Subscribe Now
Trending News

Blog Post

DE KEUZE VAN RIK STALLAERTS
RIK STALLAERTS (c) Rik Stallaerts
De keuze van

DE KEUZE VAN RIK STALLAERTS 

Rik Stallaerts (1957)is een filmhistoricus, scenarist, regie-assistent en televisieproducer die vanaf zijn 16de films projecteerde in de legendarische bioscoop King Kong in Antwerpen. “Als je een 10-tal keer Aguirre, der Zorn Gottes van Werner Herzog vertoond hebt, kan je wel dromen van de film en het mythische Eldorado dat de conquistador, in de persoon van de waanzinnige Klaus Kinski, opzocht”, aldus Rik.

Stallaerts reanimeerde de Gentse Universitaire Filmclub UFK einde jaren 70, was even mede-programmator van het Filmgebeuren, maar vond een veilige haven in Studio Skoop, waar hij een deel van het decor werd. Met Robbe De Hert en Luc Pien maakte hij een documentaire over filmpionier Henri Storck in 1986. En in 1990 over 25 jaar Vlaamse films, Janssen & Janssens Draaien een Film.

Ondertussen was hij al researcher, redacteur, regisseur en uiteindelijk producer bij VRT voor een grote diversiteit aan reportages, filmaankoop, fictie, muziekcaptaties en documentaires. Rik was van 2004 tot 2011 producer van de meest succesvolle Vlaamse serie aller tijden F.C. De Kampioenen. Zijn laatste wapenfeit, de documentaire Spel Zonder Grenzen, is nog op VRTmax te zien naar aanleiding van de expo in Wiels van Francis Alÿs.

De vijf filmkeuzes van Rik:

PATHS OF GLORY (1957, Stanley Kubrick)

Paths of Glory, of de Paden van de Roem van Stanley Kubrick is een film die nooit aan actualiteit zal inboeten. Een regiment soldaten wordt uit de loopgraven gejaagd en een zelfmoordmissie ingestuurd door bevelhebbers die op veilige afstand, liefst in een kasteel, discussiëren over mogelijke promoties en een doorbraak. Natuurlijk lukt het niet en dan wordt maar het bevel gegeven op de eigen soldaten te schieten. Deze saga van de verovering van de mierenheuvel (‘Anthill’), vinden we ook terug in het magnifieke epos van Terence Malick, The Thin Red Line.

De ijzingwekkende scène met kolonel Dax (een magistrale Kirk Douglas) die door de loopgraven loopt is een schoolvoorbeeld van een dolly-opname die ontelbare malen is nagevolgd, net als de recreatie van het bizarre no mans land vol prikkeldraad, explosieven en vooral modder, zie ook het recente 1917 van Sam Mendes. De Franse legerleiding zette de filmverdeler onder druk en Paths of Glory was in Frankrijk pas in 1975 te zien na de dood van Charles De Gaulle, in Spanje na de dood van generaal Franco.


SOME LIKE IT HOT (1959, Billy Wilder)

Some Like it Hot is een schitterende komedie van de in Oostenrijk geboren Billy Wilder, die het vak geleerd had bij zijn collega immigrant uit Duitsland, Ernst Lubitsch (The Shop Around the Corner, 1940). Wilder kreeg al in 1945 een Oscar voor The Lost Weekend over een auteur met een drankprobleem, een nominatie voor de gangsterfilm Double Idemnity en maakte ook de klassieker over Hollywood achter de schermen, Sunset Boulevard.

Wanneer in Some Like it Hot, twee jazzmuzikanten (Jack Lemmon als Jerry en Tony Curtis als Joe) moeten vluchten, verkleden ze zich als dames om bij een vrouwelijk orkest op tour te kunnen aansluiten. Ze worden echter verliefd op de ukelele-speelster Sugar Kane (Marilyn Monroe) en de travestie-scènes op de trein zijn zonder meer hilarisch. Ook het slot is ongezien. Als een miljonair met Jerry wil trouwen en hij opmerkt dat dat niet kan omdat hij een man is, zegt hij droogjes “Nobody’s perfect”. Onwaarschijnlijk voor die tijd en het stond het kassasucces niet in de weg.


IMITATION OF LIFE (1959, Douglas Sirk)

Net zoals Billy Wilder is Douglas Sirk/Dietlef Sierk, een migrant die het Hollywood van jaren 50 vorm hebben gegeven. Een dochter met lichte huiskleur wil haar zwarte moeder niet meer zien omdat ze zich voor haar schaamt. Hét hoogtepunt van de weepies: films voor Amerikaanse huisvrouwen die niets meer om handen hebben door de nieuwe, vele keukenapparatuur. All American boy Rock Hudson (die een dubbelleven leidde als gay, wat pas uitkwam bij het grote publiek als hij een van de eerst bekende Aids-slachtoffers werd) verleidt zowel moeder als dochter. De opvallende formele kenmerken van Sirk, de decors, het kleurengebruik en de spiegeleffecten, hebben later grote invloed op het werk van Rainer Werner Fassbinder, die ook uitging van tragische personages die geen controle hebben op hun situatie en er een zelfde theatraliteit aan toevoegde. De Amerikaanse cineast Todd Haynes heeft de fakkel van Sirk/Fassbinder ondertussen overgenomen (Far From Heaven, Mildred Pierce).


IN THE MOOD FOR LOVE (2000, Wong Kar-wai)

Liefde is lijden voor Maggie Chueng & Tony Leung. Regisseur Wong Kar-wai had al fantastische films in de traditie van de Hong Kong-noir gemaakt met een nieuwe hedendaagse dynamiek zoals Chunking Express en Fallen Angels. Met In the Mood for Love veranderde hij het geweer van schouder en kiest voor een zeer traag ritme, dat breekt met de kung fu en actiefilms. De mood wordt aan elkaar gerijgd door de muzikale oorwurms van Michael Galasso en Shigeru Umebayashi. De nostalgie naar het Shangai en mode van de jaren ‘60 (de kleedjes van Maggie Cheung!) is betoverend.


KHANE-YE DOUST KODJAST? – OÙ EST LA MAISON DE MON AMI? (1987, Abbas Kiarostami)

In ons land ook wel gekend onder de titel Waar is het Huis van Mijn Vriend? is een opmerkelijke speelfilm van de Iraanse cineast Abbas Kiarostami die al kortfilms en documentaires gemaakt had in opdracht van het Jeugdfilminstituut.  Ik had het geluk hem voor de VRT als eerste in Europa, te interviewen over zijn prent. Het verhaal van de film is zeer eenvoudig. Een schooljongen heeft per ongeluk het schrift van een medeleerling mee en gaat die jongen opzoeken om het terug te geven. In zijn volgende film And Life Goes On gaat Kiarostami op zoektocht naar de jongens die meespeelden na nog eens een grote aardbeving in de regio. Ook in zijn verdere films zijn de realistische opnames en de veelvuldige opnames van de landschappen de kenmerken van de minimalistische cinema van Kiarostami die weinig nodig heeft om te ontroeren.


MISÈRE AU BORINAGE (1933, Henri Storck – Joris Ivens)

Een jaar na de grote mijnstakingen van 1932 in de Borinage, maakte de Belgische filmpionier Henri Storck, samen met ‘de vliegende Hollander’ Joris Ivens, Misère au Borinage. Het is één pakkende aanklacht tegen de levensomstandigheden waarin de mijnwerkers en hun families moeten overleven. Op het netvlies blijft het beeld gebrand waar een oude vrouw nog wat steenkool hoopt te recupereren op een terril. Onvergetelijk blijft ook de scène waar een jongen in een miserabel huisje een speelse test ondergaat en niet eens tot tien kan tellen.

De film kreeg een status als schoolvoorbeeld van de sociale documentaire en werd zo op Amerikaanse universiteiten in de jaren 60, 70 gedoceerd, ondanks de communistische teneur. De ‘set’-foto’s van Willy Kessels waren voorwerp van vele expo’s. Ik kon het scenario schrijven over de biofilm van Robbe de Hert en Luc Pien, Henri Storck, Ooggetuige (1986). In 1999 maakte Patrick Jean een nieuwe episode, met Les Enfants du Borinage, Lettre à Henri Storck, waarbij duidelijk was dat de sociale problemen in de Borinage nog lang niet voorbij zijn.

Related posts