De appel valt niet ver van de boom bij de familie Donaldson. Net als haar vader Roger (de man achter o.a. Cocktail, No Way Out en Species) koos zij er na haar studies Engelse literatuur toch voor om plaats te nemen in de regiestoel. Na enkele gesmaakte kortfilms zoals Medusa (2018), Hannahs (2019) en If Found (2021), waarin ze haar kenmerkende stijl van subtiele observatie en emotionele diepgang al liet zien, mocht ze met haar eerste langspeelfilm Good One vorig jaar meteen aanschuiven op de grootste festivals. De film, die haar persoonlijke ervaringen met familie en jeugd weerspiegelt, ging in première op het Sundance Film Festival en werd vertoond in de Directors’ Fortnight-sectie van het Filmfestival van Cannes. Ook op Film Fest Gent mocht zij over de rode loper paraderen. Wij konden haar daar strikken voor een interview.
Waar haalde je de inspiratie voor Good One vandaan? Ik las dat je broers en zussen je hebben geïnspireerd?
Oh ja, het was tijdens de pandemie dat ik het script schreef. Ik woonde toen weer thuis bij mijn familie, en ik heb halfbroers en -zussen die dichter bij de leeftijd van het hoofdpersonage in de film zitten. Zij zaten toen op de middelbare school en ik ben twintig jaar ouder. Maar ik voelde me er weer dichter bij, gewoon doordat ik dichtbij hen was. Daardoor begon ik te reflecteren over mijn eigen tienerjaren, specifiek over de periode waarin je de overgang maakt van thuis wonen naar op eigen benen staan. Dat is een moment waarin ouder-kindrelaties eigenlijk gedwongen worden een nieuwe vorm aan te nemen. Je hebt geen keuze, je moet het uitzoeken.
Was jij tijdens jouw tienerjaren de ‘Good One’ thuis?
Ik voelde zeker een verantwoordelijkheid om de vredestichter te zijn, maar ik wil daar wel bij zeggen dat dat meer iets was wat ik zelf voelde. Ik denk niet per se dat mijn familie of de mensen om me heen dat echt van mij vroegen, maar het was mijn manier om om te gaan met wat er gebeurde – ouders die uit elkaar gingen, dat soort dingen. Ik had zoiets van: oké, ik moet geen problemen veroorzaken. Dus ja, ik probeerde het goede kind te zijn.
In je film is Lily Collias de ‘Good One’. Ze heeft het minste tekst, maar zegt het meeste met haar expressieve gezicht. Waar heb je haar gevonden?
Ik heb haar eigenlijk leren kennen via mijn jongere zus. Ze zaten samen op school. We waren al maanden zonder succes op zoek naar de juiste persoon voor die rol. En toen ontmoette ik Lily via mijn zus en voelde ik meteen een connectie. Ze overtrof echt mijn verwachtingen. Ze is totaal anders dan haar personage, maar ze is een ongelooflijk goede luisteraar, heel nieuwsgierig, een bedachtzaam persoon.

Ze lijkt ook echt een familieband te hebben met James Le Gros in de film. Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?
Dat is echt hun verdienste. Het voelde heel natuurlijk. Die band was er ook buiten de set. James stelde voor om als voorbereiding op de opnames regelmatig te zoomen, omdat ze niet in dezelfde stad woonden. Ze hadden het niet over het script of de personages. Ik luisterde vooral terwijl zij met elkaar praatten. Zo leerden ze elkaar echt kennen. James is een ervaren acteur en wist dat dit zou helpen. Voor Lily was het haar eerste grote rol, dus hij wist dat vertrouwen belangrijk zou zijn. Vanaf dag één voelde het gewoon als een echte familieband – ik heb foto’s op mijn telefoon waar ze eruitzien als familie, heel vertrouwd met elkaar, elkaar plagend zoals vaders en dochters doen.
Was Danny McCarthy ook onderdeel van die Zoomsessies?
Een beetje, maar zijn personage is een beetje de buitenstaander, het derde wiel aan de wagen. Voor mij was het belangrijk dat Lily en James juist een sterke band hadden. Danny had een moeilijkere rol: zijn zoon zou er zijn, maar komt niet opdagen, en hij blijft wat verloren achter. Dus het was ook de bedoeling dat hij zich als outsider zou voelen. Die vader-dochterrelatie moest echt centraal staan.
Hoe werk jij met je acteurs op de set? Blijf je strak bij het script, of laat je ruimte voor improvisatie?
Het meeste was gescript, maar ik maakte wel duidelijk dat ik wilde dat het natuurlijk zou aanvoelen. Dus als iets niet goed voelde, konden we ermee spelen. Veel was precies geschreven, maar sommige van mijn favoriete zinnen kwamen van James, gewoon spontaan. Danny is een ervaren theateracteur en blijft graag trouw aan het script, dus het was mijn taak om ieders stijl samen te brengen tot iets authentieks.

Dit is je eerste speelfilm. Werd je niet afgeraden om in de natuur te filmen, met alle onvoorspelbaarheid die dat met zich meebrengt?
Ja, maar ik dacht eigenlijk dat het net makkelijker zou zijn – je hoeft niet veel aan set design te doen. Maar ik leerde al snel dat het heel uitdagend is. Tegelijkertijd krijg je er veel voor terug: vlinders, insecten, kleine details die je niet kunt plannen, maar die zo bijdragen aan de sfeer van de film. Ondanks de uitdagingen, waren er minstens evenveel verrassende voordelen. Het was echt een prachtige locatie.
De beelden zijn prachtig. Je werkte al voor de vierde keer samen met Wilson Cameron. Hoe is jullie samenwerking? Moeten jullie veel praten over de shots of begrijpen jullie elkaar intuïtief?
Ja, we hebben eerder al meerdere korte films samen gedaan. Het is een beetje van beide. Hij is ook producent van de film, dus we werkten al meer dan een jaar van tevoren samen aan de visuele ideeën en het productieplan. We bereiden alles grondig voor en op de set voelt het bijna als telepathie. We gebruiken dan nauwelijks de shotlist omdat we het al zo goed hebben voorbereid.
Er zit een prachtige shot in met een split diopter, waarin Lily haar tampons verwisselt en de twee mannen nerveus wachten. Was die scène tegelijkertijd ook bedoeld om een taboe in films te doorbreken?
Ik zie het niet echt als een taboe, eerder als iets heel alledaags. Het is iets waar zij elke maand mee moet dealen, en dat is super onhandig op een hike. Ze moet al die spullen bij zich dragen terwijl die twee mannen daar geen weet van hebben. Het gaat vooral om het gebrek aan privacy – ze heeft geen eigen ruimte op die tocht.

Zonder iets te verklappen over de cruciale scène in de film – het moment tussen Matt en haar, en hoe haar vader reageert – dat lijkt iets dat veel vrouwen ervaren. Denk je dat er verbetering is in hoe daarmee tegenwoordig wordt omgegaan?
Ik probeerde een klein moment vast te leggen dat een grote impact heeft. Die kleine afwijzing, dat niet gehoord worden, laat een diepe indruk achter. Ik weet niet of het beter wordt, maar ik denk dat het iets universeels is – niet specifiek voor vrouwen. Hoe moeilijk het is om iets te delen, en ook hoe moeilijk het is om echt te luisteren. Vaak willen we reageren, oplossen, maar soms is gewoon luisteren genoeg. En ik denk dat we allemaal ooit aan beide kanten staan.
De timing van die scène is zo precies – je denkt als kijker: “Matt, doe het niet!” Hebben jullie dat lang moeten bijschaven?
We hebben het wel fijn afgesteld in de montage, maar de timing kwam grotendeels natuurlijk voort uit hoe de acteurs speelden. Ze luisterden echt naar elkaar, en dat bepaalde het ritme. We hebben een paar variaties geprobeerd, maar uiteindelijk kwam de subtiliteit vooral uit hun spel.
De film wordt soms omschreven als een coming-of-age film. Ben je het daarmee eens?
Toen ik de film maakte, dacht ik daar niet aan. Ik haalde mijn inspiratie uit films over relaties, niet per se over jong zijn. Maar ik heb er geen probleem mee dat Good One onder die paraplu valt. Elke film over iemand in een overgangsfase in het leven is waarschijnlijk wel een coming-of-age. Maar zij is ook al ‘van leeftijd’ op bepaalde vlakken – ze ontdekt vooral de emotionele beperkingen van de volwassenen om haar heen.
Je zei net dat je je door bepaalde films liet inspireren. Welke waren dat?
Heel veel eigenlijk. Alle films van Kelly Reichardt, vooral Old Joy, die ook over twee mannen op een kampeertrip gaat. Maar ook Meek’s Cutoff, vanwege de manier waarop interpersoonlijke relaties zich ontwikkelen in een uitgestrekte, maar afgesloten omgeving. Ik hou ook erg van Maren Ades films, zoals Toni Erdmann – ook over een vader-dochterrelatie, grappig en verdrietig tegelijk. En Mike Leigh is ook een grote inspiratie.