Dit jaar kreeg de bioscoop Dracula twee keer met een moorddadig bezoekje over de vloer. Een paar maanden geleden was dat nog in de gedaante van Nicolas Cage in het veel te onnozele Renfield en nu is de vampier uit Transsylvanië terug via The Last Voyage of the Demeter. Het verschil tussen de twee films kan niet groter, ten minste wat de stijl betreft, want op het einde van de rit zijn het helaas twee halve mislukkingen waar menig filmfan toch iets meer van had verwacht.
Voor wie niet zo thuis is in de wereld van de roman van Bram Stoker vertellen we graag dat Demeter een gammel schip was dat in 1897 een wat op het eerste gezicht een routineuze vracht leek van Roemenië naar Londen moest verschepen. De draken op de houten containers voorspelden echter niet veel goeds, toch kon niemand van de bemanning vermoeden dat ze in het vrachtruim de Prins der Duisternis meegesmokkeld hadden.
Een fatale vergissing want met Dracula in de buurt loopt het nooit goed af. Regisseur André Øvredal windt er dan ook geen doekjes om, want het eerste beeld dat we te zien krijgen is dat van een gestrand schip aan de kust van het Engelse Whitby. Het logboek dat de kapitein bijhield liegt er niet om, één voor één kwamen de zeelui om door de tanden van het kwaad en niemand (dat denken we bij aanvang toch) die de helletocht overleefd heeft.
Het idee van deze film kwam eigenlijk voort uit Bram Stoker’s Dracula van Francis Ford Coppola. In het boek van Stoker beslaat het relaas van Demeter een heel hoofdstuk, maar in de verfilming van de regisseur van The Godfather was het niet meer dan een paar luttele seconden. Scenarist Bragi Shut Jr. zette zich schrap om er een heel scenario over te verzinnen en blijkbaar had Dreamworks er een goed oog op – het einde van de film lonkt zelfs naar een sequel – en trok er 45 miljoen dollar voor uit de kast. Veel te hoog gegrepen, want de eerste golf van recensies was ronduit negatief en al snel bleek dat de horrorcommunity meer zin had in iets hips als Talk To Me. Dit maar om te zeggen dat we er best van overtuigd zijn dat een tweede deel er niet zo snel zal aankomen.
En toch. Ofschoon The Last Voyage of the Demeter een film is om snel te vergeten, is hij zeker en vast niet de te mijden draak die iedereen ervan maakt. Toegegeven, hoewel veel te onbenut was Nicolas Cage wel de gedroomde vampier, toch is de Dracula uit deze film even indrukwekkend. Verwacht echter geen vent met een cape op, wel een monsterachtig schepsel dat lijkt op het iconische personage van Max Schreck uit Nosferatu, eine Symphonie des Grauens (Friedrich Wilhelm Murnau) uit 1922, tot op heden nog altijd de beste Dracula-film.
Het probleem is echter dat André Øvredal, die internationaal doorbrak met Trollhunter, veel te weinig doet met deze creatie. De Noorse regisseur bagatelliseert zijn creature feature zelfs tot een goedkoop CGI-gedrocht, het verguisde (en nu gelukkig bijna totaal vergeten) Dracula Untold van Gary Shore is dan ook nooit ver weg, zeker niet in de tweede helft van de film die zich als een saaie uitputtingsslag langzaam voortsleept.
Wat overblijft zijn de prima acteerprestaties van de vrij imponerende Corey Hawkins als de enige aan boord van Demeter die over wat gezond verstand lijkt te beschikken en een ongelooflijk sterk eerste uur dat aanvoelt als een heerlijke avonturenfilm uit de eighties zoals ze die tegenwoordig niet meer maken. Als de aap – of in dit geval de vampier – uit de mouw komt, wordt het saaie eenheidsworst en jammer genoeg moeizaam aftellen naar de end credits.
GENRE: avontuur, horror
JAAR: 2023
REGISSEUR: André Øvredal
CAST: Corey Hawkins, Aisling Franciosi, Liam Cunningham, David Dastmalchian
LAND: USA