De grote William Friedkin, de maker van The French Connection, The Exorcist, Sorcerer, To Live and Die in L.A., Rules of Engagement, Bug en Killer Joe is naar de eeuwige regisseursvelden. Ik (Chris Craps-nvdr) heb het geluk gehad dat ik hem een vijftal keer heb mogen interviewen (een keer anderhalf uur lang) en ik was altijd gefascineerd door zijn oprechtheid, lef, intelligentie, gedrevenheid, (toch ook) arrogantie, tegenstrijdigheden en praatlustigheid. Hij heeft in zijn leven één echte draak gemaakt (The Guardian), maar de rest van zijn oeuvre mag door iedere cinefiel gezien worden. Zelfs in zijn mindere films (The Brink’s Job, Deal of the Century, Rampage) zitten nog altijd briljante scènes. Wat volgt, is een synthese van die vijf interviews. Bereidt u voor op een lange leespartij.
William Friedkin: Stel me goede en provocerende vragen en hou me wakker!
Chris Craps : Ik zal mijn uiterste best doen. U maakt heel andere films dan doorgaans in Amerika worden gemaakt. Waarom eigenlijk? Bent u een dwarsligger?
William Friedkin: (lacht) De hedendaagse Amerikaanse cinema is geobsedeerd door comics en videogames. In de VS is men absoluut niet geïnteresseerd in mensen. In Amerikaanse films redden vliegende onnozelaars met een letter op de borst de wereld. Ik weet echt niet wat daar zo waarachtig of echt aan is. Wat die films wel bieden, is een ontsnapping , maar daar ben ik dan weer niet in geïnteresseerd.
Chris: Ik veronderstel dat u wel geïnteresseerd bent in rationele en irrationele angstaanjagende situaties. Denkt u dat het nú moeilijker is om publiek angst aan te jagen dan in de vroege jaren 70?
William Friedkin: Het interesseert mij hoegenaamd niet om het publiek bang te maken aan. Ik hou zelfs niet van films die alleen maar dát doel voor ogen hebben. The Exorcist – want daar heb je ’t waarschijnlijk over – heb ik altijd gezien als een film over het mysterie van het geloof. Dat is een erg diepgaand en verontrustend onderwerp dat heel wat ophef heeft veroorzaakt. Maar wij wilden het publiek niet zozeer bang maken. The Exorcist is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, en alle details hebben we uit een artikel van drie pagina’s gehaald dat in 1949 in The Washington Post is verschenen. De Amerikaanse Katholieke Kerk beschouwt dit incident als één van de drie authentieke gevallen van demonische bezetenheid in de VS sinds 1900.
Chris: Denkt u nog vaak terug aan die film?
William Friedkin: Absoluut. Het blijft één van mijn favoriete films. Het is een film die er uitzonderlijk goed uitziet. Al zeg ik het zelf. (lacht) Het was trouwens de bedoeling om de film een bijzondere look mee te geven. Er zijn slechts weinig films, of ze nu van iemand anders of van mij zijn, die daarin slagen. Ook de reacties op de film blijven me nog steeds bezighouden. Er vertelde ooit iemand dat het verhaal eigenlijk over twee homoseksuele priesters handelde die om hun liefde te kunnen consumeren het vrouwelijke – het bezeten meisje dus – moeten vernietigen. Ik lag op de grond van het lachen. Ik had het nooit zo bekeken, maar het klopt wel. Ach, iedereen plukt uit The Exorcist wat hij zelf wil. Dat maakt de film juist zo boeiend. Het religieuze aspect heeft me destijds nooit echt bezig gehouden. Ik zag het boek van Billy (William Peter Blatty) in eerste instantie als een ongewoon sterk en spannend verhaal met mooie getekende personages. Ik wilde geen komma veranderen.
Chris: The Exorcist is de favoriete film van Wes Craven. Hij zei dat er veel moed voor nodig is om zo’n film te maken. Voelt u zich een moedig man?
William Friedkin: (schatert het uit) Niet echt. Het is prachtig van Wes om zoiets te zeggen. Maar ik volg alleen de thema’s en de onderwerpen waarin ik zelf geloof en belang aan hecht. Ik weet niet hoe ik anders films zou maken. Ik kan geen film draaien over een onderwerp dat geen perspectief op het leven biedt. Films die vertellen dat het leven alleen maar plezier is of die het leven voorstellen als een komedie zijn niets voor mij. Toch zijn er grote cineasten die enkel en alleen dat gedaan hebben. Denk maar aan Jacques Tati of Charles Chaplin. Zou ik niet kunnen. Maar binnen hun komisch universum vind je toch kwetsbaarheid en menselijke pathos.
Chris: Wat vindt u van commerciële horrorfilmmakers die u als hun leermeester beschouwen?
William Friedkin: Ik denk er helemaal niet over na. Ik hoor er natuurlijk wel over, omdat ik in een door media overwoekerde wereld leef. Maar ik ben niet verantwoordelijk voor The Exorcist 2, 3, 4, 6 of wat dan ook. Die hebben niéts te maken met mijn film. Die willen waarschijnlijk wél alleen maar het publiek uit hun zetels doen opspringen. Meer kan ik er niet over zeggen.
Chris: Dus u heeft ook de prequels gevermeden?
William Friedkin: (lacht) Welke prequels? Worden ze zo genoemd? Nee, ik heb ze niet gezien.
Chris: Vermijdt u ze omwille vanwege uw juridische strijd met Warner, of om artistieke redenen?
William Friedkin: Nee. Ik heb geen juridische problemen met Warner meer. Die zijn allemaal geregeld. Ze dachten mij wat geld afhandig te maken, ik heb ze voor de rechter gedaagd en we hebben een overeenkomst bereikt. Zaak gesloten. Nee, ik wil ze niet zien. Als jij mij komt vertellen dat er buiten een gigantisch ongeval is gebeurd, vijftien auto’s op elkaar met overal dode lichamen op straat, zal ik niet de straat oplopen om te gaan kijken. Ik wéét hoe dat eruit moet zien. Zo denk ik ook over die Excorcist-prequels.
Chris: Laten we het hebben over Rules of Engagement, wat voor mij een zwaar onderschatte film is. In die film moeten kolonel Samuel L. Jackson en zijn interventie-eenheid de Amerikaanse ambassadeur in Yemen bevrijden uit de handen van een massa woedende Yemenieten. De Amerikaanse mariniers slagen in hun opdracht, maar Jackson laat wel vuren op de menigte. De slachting door de Amerikanen in een niet-Westers land doet denken aan de tragedie van My Lai in Vietnam (een Amerikaanse officier gaf zijn manschappen het bevel om ongewapende vrouwen en kinderen af te maken). Toeval?
William Friedkin: Neen. My Lai is wat we een aberratie noemen. Een aberratie zowel in Vietnam als in de militaire geschiedenis van de VS. We denken dat die betreurenswaardige incidenten weinig voorkomen, maar er gebeuren regelmatig van die tragedies. In alle oorlogen worden krijgsgevangenen omgebracht. In het geval van My Lai werden burgers vermoord. Maar met de echo van mijn sequence in Yemen, moet je toch vaststellen dat het soms moeilijk is en was – zeker in Vietnam – om het verschil te zien tussen een burger en een soldaat. In bepaalde oorlogen is alles onduidelijk. Wie is de vijand ? Hoe ziet hij eruit?
Chris: Vindt u dat Sam Jackson moet gestraft worden?
William Friedkin: Wat er gebeurt met Samuel L. Jackson in de film, is iets waarover ik geen oordeel wil vellen. Ik heb mijn mening over zijn schuld of onschuld. Een oordeel dat trouwens enorm zou verschillen van dat van een militaire krijgsraad. Met een Amerikaans burgerproces is het aan de procureur om bewijzen te verzamelen. Een soldaat, een marinier, zou op veel meer sympathie kunnen reken van een militaire rechtbank. Want die zou bevolkt zijn met mariniers en soldaten die voor dezelfde vuren hebben gestaan.
Chris: U toont het standpunt van Jackson. Maar u laat niet zien of de Yemenitische burgers hem al dan niet met wapens bestoken. Heeft u die scène gefilmd ? En zo ja, waarom heeft u die dan weggelaten?
William Friedkin: Op een gegeven moment heb ik de scène weggelaten. (lacht) Ik heb ze inderdaad gefilmd, omdat ik dacht dat bepaalde toeschouwers de film niet zouden begrijpen. Ik dacht dat die scène waarin we zien wat Jackson ziet cruciaal was. Maar uiteindelijk is de belangrijkste vraag in Rules of Engagement: zag Jackson mensen op hem schieten ? Of had hij de indruk dat ze op hem schoten ? En dan heb je die scène niet meer nodig.
Chris: Maar u laat bewust het objectieve ‘point of view’ weg?
William Friedkin: Alles is subjectief. Daarom zie je die scène waarover we het net hadden niet. Er bestaat geen objectief standpunt van die slachting. Er zijn enkel subjectieve blikken en daarmee moeten we het doen.
Chris: Zou Tommy Lee Jones, de advocaat en kameraad van Jackson, in dezelfde omstandigheden identiek hebben gereageerd: schieten op de Yemenieten?
William Friedkin: Ik ben er niet zeker van. Misschien niet. Misschien wel. De mariniers willen in alle omstandigheden hun makkers beschermen. Dat ze in een menigte zouden schieten of een krijgsgevangene executeren om hun vrienden te redden is geen overdrijving. Dat heeft alles te maken met de ‘esprit de corps’ bij de mariniers.
Chris: Jackson heeft veel lef om zo’n rol te spelen. Ik zie Tom Hanks het niet doen…
William Friedkin: (buldert van het lachen) Da’s waar. Jackson deelt gewoon mijn visie, dat slechts één van de vele visies is op de realiteit. Volgens mij bestaan goed en kwaad op hetzelfde moment in dezelfde persoon. Er is een constante strijd aan de gang in alle individuen. En we willen allemaal dat het goede triomfeert in het slechtste in ons.
Chris: Tijdens uw carrière als filmmaker moest u heel wat kritiek slikken. Voor Rules of Engagement werd u ook aangevallen. Het zou een fascistische film zijn. Wordt u het niet beu om als controversiële regisseur te worden bestempeld?
William Friedkin: Dat maakt nu eenmaal deel uit van het filmmaken. Je moet kritiek kunnen accepteren. Dat hoort bij het proces. En wat interessant is, is dat niet iedereen dezelfde film ziet. Niet iedereen bekijkt een film met dezelfde ogen. Dat vind ik juist zo boeiend.
Chris: Rules of Engagement begint als een oorlogsdrama en evolueert naar een rechtbankfilm. Welke genre overheerst volgens u de film?
William Friedkin: Beide genres hebben evenveel belang en zijn in evenwicht. Het deel in de rechtbank is het gevolg van het deel met de oorlogsactie. Het ene deel bestaat niet zonder het andere. Persoonlijk zie ik het geheel als een film over trouw, vriendschap en plicht onder extreme omstandigheden. De film handelt ook over de macht van de voorpagina. Het feit dat de media beslissen over schuld of onschuld, nog voor het proces van start gaat, vind ik één van de meest verstorende aspecten van dit verhaal.
Chris: Guy Pearce vertelde me dat er conflicten waren op de set. Is daar iets van aan?
William Friedkin: Neen. Dat is de eerste keer dat ik daarvan hoor. Ik heb Guy nog gesproken en hij heeft me er nooit iets van verteld. Maar misschien was er iets tussen de acteurs onderling. Ik ben er in ieder geval niet van op de hoogte. Dat gebeurt.
Chris: Vindt u films zoals Bug en Killer Joe boeiender om maken dan bijvoorbeeld een genrefilm zoals The Hunted?
William Friedkin: Wel, Bug en Killer Joe steunen in ieder geval op geweldig scenario’s. Het script van Bug raakte mij emotioneel. Het is briljant geschreven, spaarzaam en toch erg complex en handelt over mensen in een door irrationele angst geladen situatie. En je ziet hen veranderen. En je ziet hoe de kamer verandert. En hopelijk verander je ook als toeschouwer, ga je anders denken over de personages.
Chris: Herkent u die situatie? Zijn er ‘mensen’ of ‘dingen’ die u al uw hele leven achtervolgen?
William Friedkin: Ja… maar ik wil er u niet veel over vertellen, omdat u de context zou moeten begrijpen. Maar er zijn er twee. Ik ondervind al mijn hele leven emotionele mood swings, die mij naar verschillende plekken voeren. Het is alsof ik dan iemand anders word. Mensen die me goed kennen in de ene situatie, herkennen mij vaak niet in een andere. Ik heb al vaak dingen gedaan en gezegd die eigenlijk niet gebeurd zijn (lacht).
Chris: Is dat de reden waarom u voor de vierde keer getrouwd bent?
William Friedkin: Is het mijn vierde al (lacht)? Even tellen… (telt even na) ja, de vierde. Omdat ik de vorige drie keer zo’n slechte echtgenoot was (lacht). Nu probeer ik het wat beter te doen. Ik ben nog geen fantástische echtgenoot, hoor, maar ik doe wel harder mijn best.
Chris: Zijn Bug en Killing Joe voor u een soort terugkeer naar het theater, zoals met The Birthday Party?
William Friedkin: Nee. Bug is gewoon een geweldig stuk, zoals ook The Caretaker en het reeds vernoemde The Birthday Party – die ik beide heb geregisseerd – dat zijn. Alle vroegere Harold Pinters zijn trouwens pareltjes. Het zijn voorbeelden van geweldige schrijfkunst.
Chris: Heeft u iets van de inhoud moeten veranderen in Bug?
William Friedkin: Het verhaal mankeerde niets, we moesten dus ook niets oplappen (lacht). Ik heb het gewoon bewerkt voor cinema – wel, eigenlijk heeft Tracy Letts dat zelf gedaan. De personages zijn dezelfde, net als de situatie waarin ze verkeren. Het enige dat anders is, is de vierde muur die erbij kwam. Je krijgt een breder spectrum te zien, maar wel binnen de context van een erg kleine ruimte. Die kleine ruimte biedt een enorm dramatisch voordeel. Een nadeel is het zeker niet. Het is veel moeilijker om een intiem verhaal te vertellen op wijd uitgestrekte vlakten, dan in één kleine kamer.
Chris: Heeft u de film chronologisch opgenomen?
William Friedkin: Ja. Zo konden de acteurs hun personages opbouwen, alsof ze een live vertolking in het theater brachten. Ze speelden hun laatste scène het laatst. Alleen enkele buitenscènes zijn out of sequence opgenomen, omdat die niet op dezelfde locatie zijn gedraaid.
Chris: Ziet u Bug als een allegorie?
William Friedkin: Ik heb het stuk nooit beschouwd als een metafoor voor wat er gaande is in de Amerikaanse politiek. Trouwens, ik ben er zelfs niet zeker van dat je zomaar moet accepteren wat de personages zeggen! Michaels personage bijvoorbeeld moet natuurlijk zélf geloven in wie hij is en wat hij over zichzelf zegt. Maar ík hoef hem niet te geloven. Dat betekent niet dat ik hem niet geloof, maar ik ben er ook niet zeker van. Want ik heb genoeg mensen ontmoet die niet waren wie ze zeiden dat ze waren. Waarschijnlijk hebben we allemaal al relaties gehad, waarin we dachten dat we de andere kenden. Maar na verloop van tijd blijkt dat niet zo te zijn.
Chris: Als u zo emotioneel getroffen was door Bug, hoepersoonlijk is die film dan voor u?
William Friedkin: Kijk, als je met Brett Ratner praat, kan ik me voorstellen dat hij X-Men 3 z’n meest persoonlijke film noemt (lacht). Maar die bullshit krijg je van mij niet te horen. Kijk, Tracy Letts heeft het geschreven, vijf andere mensen hebben erin gespeeld en allemaal hebben ze iets aan de film bijgedragen. Het allerbelangrijkste is eerst en vooral het scenario. Daarna komt de cast. En dán pas de regisseur en de technici. Dat is de natuurlijke orde bij een film.
Chris: Wat vindt u het meest interessant thema in Bug?
William Friedkin: Het onderscheid tussen realiteit en perceptie. En ik denk dat cinema een geweldig medium is om dat onderscheid te onderzoeken. Want film ís niet echt; het is slechts een tweedimensionale weerspiegeling van licht. Hoeveel ervan is echt? Niets, want niemand van de mensen die je ziet, is daar ook echt. Toch interpreteren wij wat wij zien en beslissen zelf wat echt is voor ons. En vaak gaat de filmkritiek dáár over: ‘Dat was niet echt’. Maar dat heeft vaak met perceptie te maken. De waarheid is subjectief.
Chris: Eigenlijk is dit weer een film over het mysterie van het geloof, net als bij The Exorcist.
William Friedkin: Mja… in zekere zin misschien wel, ja… Voor mij is het duidelijk dat de personages de realiteit aanvaarden, zoals die zich aan hen presenteert. En zoals zij haar op hun beurt aan anderen presenteren. Dat is het enige waar ik zeker van ben.
Chris: Waarom heeft u Ashley Judd gekozen, en niet de actrice die ook het toneelstuk heeft gedaan?
William Friedkin: Ik had graag met Shannon Cochran gewerkt, maar de studio wou een grotere naam, die ook de rol aankon. En daar moest ik mij bij neerleggen. Maar ik heb er wel aan gehouden, dat Michael Shannon de rol van Peter zou spelen. Veel grote namen wilden deze rol spelen, in zoverre zelfs dat sommigen de rechten op het stuk zélf probeerden te kopen, maar ik vond Michaels aanwezigheid noodzakelijk. Ik ken, denk ik, geen andere acteur, die zo diep kan gaan als hij. Maar Michael moest zijn personage opnieuw ontdekken. Hij kon niet zomaar de set opkomen en Peter weer tevoorschijn toveren. Hij moest een andere schaal zoeken dan in het theater. Ashley Judd heeft hem daarbij kunnen helpen, omdat zij hem begreep. De belangrijkste reden waarom ik haar gecast heb, is omwille van haar intelligentie. Ik denk dat zij het verhaal en haar personage meteen begreep, door haar persoonlijke ervaringen. En dat is het beste wat een acteur je kan bieden. Ashley groeide op in een erg bescheiden milieu en werd in verschillende relaties mishandeld.
Chris: Zoals Bug is Killer Joe gebaseerd op een toneelstuk. Uw theaterorigine komt hier goed van pas…
William Friedkin: Ik vind beperkte locaties heel dramatisch. En één ruimte laat een claustrofobische indruk na. Beperkte ruimten brengen volgens mij bepaalde facetten van het menselijk gedrag tot uiting die je in een gewone ruimte niet zou hebben.
Chris: Binnen die ruimte proberen de familieleden van een ‘white trash’- gezin te overleven. Maar met Killer Joe Cooper op bezoek is dat behoorlijk moeilijk. Wie is eigenlijk het hoofdpersonage?
William Friedkin: Ik weet het niet goed. De broer, de vader, de stiefmoeder, de dochter en Joe zijn allemaal belangrijk. Maar Killer Joe is wel het verhaal van dochter Dottie. Alles draait om haar. Ze is als een Cinderella op zoek naar haar prins. En ze vindt hem ook, alleen is het een psychopathische killer. Zij is dus min of meer het centrale personage. Ze is ook het personage met de meest onderdrukte woede. En op het einde komt die woede pas echt naar buiten.
Chris: Wat vertelt Killer Joe eigenlijk over de Amerikaanse familie?
William Friedkin: Dat Amerika voornamelijk bestaat uit disfunctionele families. Maar gedurende jaren werd ons het tegengestelde verteld door televisie en cinema. Vader is de slimste en weet het best; alle kinderen zijn gelukkig; mama wil enkel de afwas doen en appeltaart maken. Dat was de mythe over de Amerikaanse familie. En nu realiseren we ons dat dit voor het grootste deel niet waar is. Daarover gaat Killer Joe: de disfunctionele familie. Joe en Dottie hebben dezelfde zorgen. Ze zoeken allebei naar een familie. Maar Joe lijkt geen eigen familie te hebben. En Dottie heeft een krankzinnige vader en een junkie-broer. Wel, ik vind dat heel wat geloofwaardiger dan ‘vader weet het best’. Indien ik een televisieserie zou maken, zou die niet I love Lucy heten, maar I hate Lucy.
Chris: Komt u uit een disfunctionele familie?
William Friedkin: De ironie is dat ik, die nu de mythe van de Amerikaanse familie onderuit haal, uit een heel hechte en liefhebbende familie kom. We waren arm, maar dat betekende niet dat het slecht ging met ons gezin. Mijn vader, mijn moeder en ik woonden gedurende gans mijn jeugd in één kamer. Maar ik wist niet dat we arm waren omdat iedereen die ik kende in één kamer woonde. Ik kende niemand met een groter appartement. Het ging er in mijn familie heel liefdevol aan toe. Ik heb altijd heel veel van mijn vader en mijn moeder gehouden en hun overlijden heb ik tot nu toe nog niet verwerkt. Maar vanuit dat perspectief zie ik wel dat de meeste families dysfunctioneel zijn.
Chris: Na Bug is Killer Joe uw tweede samenwerking met auteur Tracy Letts. Hoe komt het dat het klikt tussen jullie?
William Friedkin: Tracy Letts en ik hebben hetzelfde wereldbeeld. Een deel daarvan wordt weerspiegeld in Bug en een ander deel in Killer Joe. We zijn het allebei eens dat de mensheid geschapen is uit een vreemd soort hout. En we vertikken het om het menselijke gedrag de hemel in te prijzen, maar we willen ook niet te kritisch zijn. Volgens mij is Killer Joe eigenlijk een heel aardige kerel. Ik denk dat hij een heel goede vriend kan zijn als je langs de juiste kant staat. Sta je aan de verkeerde kant, dan is dat een zeer dodelijke vergissing. Ach, er is goed en slecht in alle mensen. Tenminste, zo denk ik er over en dat is het gevoel dat ik mijn films wil meegeven.
Chris: Je vindt hier ook het thema terug van de politieman die zich als een crimineel gedraagt…
William Friedkin: Ja, da’s één van mijn favoriete thema’s. Joe is waarschijnlijk een goede detective, want hij begrijpt hoe de geest van een misdadiger functioneert. De politiemensen die ik gekend heb, waren zeer goed in hun job, want ze reageerden als criminelen en soms stapten ze over naar de andere zijde. Dat zit in To Live and Die in L.A., maar ook in The French Connection. Gene Hackman is meer geobsedeerd dan de drugsmokkelaar. Hij zal het leven van een mens op het spel zetten of een bewijs fabriceren om zijn mannetje te vatten. Maar zo zijn vaak de beste politiemannen in Amerika.
Chris: Vindt u het einde van Killer Joe optimistisch?
William Friedkin: In het begin dacht ik van wel. Maar hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik denk dat het slecht zal aflopen. Ik vermoed dat ze allemaal voor de rest van hun leven in de cel zullen belanden. Maar er zit wel iets optimistisch in (lacht).
Chris: Het einde is alvast optimistischer dan het einde van uw film Sorcerer. Want nadat Roy Scheider een hele film lang met een vrachtwagen met nitroglycerine heeft rondgereden, wordt hij stomweg ingesloten door huurdoders. Da’s pas een donker einde.
William Friedkin: (buldert) Ja, maar ik zet het einde zo op dat Roy nog een kans maakt. Want hij is de held van het dorpje geworden omdat hij al die jobs gered heeft. Oké, hij wordt nu belaagd door die twee mannen, maar ik weet niet of die in hun opdracht zullen slagen. Dus… is dat einde echt zo donker? Ja en neen.
Chris: Ik wil ook nog eens wat dingen verifiëren. Iemand beweert dat u geïnteresseerd zou zijn in het maken van The French Connection 3…
William Friedkin: Oh nee, nee, nee! Helemaal niet! Je mag nóóit geloven wat je leest! (Lacht) Ik zou nog geen French Connection 3 draaien als ze er mij tien miljoen dollar voor gaven. Ik zou niet weten wélke plot die film zou moeten hebben. Trouwens al die acteurs zijn oud, ziek of dood. Geen haar op mij hoofd heeft er ooit aan gedacht. Zelfs niet aan French Connection 2.
Chris: Maar u had wel plannen voor een film over Jack the Ripper?
William Friedkin: Ja, ik hoop dat die er ooit komt. Ik ben heel enthousiast. De versie die ik wil draaien en die ik het meest aannemelijk vind, is deels gebaseerd op de werkelijkheid. Ik denk dat Jack the Ripper James Maybrick was. Dat was een katoenhandelaar uit Liverpool. Zijn vrouw, Florence Maybrick, was jonger dan hij, en zij was de enige vrouw die ooit in een Engelse rechtbank heeft moeten terechtstaan voor moord. Zij werd schuldig bevonden aan de moord op haar man, James Maybrick, en veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. De Amerikaanse ambassadeur in Engeland toentertijd was de zoon van Abraham Lincoln, Robert Lincoln, en hij vroeg clementie voor haar. Hij vroeg aan de minister van Justitie, de Lord Chamberlain, om haar een lichtere straf te geven. Dat gebeurde ook. Uiteindelijk zat ze vijftien jaar in een Britse cel. Daarna keerde ze terug naar haar geboorteland Amerika, naar een stadje in Connecticut. Daar begon ze les te geven. In haar huis werd ze omringd door katten; daarom raakte ze in het stadje spoedig bekend als The Cat Lady. Jaren later, toen men door zijn bezittingen ging in een huis dat er nog steeds staat in Liverpool, vond men bewijzen dat haar man, James Maybrick, Jack the Ripper was. Dat moet blijken uit verschillende bewijsstukken. Ik vind het een fantastisch verhaal. Het is een wat donker liefdesverhaal. Wat Maybrick eigenlijk deed, toen hij die vijf gruwelijke moorden pleegde, was telkens zijn vrouw vermoorden. Ze hadden twee kinderen samen, en hij had ontdekt dat zij een affaire had met een van zijn collega’s. Dat maakte hem woedend. In die tijd gebruikte hij bovendien strychnine en laudanum, die in de apotheken vrijelijk werden verkocht als afrodisiacum. Zijn broer, Robert, was een bekende entertainer in de musichalls. Hij schreef en zong zijn eigen liedjes in heel Engeland. Zeker de helft van dit verhaal, dat al in verschillende boeken is neergeschreven, is waargebeurd. De andere helft is een veronderstelling: dat James Maybrick Jack the Ripper was. Ik ben echt gefascineerd door het verhaal.
Chris: U had ook een project over Sidney Korshak, de advocaat van de maffia?
William Friedkin: Ja, dat wordt geschreven door Nick Pileggi, de scenarist van Goodfellas en Casino. Maar voor ik mij voor een project engageer, wil ik natuurlijk eerst het script lezen. En uiteraard speelt ook het budget een rol. De Korshak-film is er mettertijd alleen maar duurder op geworden. We moeten eerst een grote ster engageren voor we verder kunnen. Dus ik weet niet of die film of Jack the Ripper er ooit zal komen.
Chris: Deelt u mijn mening dat de jaren 70 de Golden Age van Hollywood waren?
William Friedkin: Zeker. Het nieuwe millennium is dat alvast niet. The Da Vinci code, weet je wel (lacht). Maar eigenlijk beschouw ik vooral de jaren 40 als de Gouden Tijd van de Amerikaanse cinema. Te beginnen met Citizen Kane en wellicht eindigend met The Treasure of Sierra Madre. Met ook nog All about Eve en zo. Maar ik denk niet dat we daar naar terugkeren, naar dat superhoge niveau van scripts, acteren, en zo.
Chris: Misschien een domme vraag, maar hoe belangrijk is het budget voor u? U kan altijd het verhaal aanpassen aan het budget.
William Friedkin: Wel, het is uiteraard belangrijk, anders krijg je de film niet gemaakt. En het is ook altijd een probleem om het bijeen te krijgen. Maar het is niet het geld dat een team van mensen bij elkaar brengt. Wat mensen en middelen – geld inbegrepen – bijeenbrengt, is het verhaal! In de loop der jaren is de foutieve mythe ontstaan, vooral bij de Fransen, dat de regisseur de allerbelangrijkste is. Het zijn trouwens vooral regisseurs die die mythe in stand houden (lacht). Maar wie zelf films maakt, weet dat dat niet klopt, en dat dat ook geen belang heeft.
Chris: Ik val waarschijnlijk in herhaling: sommige verhalen uit uw verleden zijn hier niet echt relevant, maar heeft u bijvoorbeeld meppen uitgedeeld of geweerschoten laten afgaan op de set om een bepaalde reactie bij de acteurs los te weken?
William Friedkin: Weet je, ik heb die vraag inderdaad al zó vaak gekregen, dat ik u het best kan verwijzen naar teksten in het archief (lacht). Maar om te antwoorden op de vraag zoals u ze nu stelt: nee. Ik denk ook niet dat het nu geen zin heeft om in te gaan op de verhalen uit het verleden, maar alles wat ik ooit met een acteur op een set heb gedaan, had tot doel een bepaalde vertolking uit te lokken. En je moet die vaak ook uitlokken, omdat het acteren voor een camera niet altijd makkelijk is. Kan je je inbeelden hoe moeilijk het voor een acteur is om voor een camera, met tientallen technici om zich heen, spots in het gezicht, in een fictieve wereld bepaalde emoties op te roepen? Om negen uur ’s ochtends te moeten doen alsof je iemand anders bent? Dat is verschrikkelijk moeilijk! In het theater is het gemakkelijker. Als het gordijn opgaat, staan de acteurs quasi alleen op de scène. Ze kunnen een personage, dat ze tijdens de repetities hebben vormgegeven, helemaal van nul opbouwen gedurende het stuk. Voor een film repeteer je nooit zo intens; die mogelijkheid heb je niet. Omdat het zo moeilijk is om op een set een realistische vertolking op te bouwen, moet een regisseur een atmosfeer creëren waarin het toch kan. Hij moet de acteur in staat stellen alles wat om hem heen gebeurt te vergeten en het personage te kunnen worden.
Chris: U bent sterk met theater en opera bezig geweest. Hoe heeft u dat beïnvloed als cineast?
William Friedkin: Ik ben teruggekeerd naar de basis. Als je werkt met operazangers die een vertolking willen geven en geen concert, zoals in Aida, Samson and Delilah, Woyzeck of Bluebeard’s Castle, die ik allemaal heb geregisseerd, kan je met hen werken zoals je dat met een goede acteur zou doen. Dat betekent dat je hun personage psychologisch moet duiden en een staging moet bedenken die efficiënt is. Dát is het belangrijkste als je een opera regisseert. We hadden het daarstraks over de natuurlijke orde in film. Wel, in de opera komt de muziek op de eerste plaats. De dirigent is belangrijker dan de regisseur, en de allerbelangrijkste persoon is de componist. Hij is de reden waarom we er allemaal zijn in dat theater. Maar de staging van een opera houdt alleen maar dít in: een poging, niét om een libretto te verbeteren, maar om het te interpreteren op een relevante manier. En dan hoeft het niet noodzakelijk naar de huidige tijd verplaatst te worden, of andere onnozele ingrepen te ondergaan. Ik heb Aida geregisseerd in Turijn, met als setting het oude Egypte. Zoals het hoort.
Chris: Ten slotte nog dit: U sluit Killer Joe af met Strokin van Clarence Carter. Waarom die song?
William Friedkin: Dat is wat Amerikanen doen: masturberen. En die song onderlijnt heel mooi de boodschap van mijn film. Ik vind het bovendien een heel grappige song. En niemand zou hem ooit durven gebruiken in een film (lacht). Want hij gaat over iemand die masturbeert, neukt en uiteindelijk over iemand die een vrouw in het achterwerk neukt. Clarence Carter: een genie (schatert het uit).
Chris: Bedankt voor dit gesprek.
William Friedkin: Bedankt voor uw luisterbereidheid.