Subscribe Now
Trending News

Blog Post

DE KEUZE VAN ERIK ENGELEN
Foto van Jake Hills (https://unsplash.com/@jakehills)
De keuze van

DE KEUZE VAN ERIK ENGELEN 

Erik Engelen heeft er al een lange carrière opzitten als filmdistributeur. Momenteel is hij heel actief bezig als Manager Acquisitions bij Just Entertainment, een groot distributiebedrijf die de beste films, tv-shows en live entertainment beschikbaar maakt voor iedereen via distributie in bioscopen, theaters en thuis.

In het verleden bekleedde Erik al dezelfde functie bij de gekende filmdistributiehuizen Paradiso Films, A-Film en Splendid Film. In die hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor de aankoop en releases van een hele reeks baanbrekende films zoals The Blair Witch Project, Fahrenheit 911 en Amélie Poulain bij Paradiso Films, Silver Linings Playbook, Dear John en Zero Dark Thirty bij A-Film en o.a. Hereditary, Moonlight en Hacksaw Ridge bij Splendid Film. Hij was ook een van de drijvende krachten achter de succesvolle Misfit-trilogie die hij namens Splendid Film in samenwerking met producent NewBe verder heeft ontwikkeld. Hij is tevens de coproducent van succesprenten zoals onder meer De Grote Slijmfilm en De Zonen van Van As. Binnenkort volgt nog de spetterende komedie Joy Ride.

Voor Fast Forward koos Erik voor vijf ‘vergeten’ films:

THE SEVEN UPS (Philip D’Antoni – 1973)

The Seven Ups is aka het vergeten broertje van The French Connection. Philip D’Antoni maakte in 1973 en op 44-jarige leeftijd hiermee zijn regiedebuut nadat hij eerder al Bullit en The French Connection produceerde. Geen perfecte film maar wel het ultieme voorbeeld van de rauwe actiecinema uit de vroege jaren 70. Het soort film dat nu, om verschillende redenen, niet meer gemaakt wordt. Het zou de enige film zijn die D’Antoni ooit zou regisseren.


THE BRAVADOS (Henry King – 1958)

Op het eerste zicht een doorsnee western maar vanaf de eerste seconde is er die ongekende intensiteit van Gregory Peck waardoor je beseft dat we naar iets héél speciaals aan het kijken zijn. En dan hebben we het nog niet gehad over de finale twist!
Henry King behoort niet tot het kransje van de legendarische cineasten maar met het duo The Bravados en Twelve O’Clock High heeft hij wel 2 klassiekers op zijn naam staan. Niet geheel toevallig telkens met Peck in de hoofdrol. En dat The Bravados geschreven was als een verborgen aanklacht tegen senator McCarthy maakt het er alleen maar boeiender op.


LE TROU (Jacques Becker – 1960)

De laatste film van Jacques Becker (hij stierf 2 weken na de opnames) heeft de spelregels van de ‘prison escape movie’ helemaal onderuitgehaald en meteen geherdefinieerd. Met een cast van niet professionele acteurs (enkele van hen werden later wél acteur) zorgt hij voor een indringend portret van vijf gevangenen die een gewaagd ontsnappingsplan bedenken. Scènes in real time, geen muziek en beperkte bewegingsruimte voor de acteurs; kortom veel elementen die worden toegeschreven aan hedendaagse vernieuwers, worden hier al op een quasi perfecte manier gebruikt.


TIME AFTER TIME (Nicholas Meyer – 1979)

Nicholas Meyer is een Amerikaanse scenarist/regisseur die nooit is doorgebroken bij het brede publiek, maar die wel een uitstekende reputatie geniet bij de liefhebbers van Star Trek en andere fantasy-reeksen. Als schrijver was hij verantwoordelijk voor The Seven Percent Solution (verfilmd door Herbert Ross) en in 1979 maakte hij zijn regiedebuut met Time After Time. Een charmante, grappige én spannende film waarin Jack the Ripper en HG Wells het tegen elkaar opnemen in het San Francisco van de late jaren 70. Malcolm McDowell is perfect gecast als HG Wells en Mary Steenburgen is onweerstaanbaar als zijn love interest . Blijkbaar werkte de chemistry uitermate goed want later werden ze ook in het echte leven een koppel.


THE FALLEN IDOL (Carol Reed – 1948)

Misschien niet echt vergeten, maar het is toch wel een klassieker die zelden opduikt bij “ best of…” lijstjes. Gebaseerd op een boek van Graham Greene is dit het middenstuk van Carol Reeds onwaarschijnlijke hattrick; op een periode van amper twee jaar voltooide hij namelijk Odd Man Out (‘47), The Fallen Idol (‘48) en The Third Man (‘49). The Fallen Idol blijft na al die jaren nog een onverwacht grappige en meeslepende film waar je telkens nieuwe details in kan ontdekken. Net zoals bij vele andere klassiekers herken je hier ook camerabewegingen, scenario trucjes en andere details die later opnieuw zouden worden (her)gebruikt. Niets tegen recyclagecinema zolang men maar met respect naar het verleden blijft kijken.

Related posts