Philippe Van Leeuw is geboren in Brussel in 1954. Na zijn studies aan het INSAS en American Film Institute in Los Angeles – hij was er leerling van Sven Nykvist en Conrad Hal – keert hij terug naar Europa en bouwt er een heuse carrière uit als cinematograaf. Naast televisie-, kort- en publiciteitsfilms en documentaires is hij ook de cameraman van La Vie De Jésus van Bruno Dumonts en Le Dernier Des Fous van Laurent Achard. Daarna voelde hij dat het moment aangebroken was om zelf de regie van een eigen film in handen te nemen en hij koos meteen voor een aartsmoeilijk thema: de Rwandese genocide van 1994.
Hij schreef meteen ook het scenario en het resultaat is een sober, angstaanjagend en bij momenten zelfs adem stokkend Belgisch langspeelfilmdebuut. Het verhaal? April 1994 – Rwanda. Van bij het begin van de genocide ontvluchten de Westerlingen het chaotische land. Voor het wordt geëvacueerd, verstopt een Belgisch gezin hun jonge Tutsi-kinderverzorgster Jacqueline in het valse plafond van hun huis. Ze zit er opgesloten terwijl de gewelddadige en met machete gewapende bendes zowel op straat als in het huis amok maken en moorden.
Geschreeuw ten gevolge van menselijk leed, dringt haar schuilplaats binnen.. Ondanks deze aanhoudende terreur en de wraakroepende Hutu-agressie verlaat Jacqueline haar schuilplaats, op zoek naar haar eigen kinderen. De jonge moeder ontdekt hun levenloze lichamen tussen de talloze lijken. Verdreven uit haar dorp, opgejaagd als een wild dier, vlucht ze radeloos en angstig de bossen in. Ze probeert te overleven en haar verdriet te verwerken. De jonge vrouw kwijnt weg en dat brengt haar op de rand van een inzinking.
Totaal ontredderd probeert ze zelfmoord te plegen. Het toeval wil dat ze wordt geconfronteerd met een andere Tutsi die dodelijk gekwetst is geraakt tijdens de koelbloedige afslachtingen. Haar verslagenheid zet zich om in een daad van ‘naastenliefde’. Ze redt en verzorgt de zwaargewonde man. Stilaan groeit er een band tussen de twee opgejaagde. Jacqueline is onzeker en haar geest slaat meer en meer op hol. Uiteindelijk neemt ze een onverwachte beslissing.
In Le Jour Où Dieu Est Parti En Voyage ontwijkt Van Leeuw elke vorm van sensatie. Hij filmt deze zowel fysieke als psychische overlevingstocht volledig vanuit het standpunt van de Tutsi-vrouw die hulpeloos de ernstige gruwel die het hart van Afrika recent diep heeft getroffen, probeert te overleven. De regie is streng, afgemeten, benauwend en saillant. De muziek is schitterend en zelden zo’n verbluffend camerawerk gezien (Marc Koninckx in heel grote doen) dan in Van Leeuws debuut.
Het getormenteerde hoofdpersonage wordt meesterlijk, enigmatisch en pakkend vertolkt door de 24-jarige Rwandese zangeres Ruth ‘Shanel’ Nirere (eveneens haar filmdebuut). De regisseur wil in de eerste plaats de herinnering aan de genocide levendig houden; een opdracht waarin hij 100% is geslaagd. Hij draagt zijn film dan ook op aan alle overlevenden van de volkerenmoord. Eindverdict: een uiterst straffe en verstilde schets vol grote onuitgesproken emoties die onderhuids aan je blijven pakken. Een film die je bij de keel grijpt en je nekharen steil overeind doet komen. Cinematografisch België komt nog maar eens heel krachtig uit de hoek.
Genre: drama
Jaar: 2012
Regisseur: Philippe Van Leeuw
Cast: Ruth ‘Shanel’ Nirere, Afazali Dewaele
Land : België, Frankrijk
Speelduur: 94 minuten