Subscribe Now
Trending News

Blog Post

DE KEUZE VAN KOEN MORTIER
KOEN MORTIER (c) September Film
De keuze van

DE KEUZE VAN KOEN MORTIER 

Jullie hebben ongetwijfeld allemaal ons interview met Koen Mortier gelezen. De man achter o.a. Ex Drummer, 22 Mei, Un Ange en nu ook Skunk uitgebreid voorstellen is dus niet meer nodig. We laten hem meteen zelf aan het woord. Koen Mortier’s filmkeuzes:

GUMMO (Harmony Korine, 1997, hij pende ook Kids neer)

Gummo is verfilmd door de DOP Jean-Yves Escoffier, ook bekend van Boy meets Girl en Les amand du pont neuf van Leos Carax, en in het jaar van Gummo blikte hij ook Good will hunting in van Gus Van Sant, geschreven door Matt Damon en Ben Affleck.

Gummo is een heel belangrijke film op veel vlakken. Het was een niet-narratieve film over mensen wiens “droom” weggevaagd was door een tornado, maar het is volgens mij een vertelling over armoede, verveling en verloedering in de USA. De zogenaamde tegenpool van “the American Dream”. Het naturalistische spel van de streetcast, de lamlendige, doch scherpe en realistische dialogen, de absurde humor in verschillende scenes en ook de schrijnende, pijnlijke, ontgoochelde mindset van de personages waren voor mij een openbaring en het geheel presenteerde een “nieuwe” kijk op cinema.

Daarnaast experimenteerde Jean-Yves Escoffier er al een gek op los en gebruikte hij verschillende dragers, verschillende camera’s, maar creëerde hij ook in het vacuum van het stadje een ware road movie. Hij stierf op relatief jonge leeftijd aan een hartaanval in Los Angeles.

De toenmalige vriendin van Harmony Korine, Chloë Sevigny, speelde één van de rollen en deed ook de styling van de film.

Ik herinner me niet of de film te zien was in België, maar na veel geruchten over de film te horen ben ik ernaar op zoek gegaan en vond de film op VHS in Londen in het jaar 1998. Tartan-video, op dat moment de beste verdeler van speciale art house films, bracht Gummo uit in de UK.

Toen de film uitkwam in de US was het geen commercieel succes en toen ik jaren later mijn Amerikaanse line producer vroeg waarom dat zo was zei hij: “Every person in the States has a Gummo in his family”


TETSUO “THE IRON MAN” (Shinya Tsukamoto,1989)

Een body horror movie die een ode is aan de postmodernistische tijdsgeest van dat moment. Zeer waarschijnlijk beïnvloed door David Cronenberg, maar dan toegepast aan het technologische (r)evolutie die in Japan op dat moment aan de gang was.

Ook deze film heb ik ontdekt dankzij Tartan-Video, die ook Videodrome en Scanners uitbrachten.

Tetsuo was een soort van experimentele film zoals ik nog nooit gezien had, hoe het personage zich transformeert tot een machine/monster, hoe hij het metaal in zijn lichaam eigenhandig inbrengt, hoe hij met allerlei materialen zichzelf omvormt tot een vreselijke cyborg met een gigantische, boor-penis.

Ik zag de film in Berlijn, meer dan een kwart eeuw terug en hij was voor mij een wake up call. Zwart-wit gedraaid, veel effecten, stopmotion shots, bizarre shots en bewegingen, coole muziek… De film had alles om één van de beste underground films te worden uit de filmgeschiedenis.

Een echte eye-opener voor iemand die decennia aan een stuk opgevoed werd met de redelijk conservatieve, Europese cinema van die tijd.

Het begin van een Aziatische filmverslaving.


UNDER THE SKIN (Jonathan Glazer, 2013)

Als reclame- en muziekvideo maker heb ik altijd opgekeken naar Jonathan Glazer. Naast het bizarre en opwindende werk van Chris Cunningham in die tijd, was er ook Glazer die constant indrukwekkend was en uitstekend werk Maakte. Zijn originele en eigenzinnige kijk heeft hij voor de eerste keer omgezet in de film Under the Skin. Hoe hij Scarlett Johansson zo ver gekregen heeft om deze film te doen is voor mij een raadsel, maar in ieder geval speelde ze, wat mij betreft, één haar laatste echt goede rollen.
Het is een fascinerende, zelfs hypnotiserende film en de combinatie van spel, geluid, muziek en beeld maken er een nachtmerrie-achtige, droomscape belevenis van waar surrealiteit en naturalisme op een rare manier samen komen.

Toen ik de film zag vond ik dat invloeden van de hallucinerende, experimentele jaren zeventig films door Nicolas Roeg en Kenneth Anger niet gering waren.

Prachtige muziek van Mica Levi.



DOGTOOTH (Yorgos Lanthimos, 2009)

De film werd mij aangeraden door Nicolas Karakatsanis, de DOP waar ik het liefste met samenwerk. Naast het indrukwekkende camerawerk van Thimios Bakatakis, was ik ook onder de indruk van deze waanzinnige vertelling. Maar eerst wil ik toch mijn eerste indruk kwijt. De absurde, afstandelijk gedraaide film raakte mij heel diep vanwege zijn originaliteit. De gedekadreerde beelden waarbij de essentie van hoe een beeld gemaakt wordt echt ontbreekt; de hoofden van de acteurs worden uit het kader gehouden of er wordt tecveel hoofdruimte gelaten of te veel vloer wordt gekardreerd ten nadele van iets dat je echt zou willen zien. De bizarre afstandelijkheid, het houterig geregisseerde spel van de cast, het uiterst gebalanceerde script met dialogen, maar vooral de creatie van een wereld die niet groter is dat een tuin, letterlijk, en waar de gebruikte taal niet overeenstemt met het bestaand taalgebruik waren doorslaggeven om dit meesterwerk als een meesterwerk te bestempelen. Hoe moedig was het van de Grieken om deze film in te sturen voor de Oscars en hoe moedig was het om hem te nomineren?

Yorgos heeft met deze film mijn hart gewonnen als regisseur.


???

En wat nu? Nu komt het moeilijkste deel: de vijfde film kiezen, en wat als deze keuze een te moeilijke is? Laten we zeggen dat één van de volgende films de vijfde zou kunnen zijn.

Freaks (Todd Browing, 1932), Naked (Mike Leigh, 1993), Cyclo (Anh Hung Tran, 1995), Boudu souver des eaux (Jean Renoir, 1932), Tokyo story (Yasujiô Ozu, 1953), Apocalypse now (Francis Ford Coppola, 1979), Pierrot le fou (Jean-Luc Godard, 1965), 8 ½ (Frederico Fellini, 1963), L’atalante (Jean Vigo, 1934), You Were Never Really Here (Lynne Ramsay, 2017), Loveless (Andrey Zvyagintsev, 2017), Battle in Heaven (Carlos Reygadas, 200(), Dog Days
(Ulrich Seidl, 2001), La Vie de Jésus (Bruno Dumont, 1997), After Life (Kore-eda Hirokuza, 1998), Wide Blood (John Huston, 1979),C’est arrivé près de chez vous (Rémy Belvaux,, André Bonzel en Benoît Poelvoorde, 1992), Songs from the Second Floor (Roy Andersson, 2000), Trouble Every Day (Claire Dennis, 2001), Mommy (Xavier Dolan, 2014), The Passion of Joan of Arc (Carl Theodor Dreyer, 1928).

Related posts