Een film van Alejandro Jodorowsky is doorgaans een evenement. Deze Chileense eminente allround-grijsaard had slechts twee films nodig (El Topo uit 1970 en The Holy Mountain uit 1973) om zich een cultstatus aan te meten. Na 23-jaar afwezigheid sloeg hij totaal onverwacht terug toe met het eigengereide La Danza De La Realidad, een uitgesproken en indringende reflectie over zijn getroebleerde jeugdervaringen in zijn vaderland Chili. Hij speelt niet alleen zelf de hoofdrol, maar betrekt zowat zijn ganse actieve familie bij dit zielsroerende autobiografisch project. Makkelijk toegankelijke cinema is anders en niet iedereen zal deze controversiële testamentaire beschouwing smaken.
Jodorowsky keert terug naar zijn geboortestad Tocopilla in de Chileense woestijn waar hij als kind moet opboksen tegen zijn dominante Stalin-gezinde Joodse vader. Een man wiens wereld wordt gedomineerd door Chileense vlaggen, communistische uniformen, nazi’s met bloedrode swastika’s, geflipte circusartiesten, malle dwergen, getatoeëerde Theosofisten en andere doemtoestanden. Gelukkig wordt deze bedreigende wereld kleur gegeven door Jodorowsky’s buitengewone, diep gedecolleteerde, vrijdenkende moeder.
La Danza De La Realidad is een ‘imaginaire’ en magisch-surrealistische zelfoverpeinzing die gedrenkt is in dramatiek, symbolisme, absurde humor en een surrealistische anekdotengoed die de kijker trakteert op een poëtische (gekke) wereld. Een absoluut beklijvende, wervelende en emotioneel rijke ervaring.
Spijtig echter dat de comeback van deze grootmeester deels wordt gefnuikt door een te beperkt budget. Dat vertaalt zich soms in over the top-scènes en digitale opnames die de irreële denkbeelden van de maestro niet altijd even accuraat kunnen vatten. Toch is Jodorowsky’s La Danza De La Realidad in wezen een balsturige ‘dans om de realiteit te ontspringen’ of noem het een intelligente, therapeutische en meta-mediatieve ‘flashback’ die zeker zes Fast Forward-sterren waard is.