Als er een filmtechniek is die paradeert met een laag budget, dan is dat ongetwijfeld found footage. Het filmgenre knalde aan het eind van de vorige eeuw de mainstream binnen door het succes van de indiefilm The Blair Witch Project (1998). Hoewel de belangrijkste, was ze niet de eerste film in het genre.
Vóór The Blair Witch verschenen er sinds de jaren zestig ongeveer een dozijn, met de Italiaanse exploitatiefilm Cannibal Holocaust (1980) en de bewonderingswaardige Belgische C’est arrivé près de chez vous (1992) als uitspringers. The Blair Witch Project was een monstersucces die meer dan 250 keer zijn budget terugverdiende en heeft ongetwijfeld een reusachtige invloed gehad op de verdere ontwikkeling van het horrorgenre in de laatste twee decennia.
Fans van found footagefilms zwichten bij de ruwe, realistische cinematografie waar het genre voor bekend staat. Haters bekritiseren de esthetiek van de films en beweren dat found footage een truc is van grote filmstudios om veel geld te verdienen met goedkope en onoriginele projecten. Ergens zijn deze kritieken terecht. Zeker na het succes van Paranoral Activity (2007) werd de found footagestijl een onnavolgbare trend binnen het horrorgenre. Het lage budget van de films betekende vooral dat de producties weinig financiële risico’s met zich mee brachten.
Willow Creek (2013) lijkt op eerste zicht één van de zovele films in dit verzadigde landschap. De film vertelt het verhaal van een jong koppel die voor een documentaire over Bigfoot besluit om in het bos te kamperen. Dit doen ze in de buurt van de fameuze Patterson-Gimlin site, waar het monster ooit is waargenomen. Na een aantal akelige gebeurtenissen in het bos, dringt het tot het koppel door dat ze mogelijks niet levend uit hun avontuur zullen komen.
De film steekt haar grootste inspiratiebron niet weg: ze volgt de narratieve structuur van The Blair Witch Project op de voet. De lange eerste acte van de film bestaat net als The Blair Witch uit interviews met omwonenden. Helaas voegen veel interviews niets substantieel toe en worden ze voornamelijk gebruikt voor het komische effect. Zeker nadat de film tot tweemaal toe een muzieknummer brengt over het harige monster, wordt het moeilijk om alles nog serieus te nemen.
Daarna wordt de film wel beduidend sfeervoller. Het hoogtepunt van de film bevindt zich aan het einde van de tweede acte. Er is een ijzingwekkende scène waarin het koppel ’s nachts in hun tent luistert naar de geluiden die ze horen vanuit het bos, terwijl angst exponentieel bij hen binnensluipt. De scène duurt maar liefst één vijfde van de totale speelduur van de film en is zonder overdrijven één van de meest intense momenten uit het hele genre. Daarnaast slaagt de film erin om op een dynamische manier zijn hoofdpersonages uit te werken. Acteurs Kelly Gilmore en Bryce Johnson spelen ook goed op elkaar in en dragen de film tot op het einde.
Je zal ons niet horen zeggen dat Willow Creek een meesterwerk is, maar het is wel een ruwe diamant. Je moet er het flauwe eerste half uur bijnemen, maar wie volhardt krijgt een boeiende en eerlijke film te zien die het found footagegenre terug voorziet van zijn veren. Misschien is deze film wel inspirerend genoeg om zelf nog eens de camera van onder het stof te halen.
GENRE: horror, found footage
JAAR: 2013
REGISSEUR: Bobcat Goldthwait
CAST: Alexie Gilmore, Bryce Johnson
LAND: USA