Subscribe Now
Trending News

Blog Post

LUBNA AZABAL
LUBNA AZABAL (c) BART BAEVEGEMS
Interview

LUBNA AZABAL 

Lubna Azabal is een Belgische actrice die in 1973 is geboren in Brussel en er ook opgroeide. Ze verhuisde een tijdje naar de romantische lichtstad voor enkele jaren, maar ze woont al geruime tijd terug in Brussel. Ze is al jaren bijzonder actief bezig in het theater, maar als filmactrice raast ze het laatste jaar in TGV-snelheid naar de absolute internationale top. In Brussel volgde ze lessen aan de ‘Kleine Academie’, de internationale theaterschool in Schaarbeek en de Franstalige afdeling van het Koninklijk Conservatorium.

Het was vooral regisseur André Téchiné die haar tijdens haar studies aanmoedigde en inspireerde. Ze begint aan een theatercarrière in Brussel maar verhuist in 1999 naar Parijs waar ze het tot op de scène van het Théâtre du Rond-Point schopte. Haar laatste theaterproductie dateert echter van 2006 omdat haar agenda sindsdien vol geboekt staat met snel opeenvolgende filmproducties.

In 1997 speelde ze aan de zijde van Olivier Gourmet haar eerste rol in een kortfilm van regisseur Vincent Lannoo. Daarna volgden zo’n 20 filmrollen waaronder in 2001 een rol in Loin en in 2004 een rol in Les Temps Qui Changent, beide films van haar mentor André Téchiné. In 2005 volgde een opgemerkte hoofdrol in het Palestijnse Paradise Now van Hany Abu-Assad.

Datzelfde jaar was ze te zien als bohémienne in Tony Gatlifs Exils in een dartel samenspel met Romain Duris. In 2008 had ze een opvallende kleinere rol in de film van Ridley Scott, Body Of Lies, met scènes aan de arm van wonderboy Leonardo DiCaprio. Het beklijvende Incendies won de publieksprijs op het Festival De Namur en het IFFRotterdam, was de Beste Canadese Film op het Toronto Festival en kreeg ook een nominatie als beste buitenlandse film voor de Academy Awards van 2011. Eerder dit jaar ging Here, een romantisch low budget-drama van Braden King met Lubna in een fantastische hoofdrol, in première tijdens het prestigieuze Sundance Filmfestival. En tijdens de Berlinale liet ze zich opmerken in het regiedebuut van Ralph Fiennes, de Shakespeare- bewerking Coriolanus waar ze pronkt aan de zijde van Gerard Butler, Brian Cox en Vanessa Redgrave.

Fast Forward-reporter Marc Bussens trok destijds per gewone intercitytrein naar het IFFRotterdam voor een geanimeerde en vooral heel charmante babbel met deze snelrijzende Belgische filmkomeet.

Hoe heb je de toch wel heel moeilijke hoofdrol in Incendies weten te bemachtigen?
Lubna: De filmmakers hebben een lang en wereldwijd auditieproces op het getouw gezet om de geknipte actrice te vinden voor de rol van de getormenteerde moeder. Waarom ik uit de bus ben gekomen en niet die massa’s andere knappe actrices weet ik nog altijd niet. Geloof me, ik ben nu niet meer nieuwsgierig om het te weten (lacht). De film is gebaseerd – al zie je dat niet direct in de film en voel je het nog minder aan – op het toneelstuk van de Libanese schrijver en toneelregisseur Wadji Mouawad.

Ik had nog nooit van het toneelstuk gehoord tot ik deze rol in m’n schoot kreeg geworpen. Toen ik het script van Denis Villeneuve voor het eerst las, was ik ontzettend gefascineerd en aangedaan door het pakkende en intense humane verhaal. De thema’s en de ideeën van de film spraken mij heel erg aan en de kans om zo’n genuanceerde rol als deze van het hoofdpersonage Nawal Marwan te spelen, is er eentje uit de duizend. Zo’n unieke kans laat je niet liggen. Ik heb nog nooit mee mogen doen in zo’n ambitieus project en ik was en ben nog steeds in de wolken dat ik deze kans heb gekregen. Belangrijk zal zeker wel geweest zijn dat men dacht dat ik de verschillende leeftijden van het personage op een realistische wijze kon vatten en weergeven, of tenminste dat denk ik toch (lacht).

LUBNA AZABAL
LUBNA AZABAL (c) BART BAEVEGEMS

Hoewel je een Belgische bent, spreek je heel vlot Arabisch in de film. Is dat je moedertaal?
Lubna: Absoluut niet! Mijn vader is een echte Berber die uitgeweken is naar België. Berbers heeft niets te maken met de Arabische taal. Mijn moeder is op haar beurt van Spaanse komaf. Ze heeft zich bekeerd tot de Islam, maar spreekt geen moer Arabisch. Ik ben opgevoed in het Frans en het Spaans. Ik heb dus speciaal en fonetisch het Arabisch moeten leren voor deze film. Geen evidente klus (zucht). Weet je dat ik nu ook Armeens spreek omdat ik dat moest aanleren voor m’n personage in Here? (pocherig hoofdknikje).

Hoe zou je Denis Villeneuve omschrijven?
Lubna: Een moeilijke vraag (blaast luidruchtig). Opvallend is zijn zachte en best aardige karakter. Professioneel moet ik hem definiëren als een getalenteerde feministische cineast. Incendies is in de eerste plaats toch een heel sterk en meerlagig vrouwenportret dat met chirurgische precisie ontleedt hoe mensenlevens vaak gedomineerd worden door de politieke toestand en het sociaaleconomische geweld van hun land. De karakters kunnen niks anders doen dan proberen te overleven. Verschrikkelijk.

Ben je akkoord dat je personage fungeert als loepzuivere metafoor voor de universele positie van de vrouw?
Lubna: Ja, ik vind het tof dat je die opmerking maakt want dat vat precies mijn beleving  tijdens de opnames samen. Ik heb het personage benaderd vanuit een alomvattende vrouwenperspectief en wou zeker geen uitgelezen politieke activiste neerzetten.

LUBNA AZABAL
LUBNA AZABAL in INCENDIES (c) The Movie Database (TMDB)

Wat betekent ‘incendies’ exact?
Lubna: De meest accurate vertaling of betekenis van het woord in de filmcontext is ‘brandhaard’. De personages en de feiten spelen zich af in een metaforische hel.

Je hebt op het Filmfestival van Abu Dhabi de hoofdprijs weggekaapt voor je schitterende vertolking in Incendies. Er hing een prijskaartje aan van 25.000 dollar. Ik zou denken dat je in je nopjes was, doch je hebt serieus van leer getrokken tegen de Belgische media hieromtrent. Waarom?
Lubna: Kijk, tot op heden ben ik in België blijkbaar een quantité négligable. Niemand uit het Belgische filmwereldje heeft kennelijk notie van mijn bestaan. Ik word nooit gevraagd of gecontacteerd voor een rolletje in een Belgische film. Als ze me wel zouden vragen, zal ik daar gretig op ingaan. Als er ergens een professioneel filmevenement is, word ik nooit uitgenodigd. Dat zijn toch allemaal onmiskenbare vaststellingen die wijzen dat men me in België niet beschouwd als een actrice van eigen bodem. Dat doet pijn.

Ik besta gewoon weg niet voor het Belgische culturele of artistieke milieu. Als ik dan in het buitenland eigenlijk erkenning krijg als actrice, daag ik plots in alle Belgische kranten op. Niet bepaald met een lofzang over mijn acteerprestatie, maar wel met uitvoerige commentaar over het enorme bedrag dat ik door de prijs mag opstrijken. Wel, zo’n houding vind ik bijna vulgair en maken me pissig (in alle staten). Los van deze specifieke situatie wil ik wel opmerken dat ik door die prijs niet plots ergens tussen de wolken zweef. Ik vind een onderscheiding uiteraard leuk om krijgen, maar ik blijf absoluut met beide voeten stevig op de begane grond (lacht). Ik ben doorgaans een tweetal minuutjes gelukkig en dan ben ik weer volledig mezelf. Dat was ook zo toen ik vernam dat Incendies was genomineerd voor een Oscar. Wow, tof, een bekroning voor al ons geleverd werk! Direct na dit prettige gevoel hoor ik een stemmetje in mijn hoofd dat zegt: “Genomineerd zijn is al afdoende, de Oscar winnen doen we toch niet dus leef maar gewoon je simpel leventje verder Lubna” en voilà. Wat me voornamelijk interesseert is dat ik mag blijven genieten van de luxe om voortdurend aan de slag te kunnen en mogen blijven als actrice en dat ik door dit werk in de mogelijkheid blijf om voldoende eten te  kopen om te overleven.

Heb je goede ervaringen overgehouden aan je samenwerking met Ralph Fiennes in de hoedanigheid als debuterend filmregisseur van Coriolanus?
Lubna: Ik was heel zenuwachtig. In eerste instantie omdat het een Shakespeare-verfilming was. Ik had nog nooit een Shakespeare gespeeld. In tweede instantie omwille van Ralph Fiennes. Hij is niet de eerste de beste. Hij is een briljante acteur waar ik naar opkijk. Twee niet direct kalmerende factoren die ik moest trotseren. Maar Ralph is een heel lieve, geduldige en rustgevende man. Zelfs als hij een massascène moest regisseren, bleef hij ijzig kalm en was hij de vriendelijkheid zelve. Een man met zo’n reputatie hoeft zich niet meer te bewijzen en dat is de reden waarom Ralph deze nieuwe uitdaging perfect heeft weten afronden.

Hij regisseerde als een volleerde maestro. Hij had nochtans veel schrik, maar hij liet dit nooit blijken. Een sterke persoonlijkheid. Ik ken hem al drie jaar. Hij contacteerde me voor de rol van Tomara, maar hij verontschuldigde zich meteen omdat hij toen nog volop op zoek was naar financiering om zijn project van de grond te krijgen. Hij heeft heel hard gewerkt om het nodige geld in te zamelen. Het tekort heeft hij uit eigen zak betaald omdat hij enorm gedreven was om Coriolanus tot een goed einde te brengen. Het is ons uiteindelijk allemaal goed gelukt. Het was een gehecht en fantastisch team. Geweldig groepswerk.

LUBNA AZABAL
LUBNA AZABAL (c) BART BAEVEGEMS

Liet Fiennes ruimte voor dialoog over je personage?
Lubna: Hij wel, maar ik niet. Ik heb een rare manier van werken. Ik wil nooit met iemand mijn personage bespreken. Als ik de set opstap heb ik 20.000 keer het script gelezen, nachten met het script geslapen, heb ik alles tot in de puntjes klaar in mijn hoofd, ben ik de incorporatie van het karakter en hoef ik geen discussie met niemand meer aan te gaan. Ik denk zelfs dat het je prestatie negatief kan beïnvloeden. Ik weet echter nooit hoe ik het personage uiteindelijk zal vertolken. Dat laat ik over aan mijn intuïtie – of noem het mijn instinct – dat altijd in werking treedt op het moment dat ik er weliswaar vegetatief beroep op doe.

Tony Gatlif is dan ongetwijfeld wel de tegenpool van Ralph Fiennes?
Lubna: Dat mag je wel zeggen. Gatlif is een wild kind, hij is gewoon gek (lacht). Hij regisseert als een schilder. ‘Follow the flow’ is zijn levensadagium. Hij laat zich drijven door zijn flamboyante verbeelding. Hij heeft bijna niks op papier staan en creëert zijn film terwijl hij aan het draaien is. Een oprecht natuurtalent en inderdaad de complete tegendeel van Ralph. Onze samenwerking was fantastisch. Ik zal Tony Gatlif en Romain Duris nooit meer vergeten, dat verrukkelijke duo heeft een heel positieve indruk op me nagelaten.

LE BLEU DU CAFTAN
THE BLUE CAFTAN (c) The Movie Database

Heeft Leonardo Dicaprio indruk op je gemaakt?
Lubna: Oh, ja! Hij is een imponerend iemand. Onze eerste ontmoeting op de set van Body Of Lies ging gepaard met een lange en warme omhelzing. Ik was zenuwachtig en was compleet van mijn melk door zo’n gemeende welkomstknuffel. Ofschoon ik maar een bijrolletje had in de film, werd ik door Leonardo beschouwd als een actrice die even belangrijk was dan de eigenlijke protagoniste. Zo’n houding geeft je zelfzekerheid.

Heb je nog schrik om bepaalde uitdagende of heel moeilijke rollen te vertolken na je prachtprestatie in Incendies?
Lubna: (lacht) Je moet weten dat niet alle rollen even attractief zijn voor een acteur. Er zijn rollen die ik minder belangrijk vind omdat ze me minder liggen of omdat ik me niet op eenzelfde lijn kan zetten van het gedachtegoed van het personage, maar ik heb altijd en bij elke rol schrik. Als ik me aangetrokken voel tot een rol komt er automatisch een denkproces op gang over het karakter, de leefwereld, de drijfveren, enz, van het personage, ook tijdens de opnames en dat is heel uitputtend voor mezelf. Ik heb altijd het gevoel dat ik nog verder kan gaan. Zelfs als ik naar de première trek van een van m’n films, voel ik me nog heel onzeker.

Je bent tegenwoordig een echte globetrotter. Je trekt van luchthaven naar luchthaven en van hotel naar hotel. Hoe hou je dat vol?
Lubna: Om het emotioneel allemaal te kunnen bolwerken moet je inderdaad een knopje in je hoofd omdraaien. Ik leef vaak en letterlijk gewoon uit mijn valies en ja, soms ben ik deze toestanden hartstikke moe. Daartegenover staat dan ook dat ik het enorm zou missen, moest het wegvallen.


Je bent geboren en getogen in Brussel. Na een periode in Parijs te hebben gewoond, ben je teruggekeerd naar België. Zal je opnieuw moeten verhuizen nu je internationaal bent doorgebroken?
Lubna: Nee, daar heb ik geen zin meer voor. Ik voel me goed in Brussel. Ik heb er mijn vrienden en familie. Het is verdomd leuk om samen met je gabbers een pintje te pakken op een terrasje in hartje Brussel. België is mijn rootsgebied. Ik sluit dit land warm in mijn armen. Ik ben er geboren; ‘c’est chez moi’ (een guitig lachje).

Related posts