Nadat zijn broer Frank voor de zoveelste keer met de noorderzon is verdwenen, heeft Larry Cotton besloten om met zijn gezin zijn intrek te nemen in het familiehuis van de Cottons. Dit zal hun nieuwe woonst worden en hopelijk zorgt deze verandering er voor dat hij en zijn Julia weer terug naar elkaar toegroeien nu hun relatie in een dipje zit. Of hij ook in deze opzet zal slagen, is echter nog zeer de vraag. Hoe hij ook probeert, blijft Julia toch enigszins afstandelijk te blijven van hem.
Ze heeft haar hart dan ook ondertussen aan een ander verloren. Aan niemand minder dan Frank. Ooit hadden zij en Frank een geheime affaire achter Larry’s rug en nu haar relatie zo wankel is, hunkert ze terug naar zijn warme omarming en zijn dominante liefdesspel. Maar nu niemand weet waar hij is, lijkt hij verder te zijn dan ooit. Hij kan echter niet dichter bij het gezinnetje zijn.
Voor hij verdween, had hij de hand weten te leggen op een legendarisch puzzeldoosje dat onweerstaanbare beloftes deed voor een hedonist als Frank. Die beloftes waren echter anders dan Frank zich ooit had kunnen voorstellen. Dankzij het gemorste bloed van zijn broer is hij ontsnapt, terug naar het huis. Hij heeft echter meer nodig. Als hij wil ontsnappen aan de monsters die hem op de hielen zitten, heeft hij meer bloed nodig, veel meer. Gelukkig kent hij de perfecte persoon om hem hierbij te helpen.
Behoeft dit regiedebuut van de legendarische Clive Barker eigenlijk nog een introductie? Zich baserend op zijn eigen The Hellbound Heart, een novelle van een jaar eerder, bracht Clive Barker zijn mythologie van cenobieten hier voor het eerst tot leven op het grote scherm en ondertussen is de franchise uitgegroeid tot een filmreeks van 11 films, zijn er heel wat boeken verschenen én ontelbaar veel comics.
En zelfs bijna 40 jaar later blijft dit meesterwerk tot de verbeelding spreken. Al vanaf de eerste tonen van de geweldige soundtrack weet je dat je klaar zit voor one hell of a ride. Hellraiser is zo’n bijzonder verhaal dat het eigenlijk blijft verbluffen. Gekenmerkt door een fijne diepgang aan thema’s, waarbij het geen juxtapositie brengt van hedonisme en liefde maar ze net als gelijken naast elkaar legt, Hellraiser is een film die herdefinieert wat het betekent om een slechterik te zijn in een film.
In tegenstelling wat je zou verwachten als je naar de cover kijkt (of de uiteindelijke reputatie van de reeks als geheel), zijn het namelijk niet de cenobieten die de grote slechteriken in het verhaal zijn. Nee, die eer gaat naar Frank Cotton en zijn handlanger Julia, beide op zichzelf ook al aangenaam complexe personages, gedreven door menselijke verlangens tot die hen op de duisterste van plekken beginnen te brengen.
Voor Frank is dit voornamelijk zijn hedonistische zoektocht naar de pleziertjes die hij nog niet kende, een wens die de puzzeldoos ook werkelijk, zij het op gruwelijke wijze, in vervulling heeft laten gaan. De realiteit die zich hiermee heeft aangeboden, is vreselijk en Franks gedrevenheid om daarvan weg te geraken is allesbehalve onverstaanbaar, de zelfzuchtigheid van zijn methodes ten spijt. Echter nog interessanter is Julia en haar motieven.
Net zoals Frank niet je typische eendimensionale seriemoordenaarstype is met mager gedefinieerde motieven als drijfveer, is Julia niet het archetype van de verraderlijke echtgenote noch gemene stiefmoeder die ze makkelijk had kunnen zijn. Nee, Julia is niet de trut die klaar staat om bij de eerste gelegenheid letterlijk een mes in de rug van haar man te steken en hoewel ze niet optimaal kan opschieten met haar stiefdochter, is ze zeker in het begin van het verhaal geen monster.
Ze is vooral een vrouw op zoek naar een gevaarlijke liefde, waarvoor ze alles zou over hebben, uiteindelijk niet beperkt tot moord. Extra leuk hierbij is de sublieme evolutie die we hierbij zien, van twijfelachtig en aangedaan tot uiteindelijk berekend en koud; Julia’s transformatie van een ongelukkige vrouw op zoek naar liefde naar een geslepen moordenares is vanuit psychologisch vlak haast even spectaculair als Franks transformaties van ondood figuur naar terug een man.
En dat brengt ons vlot bij het volgende iconische aspect van deze film. Het geweldige gevoel voor body horror. Het is waar deze reeks zijn reputatie mee heeft opgebouwd en Frank is hiervan een prachtig voorbeeld. Ongeacht het stadium waarin de man zich bevindt in zijn transformatie, het is een gruwelijk beeld om naar te kijken en het werk dat ze in hem hebben gestoken alleen al, is een fantastisch argument voor praktische effecten. Het ziet er smerig echt en fenomenaal uit. Maar hij is niet het gezicht van de franchise geworden, of wel?
Oh nee, die eer gaat natuurlijk naar de cenobieten zelf en kan je het iemand kwalijk nemen dat ze naar deze figuren graviteren? Ook zij zijn nachtmerrieachtige perfectie. Eén voor één ingewikkeld verminkt, ze zijn het ultieme voorbeeld van sadomasochisme naar zijn absolute extreem getrokken en dan over die grens gesleurd, nog voor ze hun haken in je vlees slaan. Mogelijks nog griezeliger is het feit dat ze in het verhaal eigenlijk een neutrale partij zijn, die enkel komen doen waarvoor ze opgeroepen zijn, mensen deelgenoot maken van hun duistere waarheden.
En klein als hun rol in het eigenlijke verhaal ook is, elke scène met hen is fantastisch. In het bijzonder de interacties tussen hen en Kirsty Cotton (een voortreffelijke debuutrol van Ashley Laurence als de dochter van Larry Cotton) zijn een scène die voor altijd op het netvlies van de horrorkijkers zal gebrand blijven. Ja, zelfs zoveel jaar later, blijft dit een waar meesterwerk.
Dus veel mindere aspecten zijn er niet meteen te benoemen in dit eerste deel van deze franchise. Tuurlijk, de personages zijn eerder zelfzuchtig en heel wat van hen zelfingenomen, maar de film overdrijft hier nooit in. Zelfs Frank en Julia hebben momenten dat ze haast sympathiek worden en hun pleit verstaanbaar wordt (zij het nog steeds niet goed te praten).
Wel is dit een film, zeker als je niet bekend met het bronmateriaal, waarbij je een beetje geduld moet oefenen om erachter te komen wat er allemaal gaande is en welk doel Frank exact voor ogen had. Ook opvallend zijn de veranderingen tussen het boek en de film, wat zeker bijzonder is doordat Clive Barker zijn eigen boek aan het verfilmen was. Sommige verschillen zijn miniem, zo noemt Larry Rory in het boek en was Kirsty een vriendin van hem en niet zijn dochter, andere zijn dan al weer wat ingrijpender.
Doug Bradley’s cenobiet was bijvoorbeeld niet de leidersfiguur in de novelle (en was daar een stuk androgener), die eer was weggelegd voor “Butterball”, de enige cenobiet in de film die met zijn bijnaam in de aftiteling is verschenen. De reden hiervoor was echter wel begrijpelijk. Door de excessieve make-up die nodig was voor “Butterball”, kon de acteur niet verstaanbaar meer spreken en werden zijn stemregels verdeeld onder de nieuwe Lead Cenobite Doug Bradley en hun vrouwelijke collega cenobiet. Het is trouwens niet de enige keer dat de speciale effecten de film een beetje parten speelt. Het zijn zeldzame momenten, maar hier en daar kan je toch een foutje opmerken in dit departement.
What’s your pleasure? Als horrorfan, deze film, ongetwijfeld. Er zijn weinig horrorfilms die in een oogomslag meer tot de nieuwsgierige verbeelding zullen spreken als Hellraiser. Geïnspireerd door BDSM-cultuur en Afrikaanse fetisjbeeldjes, er zit zo al een gruwelijke mystiek achter het beeld van de prominent getoonde cenobieten op de posters en de hoezen en dan moet je eigenlijk nog aan het verhaal beginnen.
In een stijl die veel van zijn werk zou gaan markeren, weet Clive Barker met de eerste Hellraiser een wereld te openen waar hedonisme en liefde samenkomen en waarbij seksueel verlangen gepaard gaat met wat één van de meest extreme voorbeelden van erotisch fetisj body horror is. Dit is allemaal verpakt in een wervelend verhaal vol intrige, complexe personages met driedimensionale verlangens en motieven en vormt een geheel dat nooit verveeld.
De regisseur wijkt dan weliswaar hier en daar even af van zijn eigen boek, maar wist hiermee desalniettemin een instant horrorklassieker te verwekken die tot waarschijnlijk tot het eind der tijden onder de grootste horrorwerken zal gerekend worden. Het is dan ook zeker verplichte kost voor elke zichzelf waarderende horrorfan, maar voor zij die de film al enkele keren gezien hebben, hij blijft de moeite om eens terug te zien. Ons oordeel over dit regiedebuut blijft dan ook: Nailed it!
Genre: Horror, thriller
Jaar: 1987
Regisseur: Clive Barker
Cast: Andrew Robinson, Clare Higgins, Ashley Laurence, Sean Chapman
Land: Verenigd Koninkrijk
Speelduur: 94 minuten