieke gruwel en de psychische doorstane martelingen, waarschijnlijk om mezelf te vergeven van mijn gruweldaden.”

De vraag rijst natuurlijk hoe hij jonge acteurs zo ver heeft kunnen krijgen dat ze een traumatische ervaring geloofwaardig overbrengen naar een groot publiek. “Ik heb mijn jonge cast de situatie laten beleven om ze het beter te laten aanvoelen. Ik heb hen urenlang opgesloten in een kleine, donkere, stinkende en vooral verstikkend hete container. Naar mate dat ze langer in de container zaten, begon ik met een ijzeren staaf tegen de wanden te bonken en simuleerde ik daarenboven een helse oorlog door allerlei geluiden. Ik hield hen opgesloten tot ze bijna gek werden en ze koste wat het kost uit de tank wilden beuken.
Ze hebben niet écht meegemaakt wat ik aan den lijve heb ondervonden, maar geloof me, ze waren flink aangeslagen. Ze hebben wezenlijke beproevingen ondergaan die de werkelijkheid dicht benaderde. Ze moesten mijn emotionele wonden en afgeslachte ziel aanvoelen. Ik denk dat het me wel is gelukt”, (lacht verkrampt). “Ik hoop dat de mensen die de film zullen zien, worstelen met de gewetensvraag wat ze zelf, maar dan in mijn plaats, zouden hebben gedaan.
Vuren of niet vuren? Een pijnlijk dilemma. Je kunt doden omdat je moet, maar ik zweer je vergeten doe je dat nooit.” Of een Gouden Leeuw een andere twist geeft aan je leven, is voor Maoz een ‘veilige’ vraag. Hij wordt meer ontspannen en zegt dat hij de laatste maanden bijzonder druk in de weer is geweest. Hij reist de wereld rond met zijn film en noemt het een boeiende en vooral leerrijke ervaring. Hij heeft alvast enkele nuchtere conclusies getrokken: “Overal waar je komt ter wereld, ofschoon de sterke contrasten op het vlak van cultuur en religie, kijk je tegen dezelfde eenheidsworst aan. Iedereen loopt zenuwachtig rond en is alleen begaan met zijn gsm. Op iedere straathoek zijn er identieke McDonalds- of Kentucky Fried Chicken-ketens te vinden. Internet of noem het de digitale revolutie is ingeburgerd en domineert de humaniteit op alle vlakken. Een trieste vaststelling.”
Zelfs Hollywood, het summum van oppervlakkigheid, heeft plots interesse in zijn filmwerk. Het regent aanbiedingen want Maoz zou wel eens het nieuwe goudhaantje kunnen zijn. “Ik blijf met beide voeten op de grond. Ik ga niet galopperen of participeren aan het commerciële circus. In Tinseltown hebben de producers de final cut, dat is een regelrechte nachtmerrie voor me. Ik hou het voorlopig kleinschalig en denk erover na om rustig een komedie, een zwarte komedie natuurlijk, op het getouw te zetten.” (lacht).