In het theaterwereld is ze al langer een gekende naam dankzij o.a. hoofdrollen in geprezen productie zoals Gilgamesh en Penthesilea, maar vanaf morgen verovert ze ook het witte doek in Wannes Destoops Holy Rosita. Ze is indrukwekkend in de titelrol, maar even indrukwekkend zijn de films die ze selecteerde voor Fast Forward. Stiekem ging ze zelfs voor een dubbele portie filmplezier en dat kunnen wij alleen maar toejuichen. De keuze van rising star Daphne Agten:
VISUEEL VERBLUFFENDE GRIEZEL
Hausu (Nobuhiko Obayashi, 1977) & Bram Stoker’s Dracula (Francis Ford Coppola, 1992)
Hausu is zo’n film waar je op voorhand zo weinig mogelijk van moet weten. Lichten uit, veelkleurig snoep bij de hand en laat de beelden gewoon over je rollen. Geen paniek voor de doetjes, trouwens. Officieel valt deze Japanse acid trip onder horror, maar je gaat er alleen maar wonderlijk weirde dromen aan overhouden.
Over Bram Stoker en zijn Dracula weet je natuurlijk al vanalles. Maar in deze gedaante had ik Vlad de Spieser nog nooit gezien. Hij verleidt, fascineert en boezemt angst in, gehuld in de meest prachtige kostuums, waaronder het iconische spierenpak. Een barokke, onsubtiele ervaring die je met open mond achterlaat.
MEISJESGEWELD
Clueless (Amy Heckerling, 1995) & The Virgin Suicides (Sofia Coppola, 1999)
Op tienermeisjes wordt veel te vaak neergekeken. En dan zeker op media die over hen gaat of voor hen bedoeld is. Misschien is het net daarom dat ik zo kan genieten van een goeie teen flick.
Voor mij blijft dé referentie in het genre Clueless. Deze prent creëerde een nieuwe woordenschat, lanceerde talloze modetrends en evenveel Hollywood-carrières. Cher Horowitz is herkenbaar maar toch gelaagd en iedereen rondom haar speelt op het scherp van de komische snee. Deze moet ik altijd kijken als hij toevallig voorbij komt.
Heel anders van toon is The Virgin Suicides, het debuut van Sofia Coppola. De dromerige fotografie, de onvergetelijke muziek van Air, Kirsten Dunst die stiekem altijd ongelooflijk is … Ik had als tienjarige niet meer nodig om meegevoerd te worden. Deze film is een heel krachtige exploratie van de binnenkant van jonge meisjes – en hoe veel mensen eigenlijk liever niet weten wat er zich achter hun ogen afspeelt.
BODY HORROR & BODY HUMOR
The Fly (David Cronenberg, 1986) & Mænd & høns – Anders Thomas Jensen, 2015
Ik denk dat ik The Fly al een keer of tien heb gezien, maar zonder fout zit ik aan het einde onbedaarlijk te huilen. Geen enkele andere film roept voor mij zoveel vragen op over wat het precies is dat ons mens maakt, en wanneer we stoppen er eentje te zijn. De eighties special effects zien er nog steeds verrassend goed uit en de koning van de body horror haalt hier alle truken uit zijn hoed. Niet voor gevoelige kijkers, dus, maar als je maag het aankan moet je deze klassieker zeker gezien hebben.
Lichamelijke gruwel hoeft niet altijd tragisch te zijn. Mænd & høns is bijvoorbeeld een inktzwarte komedie over … ja, hoe moet je dat zelfs uitleggen? Laat ik het erop houden dat twee mannen ontdekken dat hun dood gewaande vader nogal bijzondere hobby’s had. Mads Mikkelsen is heerlijk onsexy in al zijn samenwerkingen met Jensen. Check zeker ook The Green Butchers.
HUIDHONGER
Dans ma peau (Marina de Van, 2022) & La Pianiste (Michael Haneke, 2001)
Ik heb een fascinatie voor het lijven, en hoe ze zich tegen ons kunnen keren. Of wij ons tegen hen. Dans ma peau is een pareltje dat – vind ik – een beetje ten onrechte in het rijtje van The New French Extremity geplaatst wordt. Deze film is veel complexer dan pakweg Martyrs of Haute Tension. Een uniek vrouwelijke fabel over zelfverminking, dissociatie en erotiek die je bijna uit je vel doet springen. Even straf in hetzelfde genre: Grave van Julia Ducornau.
Ook heel mooi wanneer dezelfde genre-elementen de arthouse-film binnensijpelen. Ik meen ze alleszins te herkennen in La Pianiste, tour de force van Huppert met misschien wel het mooiste einde dat ik ooit op het scherm zag. Vrolijk word je er niet van, een lid van de Isabelle Fan Club sowieso wel.
EXISTENTIELE SCHOONHEID
Holy Motors (Leos Carax, 2012) & Synecdoche, New York (Charlie Kaufman, 2008)
Om dan af te sluiten met mijn absolute lievelingsfilms. De één al zwaarder verteerbaar dan de ander. Maar alletwee gaan ze over onze diepgewortelde angsten en de onmogelijke zoektocht naar een identiteit. Denis Lavant tuimelt en zingt zich door Parijs in de ene, terwijl Philip Seymour Hoffman verloren loopt in een zelfgebouwd labyrint in de andere.
Zet het muzikale intermezzo uit Holy Motors of de herinnering van de dochter uit Synecdoche op, en vind me een uur later in een bolletje onder de kast terug. Dat is een compliment.