Subscribe Now
Trending News

Blog Post

The Wizard of Oz (1925): een 100-jarig vergeten filmcuriosum
THE WIZARD OF OZ (c) IMDB Pro
Flashback

The Wizard of Oz (1925): een 100-jarig vergeten filmcuriosum 

Dit jaar is het exact een eeuw geleden dat The Wizard of Oz van Larry Semon in première ging. Deze stille film uit het interbellum is bij het grote publiek grotendeels in de vergetelheid geraakt, overschaduwd door de veel bekendere MGM-verfilming uit 1939 met Judy Garland (de moeder van Liza Minnelli) in de rol van Dorothy en in een officiële regie van King Vidor en Victor Fleming, hoewel de cineasten Richard Thorpe en George Cukor zich ook inlieten in de regie, maar uiteindelijk niet werden vermeld in de eindcredits. Semons slapstickversie uit 1925 is bij ons weten nooit uitgebracht of te zien geweest in België omdat de prent werd geplaagd door problemen zoals onder meer het faillissement van de productiemaatschappij Chadwick Pictures nog voor de officiële premières in de USA, UK en Frankrijk met als gevolg een beperkte internationaal release van de film.

Ofschoon het in naam een avontuurlijke komedie-adaptatie is van het wereldberoemde boek The Wonderful Wizard of Oz van L. Frank Baum, heeft de prent bijna niets te maken met de oorspronkelijke roman. En ondanks dat de Semon-versie een van de bekendste vroege (stille) adaptaties is, is hij zeker niet de eerste. Zo was er in 1908 al het multimedia-project met als titel The Fairylogue and Radio-Plays waarin L. Frank Baum zelf optreedt en vlot film combineert met toneel. De filmfragmenten zijn verloren gegaan, maar dit wordt gezien als een van de eerste pogingen tot verfilming.

Twee jaar later duikt The Wonderful Wizard of Oz op onder de vorm van een mute kortfilm geproduceerd door de Selig Polyscope Company. Dit is de oudste nog bestaande filmversie van het verhaal en dat vrij losjes is gebaseerd op het boek, met een speelduur van ongeveer 13 minuten.

In 1914 zien meerdere Oz-films, allemaal geproduceerd door Baum zelf omdat hij op dat moment zijn eigen filmmaatschappij The Oz Film Manufacturing Company had opgericht waarmee hij achtereenvolgens de films The Patchwork Girl of Oz, The Magic Cloak of Oz en His Majesty, The Scarecrow of Oz, op de filmmarkt brengt.

En dan is er in 1925 The Wizard of Oz van Larry Semon waarin hijzelf de rol speelt van de Scarecrow en Oliver Hardy (van het vermaarde komische duo Laurel & Hardy) de Tin Man vertolkt. Destijds werd deze versie niet goed ontvangen, maar het is officieel wel de eerste filmversie en net daarom beroemd. Maar vandaag – precies een eeuw geleden – nog slechts een historische filmvoetnoot kan worden genoemd.

THE WIZARD OF OZ (c) The Movie Database (TMDb)
THE WIZARD OF OZ (c) The Movie Database (TMDb)

Toch loont het de moeite om deze vroege versie grondig te (her)bekijken, niet alleen als rariteit uit de filmgeschiedenis, maar ook als fascinerende reflectie van zijn tijd. Wie vandaag Semons prent bekijkt, ontdekt geen klassieke sprookjesvertelling, maar een ongewoon hybride genreproduct dat laveert tussen slapstickkomedie, politieke satire en stuntspektakel.

De film opent met een proloog in de ‘echte’ wereld: Dorothy blijkt geen gewoon meisje uit Kansas, maar een prinses die recht heeft op de troon van het koninkrijk Oz. Haar afkomst is geheimgehouden, maar wanneer de oude koning sterft, ontstaat er een machtsstrijd tussen Dorothy en de sluwe Eerste Minister Kruel (Josef Swickard). Deze politieke bonje speelt zich grotendeels af in een middeleeuws aandoende setting met kastelen, soldaten en geheime gangen, een esthetiek die weinig te maken heeft met de kleurrijke fantasiewereld van Baums boek.

Dorothy wordt gespeeld door de in 1906 geboren Dorothy Dwan, een actrice die destijds beter bekend stond als de echtgenote van Larry Semon, doch via een kleine anekdote weten we dat ze – zoals men toen wel dacht – eigenlijk geen verwantschap had met de vermaarde Allan Dwan (regisseur, producer en scenarist), maar wel zijn familienaam ‘leende’ omdat ze zijn werk bewonderde.

Dorothy krijgt weinig ruimte om haar personage diepgang te geven en fungeert vooral als damsel in distress. Haar drie beschermers: de Scarecrow (Larry Semon himself dus), de Tin Man (Oliver Hardy, in een van zijn vroege rollen) en de Lion (Spencer Bell, onder het pseudoniem G. Howe Black), zijn hier geen magische figuren, maar vermomde mensen. Ze nemen hun identiteit pas aan na aankomst in Oz. Hun vermommingen zijn eerder bedoeld als vermakelijke camouflages dan als uitdrukking van karakter of verlangen.

De film bevat nauwelijks dialoog (zoals logisch uiteraard in een stille film), maar er wordt wel overvloedig gebruik gemaakt van tussentitels en visuele gags. Larry Semons regie zet zwaar in op spectaculaire fysieke humor: instortende trappen, exploderende poorten, vallende torens en wilde achtervolgingen. Een van de visueel meest indrukwekkende scènes toont Semon die als Scarecrow via een katrolsysteem een kasteeltoren beklimt en die meer doet denken aan Harold Lloyd dan aan L. Frank Baum. De technische uitvoering is op vele aspecten heel inventief, met gebruik van matte schilderingen en dubbele belichting om grootschaligheid te suggereren. Toch verdrinkt het plot in zijn eigen visuele branie.

Een bijzonder pijnpunt is de raciale representatie. Spencer Bell, die de rol van de Lion vertolkt, wordt voorgesteld als een laffe, domme knecht met overdreven expressies en karikaturale angstreacties. De generische naam ‘Snowball’ en het pseudoniem ‘G. Howe Black’ illustreren pijnlijk het racisme dat destijds genormaliseerd was in de Amerikaanse filmindustrie. Deze elementen maken een moderne herwaardering van de film complex want de technische- en filmhistorische waarde staat haaks op de problematische ideologische lading.

THE WIZARD OF OZ (c) IMDB Pro
THE WIZARD OF OZ (c) IMDB Pro

In vergelijking met eerdere versies die we reeds hebben vermeld, is het wel de eerste langspeelfilm over Oz, maar ook de eerste die volledig afwijkt van het oorspronkelijke bronmateriaal. Oz wordt in deze film niet gepresenteerd als een magisch droomland, maar als een politiek instabiel koninkrijk waarin niets bovennatuurlijks gebeurt. De Scarecrow, Tin Man en Lion hebben geen verlangens, geen interne conflicten en geen evolutie. Dorothy leert trouwens ook niets over zichzelf en de slechterik is weinig meer dan een komisch obstakel.

Veertien jaar later zou de versie van Victor Fleming en King Vidor een totaal andere toon aanslaan. Deze The Wizard of Oz is een MGM-meesterwerk uit 1939 en niet alleen beroemd vanwege de technologische vernieuwingen waaronder het gebruik van Technicolor dat de overgang van zwart-wit naar kleur op symbolische wijze markeert, maar vooral door de emotionele rijkdom van het verhaal en de muziek. Judy Garland als Dorothy bracht een ongekende gevoeligheid naar het scherm en haar vertolking van de song Somewhere over the Rainbow, werd een klassieker die generaties overstijgt en nog tot op vandaag door bijna iedereen is gekend en wordt meegezongen.

Uiteraard moet de vraag waarom deze song al die tijd toch zo iconisch is gebleven, worden gesteld. In minder dan drie minuten zingt Garland een lied dat niet alleen Dorothy’s verlangen naar een betere wereld uitdrukt, maar ook universele gevoelens van melancholie, hoop en verbeelding prikkelt. De melodie van Harold Arlen, gecombineerd met de poëtische tekst van Yip Harburg, raakte een gevoelige snaar in de jaren van de Grote Depressie en blijft tot vandaag herkenbaar. Het lied wordt nog steeds gecoverd, geciteerd en gebruikt in films en reclames, omdat het meer is dan een muzikaal moment, noem het zonder blozen zeker een cultureel ankerpunt.

De 1939-versie respecteert de structuur van Baums boek, maar voegt ook een psychologische laag toe. Elke metgezel van Dorothy – de nitwit Scarecrow, de harteloze Tin Man en de bange Lion – staat symbool voor een intern conflict dat Dorothy moet overwinnen. Oz is een droomwereld, maar ook een spiegel van haar innerlijke ontwikkeling. De film eindigt met de beroemde les: ‘There’s no place like home’: een uitspraak die generaties kijkers heeft ontroerd.

Honderd jaar na de première van Semons Wizard of Oz kunnen we deze film bekijken met dubbele blik. Enerzijds is het een product van zijn tijd, met innovatieve stunts, creatief camerawerk en een komische stijl die destijds populair was. Anderzijds is het een fundamenteel onevenwichtige adaptatie van een geliefd verhaal, vol theatrale overdrijving, karikaturen en een scenografie die elke magie ontbeert.

De prent markeert een overgangsmoment in de filmgeschiedenis: van stille vaudeville naar klank, kleur en karakter. Larry Semons versie mag dan geen succes zijn geweest, het is een fascinerend tijdsdocument dat ons toont hoe film zelfs in zijn vergissingen iets waardevols kan achterlaten. Misschien moeten we deze Wizard of Oz niet bewonderen om wat hij probeert te zijn, maar om wat hij ons laat zien over hoe verhalen zich aanpassen (of ontsporen) wanneer ze door verschillende generaties worden verteld.

Het mag duidelijk zijn: de magie van Oz zit niet in zijn decor, maar in zijn belofte. Eigenlijk is het een historisch curiosum en een fascinerend artefact desondanks de gebrekkige narratieve structuur, gemis aan spanningsopbouw of duidelijke logica. Toch verdient de film aandacht in het Oz-jubileumjaar, omdat hij toont hoe flexibel én misbruikt literaire klassiekers konden worden in het vroege Hollywood. Het commerciële fiasco eiste echter een heel zware tol want enkele jaren na de release ging Semon failliet en overleed vervolgens in 1928 op 39-jarige leeftijd.

En alleen wie gelooft in de kracht van het Oz-verhaal, kan de regenboog werkelijk oversteken. En hoewel de 1925-versie (waarschijnlijk) nooit in de Belgische bioscopen is beland, is die nu wel toegankelijk voor geïnteresseerden via online platforms, YouTube en dvd-uitgaven.


Genre: Slapstick, komedie, avontuur
Jaar: 1925
Regisseur: Larry Semon
Cast: Larry Semon, Dorothy Dwan, Oliver Hardy, Spencer Bell, Charles Murray, Joseph Swickard, Mary Carr, Rosalind Byrne
Land: USA
Speelduur: 72 minuten

Related posts