Kadir Ferati Balci (°Gent, 1982) is een bekend Belgisch-Turkse filmregisseur en scenarist. Hij groeide op in een biculturele omgeving, wat later een grote invloed zou hebben op zijn filmstijl en de verhalen die hij vertelt. Hij is dan vooral bekend om zijn unieke aanpak van sociale thema’s en zijn vermogen om de interculturele ervaringen in Europa op een krachtige manier weer te geven.
Hij studeerde in 2007 af als master in de Audiovisuele Kunsten aan de Gentse KASK. Later was hij twee jaar gaststudent aan het Bournemouth and Poole College of Art and Design.
Hij ging na zijn studies onmiddellijk aan de slag in de televisiewereld en co-realiseerde in 2008 de televisieserie 180 met een cast vol ronkende namen: Lynn Van Royen, Gilles De Schryver, Hilde Heijnen, Sven De Ridder, Axel Daeseleire, Gilda De Bal, Reinhilde Decleir.
In 2010 brak Kadir Ferati Balci door met Turquaze, zijn langspeelfilmdebuut en tevens een semi-autobiografische prent over een Turks-Belgische familie in Gent. De film vertelt het verhaal van drie broers die na de dood van hun vader elk op hun eigen manier, hun weg proberen te vinden in een maatschappij waarin ze tussen twee culturen leven. Turquaze werd positief ontvangen door critici en publiek, en werd geprezen om zijn eerlijke weergave van de uitdagingen waarmee mensen met een migratieachtergrond te maken krijgen.
Kadir Ferati Balci zetelde als jurylid in het VAF en kwam zo in contact met de succesvolle scenarist en romancier Jean-Claude van Rijckeghem. Samen werkten ze het idee uit voor de film Trouw met Mij!, een romantische komedie die Balci regisseerde.
Na het succes van deze twee langspeelfilms bleef Balci actief in zowel de film- als televisiewereld. Hij regisseerde tal van Vlaamse series zoals onder meer 4×7: Hartslag, Amigo’s, Cold Courage, Een Goed Jaar, Storm Lara, Dag & Nacht en Hidden Assets. Binnenkort mogen we nieuw werk van hem verwachten
Kadir Ferati Balci is een belangrijke figuur in de Vlaamse film- en televisiewereld omdat hij er telkens in slaagt om humor en drama te combineren op een manier die zijn werk toegankelijk maakt voor een breed publiek, zonder de serieuze onderliggende thema’s te bagatelliseren. Zijn Turkse roots en Vlaamse achtergrond vormen een constante bron van inspiratie voor zijn werk, en hij heeft zich in de loop der jaren dan ook ontwikkeld tot een stem die zowel Turkse als Belgische gemeenschappen vertegenwoordigt in de cinema.
We keken heel nieuwsgierig uit naar zijn vijf filmkeuzes, hierbij:
SHADOWS (John Cassavetes – 1958)
Shadows is een baanbrekende onafhankelijke film die zich afspeelt in het New York van de Beat Generation. De film onderzoekt raciale relaties door het verhaal van drie Afro-Amerikaanse broers en zussen, waarvan slechts één donker is. Centraal staat hun worsteling met identiteit, liefde en sociale verwachtingen. Cassavetes, pionier van de improvisatie, liet de acteurs veel vrijheid in hun dialogen, wat resulteerde in een rauwe en authentieke stijl. Hoewel het aanvankelijk lauw werd ontvangen, werd de film na herwerking in 1959 gezien als een mijlpaal in de Amerikaanse onafhankelijke cinema en won het de Critici Prijs op het Filmfestival van Venetië. De thema’s van ras, identiteit en sociale druk resoneren sterk met mijn eigen werk en zorgen ervoor dat Shadows hoog tijd heeft om vanonder het stof gehaald te worden.
TOKYO DRIFTER (Seijun Suzuki – 1966)
Tokyo Drifter is een visueel verbluffende, avant-gardistische film die de conventies van traditionele Yakuza-films op zijn kop zet. Het verhaal volgt Tetsuya “Phoenix Tetsu” Hondo, een loyaal bendelid die verraden wordt door zijn voormalige baas en gedwongen wordt tot een zwervend bestaan. De film speelt met thema’s als loyaliteit, verraad en de zwakte van blinde gehoorzaamheid binnen de Yakuza, terwijl het tegelijkertijd de corruptie van machtige figuren in de samenleving op de korrel neemt. De hypergestileerde mise-en-scène, van zwart-wit naar levendige kleuren, onderstreept de absurditeit van het genre en de tijd waarin het zich afspeelt. Voor wie geïnteresseerd is in het doorbreken van filmische conventies en kritiek op macht, is Tokyo Drifter een film die herontdekt moet worden.
STAND & DELIVER (Ramón Menéndez – 1988)
Stand & Deliver vertelt het waargebeurde verhaal van Jaime Escalante, een wiskundeleraar die werkt in een kansarme school in East Los Angeles. Hij ziet het verborgen potentieel van zijn leerlingen, voornamelijk van Latijns-Amerikaanse afkomst, en besluit hen uit te dagen om Wiskunde (Calculus) op gevorderd niveau te volgen. Ondanks het gebrek aan vertrouwen van de schoolleiding en de lage verwachtingen vanuit de maatschappij, weet Escalante zijn studenten te inspireren met het begrip van ganas (motivatie). Hun succes wordt echter in twijfel getrokken wanneer ze voor het examen worden beschuldigd van valsspelen, maar ze bewijzen hun kunnen door het examen opnieuw succesvol af te leggen. De film benadrukt het cruciale belang van een goede leraar of mentor die in staat is om te motiveren, te inspireren en grenzen te verleggen. Deze film heeft mij diep geïnspireerd om verder te studeren en uiteindelijk filmstudies te volgen, en blijft een krachtig voorbeeld van hoe onderwijs levens kan veranderen.
LÉOLO (Jean-Claude Lauzon – 1992)
Léolo is een visueel poëtische en surrealistische film over een jongen in Montreal die zich verliest in fantasieën om te ontsnappen aan zijn disfunctionele familie. De film verkent thema’s als seksualiteit, waanzin en identiteit, terwijl het hoofdpersonage Léolo zijn eigen wereld creëert door te schrijven en zichzelf heruitvindt als een Italiaanse jongen. Lauzon verweeft autobiografische elementen met een bevreemdende stijl, waardoor de film een unieke plek inneemt binnen de Canadese cinema. Léolo raakt aan complexe familiedynamieken en de noodzaak om te ontsnappen aan een harde realiteit.
THE BROTHERS MCMULLEN (Edward Burns – 1995)
The Brothers McMullen is een intieme komedie-drama over drie Iers-katholieke broers uit Long Island die worstelen met liefde, huwelijk, familie en religie. Terwijl ze elk hun eigen relatieproblemen hebben, ontdekken ze uiteindelijk de waarde van liefde en familie. De film is met een bescheiden budget gemaakt, gefilmd in Burns’ eigen ouderlijk huis, en won de Grand Jury Prize op het Sundance Film Festival. Burns’ persoonlijke en authentieke benadering inspireerde mij enorm tijdens het maken van mijn eerste film Turquaze. Zijn vermogen om met beperkte middelen een verhaal te vertellen dat zo resoneert met zijn eigen achtergrond, liet me inzien dat passie en vastberadenheid een wereld van verschil kunnen maken in onafhankelijke cinema.