Subscribe Now
Trending News

Blog Post

De keuze van Marc Boonen
MARC BOONEN (c) Marc Boonen
De keuze van

De keuze van Marc Boonen 

De Turnhoutenaar Marc Boonen (64) is een erudiet filmkenner en al heel lang het gezicht en uithangbord van MOOOV (ontstaan in 2013 als een fusie tussen Cinema Novo in Brugge en Open Doek in Turnhout). MOOOV is een Belgisch filmfestival dat zich richt op cinema uit alle hoeken van de wereld. Het staat bekend om zijn diverse selectie van films en het promoten van interculturele uitwisseling en begrip door middel van cinema.

Marc Boonen is er verantwoordelijk voor het artistieke aspect van het festival, waaronder het selecteren van films, het organiseren van evenementen en het vormgeven van de algemene programmering. Marc is al meer dan 30 jaar betrokken bij het festival als programmeur en speelt een cruciale rol bij het cureren van films die de diversiteit en rijkdom van de wereldcinema weerspiegelen. Sinds 2017 is hij de gedreven artistiek directeur van het MOOOV-Filmfestival.

Marc ontving de voorbije jaren ook al tal van prijzen voor zijn gewaardeerd promotiewerk voor de ‘andere’ cinema. Zo viel hem de eer te beurt om vanwege LUCA (School of Arts) in 2021 een eremaster te ontvangen. Hij ontving ook de Ultima voor Cultureel Ondernemerschap, een Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap, als de drijvende kracht achter zijn passie: MOOOV.
Jaarlijks reikt Marc zelf ook een prijs uit, namelijk de MOOOV-Sembève-Award, na een uitgebreide bevraging bij publiek en pers. Uniek voor België is tevens dat het MOOOV-festival bijna simultaan (dit jaar van 18 tot 28 april) plaatsvindt op zes verschillende locaties, verspreid over diverse provinciën. Naast deze activiteiten staat Marc ook al enige tijd achter het roer van FOMOFILM, een interessant initiatief dat mogelijkheid biedt aan een nooit eerder in het reguliere cinemacircuit vertoonde film, een keer per maand naar het publiek te brengen in de artcinema’s verspreid over Vlaanderen.

Het was even wachten op Marcs filmkeuzes, zo lang zelfs dat hij zich mistelde en er ons zes toestuurde in de plaats van de gevraagde vijf, maar bij wijze van introductie op zijn gekozen films stuurde hij ons volgende tekst:

“In die meer dan 30 jaar dat ik mee het filmfestival MOOOV programmeer, heb ik ongelooflijk veel mooie films mogen zien uit alle continenten. Zowel op grote festivals zoals Cannes, Berlijn, Venetië of Toronto als op festivals ver weg in Argentinië, Marokko, Zuid-Afrika of India heb ik prachtige films kunnen ontdekken. Dikwijls won een wereldfilm er de (hoofd)prijs. Tegelijk heb ik ook geweldige regisseurs leren kennen van over de hele wereld. Mannen en vrouwen die soms met beperkte middelen of in moeilijke omstandigheden er toch in lukken om films te maken. Films die je verrassen door hun originele beeldtaal of hun bijzonder narratief. Tot op vandaag voelt het voor mij als een groot voorrecht. Een selectie van films uit die voorbije jaren maken, is een zotte opdracht. Ik had minstens 30 titels klaar, hier zijn er slechts vijf (eigenlijk zes) en nog een lijstje als uitsmijter”:

Hierbij dus zijn keuzes:


Central Do Brasil – (Walter Salles, 1998)

Hoe lang is het al geleden dat Walter Salles nog een nieuwe film heeft gemaakt? Gouden Beer-winnaar Central do Brasil blijft voor mij een parel van een film. Wie herinnert zich niet de beelden van het Centraal Station in Rio de Janeiro waar Dora tegen betaling brieven schrijft voor analfabeten?

Eén van haar klanten is een moeder met een jongetje die een brief willen laten schrijven naar de vader. Wanneer de moeder in een ongeval sterft, neemt de nukkige en iet of wat egoïstische vrouw de jongen mee op een lange reis dwars door Brazilië op zoek naar de vader. De film is een echte roadmovie, een genre dat ik graag zie. Samen met de jongen en de vrouw reis je door het moderne Brazilië met uitgestrekte nieuwbouwwijken, godsdienstige feesten, megagrote vrachtwagens. Een reis van maar liefst 20.000 kilometer.

Maar meer nog dan een letterlijke roadmovie is de film ook een innerlijke reis waarin de jongen en vooral de vrouw ontdekken dat ze mekaar nodig hebben, mekaar moeten helpen, dat emoties en gevoelens getoond mogen worden. Ik herinner me nog de sfeervolle muziek en de prachtige fotografie in de film, maar ook de schitterende vertolking van Fernanda Montenegro als Dora, die er ook een Zilveren Beer voor kreeg in Berlijn. Ze moet intussen al bijna 100 jaar zijn (de actrice is 94 jaar, nvdr) en de laatste keer dat ik ze zag was een paar jaar geleden in The Invisible Life of Euridice Gusmão van Karim Aïnouz.


Japón – (Carlos Reygadas, 2002)

Ik weet nog heel goed wanneer en waar ik deze film zag: het filmfestival van Rotterdam in 2002 en een half jaar later zag ik de film een tweede keer op het filmfestival van Cannes en toen was de film 15 minuten ingekort. Naar het schijnt was dat ook onder druk omdat er een paar scènes inzaten die als dierenmishandeling gezien werden.

De regisseur Carlos Reygadas heeft een band met België, want nadat hij rechten had gestudeerd, werkte hij in Brussel voor de Europese Commissie. Hij wilde filmschool gaan studeren, maar werd afgewezen en maakte daarna toch een paar kortfilms in België. En dan kwam er Japón die ik dus twee keer zag.

Ik herinner me nog dat ik helemaal ondersteboven was van deze film, die heel gedurfd was, bij momenten vervreemdend, maar soms ook heel transcendentaal. Dat de film Japón heet, is voor mij nog steeds een raadsel, want nergens gaat het over het land Japan. Integendeel de film speelt zich af in een afgelegen en verarmde streek.

Japón handelt over een man die zelfmoord wil plegen, maar gered wordt door een oude inheemse vrouw. Zij wekt zelfs gevoelens van liefde en lust op bij de man. Het camerawerk in de film is van een adembenemende schoonheid, geschoten in subliem 16mm CinemaScope, af en toe zelfs met overbelichting.

Je ziet aan alles dat Reygadas een grote fan is van Tarkovski. Die visuele poëzie heeft de regisseur later nog verder uitgewerkt in zijn volgende films. De soundtrack van de film is op zich al een meesterwerk met Sjostakovich voor de openingsbeelden, Arvo Pärt voor de ongelooflijke slotbeelden, en dan zit er in de film ook nog het requiem uit Bachs Mattheus Passion en was ik van de “hand gods” geslagen.


The Mourning Forest (Naomi Kawase, 2007)

Ik was zo fan van deze film dat ik hemel en aarde bewogen heb om die extra in de kijker te zetten. Het resultaat was een aparte bijlage in zowel het Vlaamse Filmmagie als de Nederlandse Filmkrant. De samenwerking tussen journalisten uit Vlaanderen en Nederland die er toen was, is volgens mij nog steeds uniek. Dit had misschien nog meer mogen gebeuren. Wie weet wat een mooie dingen had dat nog kunnen opleveren. De film is alvast een mooi ding. De jury in Cannes snapte het ook want dit subtiel rouwdrama kreeg de Grote Juryprijs.

Zoals steeds bij Naomi Kawase zijn haar films spiritueel. De prent gaat over twee mensen die allebei door het verlies van een naaste zijn getekend: de verwarde grijsaard is weduwnaar en zijn jonge begeleidster verloor haar kind en is gescheiden. Tijdens een uitstap stranden de twee met autopech in een sprookjesachtig, smaragdgroen bos. Twee dagen lang dolen ze door het bos, een tocht die beiden een rouwproces kan helpen afsluiten.

Zoals meestal filmt Kawase in de buurt van haar eigen geboorteplaats. Wat ze hier doet met het groen landschap is schitterend en van een ongekende schoonheid. “Het bos is een metafoor voor het leven”, zei Kawase zelf over de film. “We zijn allemaal mensen die dolen, verloren zijn. Maar het is ook een plaats waar men zich kan (her)oriënteren. (…) Zelfs wanneer we ons verloren voelen, zijn er merktekens: de bomen, de natuur.”
Adembenemend mooi en dat mag je letterlijk nemen.

After Life (1998) van Kore-eda Hirokazu is van hetzelfde kaliber, maar hij is dan ook Kawase’s leermeester. Opvallend aan de film van Kawase is nog dat er in de hele film geen soundtrack zit, maar wel veel vogelgezang en regenval. Kawase werkt ook met niet-professionele acteurs. Hoe sterk toch dat ze erin lukken om samen met de cineaste de schoonheid van puur menselijke emoties te belichamen. Als je als kijker – zoals meestal – geduld hebt, mag je dat ontdekken.


Once Upon a Time in Anatolia – (Nuri Bilge Ceylan, 2011)

Ik ben er nog altijd fier op dat wij als allereerste in België een film van Nuri Bilge Ceylan vertoond hebben: Clouds of May in 2000. Met de drie daaropvolgende films Climates, Three Monkeys en Distant bewees de regisseur zijn talent en tot op vandaag zijn de films van Nuri Bilge Ceylan nog steeds van een ongekende kwaliteit.

Zijn Once Upon a Time in Anatolia is voor mij een straf hoogtepunt. Dit twee uur en veertig minuten durend politiedrama is nog veel meer dan dat, want het is tegelijk een roadmovie, een filosofische parabel, een droogkomische karakterstudie, een reflectie op- en illustratie van het hedendaagse Turkije. De film zit vol met lange observerende takes en uitgekiende beeldkaders. De plot is eigenlijk minimalistisch. We krijgen weinig feiten te zien, er lijkt amper iets te gebeuren, er zitten geen grote dramatische momenten in de film, alles speelt zich af in één regenachtige nacht en één grimmige ochtend, maar er is des te meer innerlijke dynamiek van en tussen de personages te ontdekken. Een virtuoze film voor mij met epische landschappen, maar ik besef ook wel dat voor heel wat mensen de lengte, het ritme en het beperkt narratief een beproeving kan zijn.


Timbuktu – (Abderrahmane Sissako, 2014)

Na Black Tea, de nieuwste film van deze regisseur uit Mali en de slotfilm van MOOOV Film Festival 2004, kijk ik met veel plezier terug naar zijn vorige film Timbuktu. Een superieure aanklacht tegen elke vorm van extremisme. Uitganspunt van zijn film was een nieuwsbericht over een koppel dat gestenigd werd omdat ze zonder getrouwd te zijn, kinderen hadden. De regisseur geeft ons als kijker een complexe blik op de gebeurtenissen.

Met een grote morele autoriteit is zijn film een schreeuw vanuit het hart tegen onverdraagzaamheid en extremisme. We zien hoe islamitische fanatici gazellen neerschieten met hun geweren, maskers en standbeelden vernietigen, maar dus ook de zweepslagen en stenigingen omwille van dat overspel.

Pijnlijk is ook de onderdrukking van en de controle over vrouwen en vooral hun verzet tegen de plaatselijke imam, die al lang de bestaande tradities van een tolerante islam hooghoudt. Opvallend is tenslotte dat ze niet alleen verslaafd zijn aan al dat soort wreedheden, maar dat ze ook verslaafd zijn aan hun mobiele telefoons, auto’s, videocamera’s (met als doel jihadistische films online te plaatsen) en natuurlijk wapens.

De stad is een harde, grimmige en meedogenloze plaats van onverdraagzaamheid en angst geworden. Deze film blijft tot op vandaag actueel. Er zaten in de film scénes die ik nooit vergeet: wanneer een van de jihadisten toegeeft dat hij verliefd is op de vrouw, laat Sissako ons de golvende duinen zien met een strategisch geplaatst stuk struikgewas.

Het lijkt wel een Freudiaanse visie op het naakte lichaam van een vrouw: speels, subversief en erotisch. En dan zijn er de jonge mannen die blijven voetballen nadat voetbal verboden is door het spel na te bootsen. Ze lopen met een onzichtbare voetbal over het veld en lijken een echte wedstrijd te spelen. Een schitterende daad van verzet.


An Elephant Sitting Still – (Hu Bo, 2018)

Dat het nog langer kan, bewijst An Elephant Sitting Still, want die duurt zo’n 4 uur. Eigenlijk was het commercieel niet de juiste keuze, maar MOOOV vond het als een noodzaak om de rechten van deze film aan te kopen. We waren met zijn allen verpletterd en overweldigd door deze film en de vier hoofdpersonages die stuk voor stuk gebukt gaan onder een soort hopeloosheid.

Het zijn vier enkelingen maar hun levens geraken met mekaar vervlochten: een tienerjongen die thuis en op school gepest wordt, zijn vriendin die in de greep van een schooldirecteur zit, een kruimelcrimineel wiens overspel verstrekkende gevolgen genereert en een bejaarde man voor wie een gitzwarte oude dag lijkt uitgetekend. En dan is er de olifant. Een circusolifant in het Binnen-Mongoolse Manzhouli die alleen nog maar stil zit. Hij eet niet meer en reageert nergens meer op. In al zijn onbeweeglijkheid is hij een grotere attractie dan ooit. Van heinde en ver komen de mensen om naar hem te kijken.

Het is een verhaal dat intrigeert. Is het echt? Kan een olifant depressief zijn, want in China staat de olifant symbool voor kracht, geluk en verstand? Ook hier weer lange takes, maar zeker niet statisch, want de regisseur en zijn cameraman, kiezen voor een mobiele en hectische camera. Op een paar uitzonderingen na bevatten de scènes geen montage en cirkelt de steadicam om de personages heen of volgt hen op de rug terwijl ze door de straten van Shijiazhuang lopen.

Opvallend is dat de overheersende kleur in de film een overweldigend grijs is, zelden gluurt de zon door de wolken heen. De regisseur is ervan overtuigd dat in het hedendaagse China de gewone man weinig toekomstperspectief heeft, noch een reden voor optimisme en vrolijkheid. Voor de regisseur is dat ongelukkige leven bepaald door de tekortkomingen van anderen: egoïsme, onverdraagzaamheid, geweld, overspel en leugens.

Zelf had de regisseur ook donkere gedachten, want kort na het voltooien van zijn film, en nog voor de première in het Forum van Berlijn, maakte hij een einde aan zijn leven. Behalve dit speelfilmdebuut liet hij een handvol kortfilms en een tweetal boeken na, waarvan er één de basis zou zijn voor deze film. Met de verkoper van de film is afgesproken dat alle winst van de film voor de ouders van de regisseur zijn.


Nog titels die me in de jaren zijn bijgebleven:

  • Cyclo van Tran An Hung
  • Chunking Express van Wong Kar Wai
  • Suzhou River van Lou Ye
  • Mundo Grua van Pablo Trapero
  • Ali Zaoua van Nabil Ayouch
  • El Club van Pablo Larrain
  • Bal van Semih Kaplanoglu
  • U-Carmen eKhayelitsha van Mark Dornford-May
  • Lebanon van Samuel Maoz
  • Monsoon Wedding van Mira Nair
  • Paradise Now van Hany Abu-Assad
  • After Life van Hirokazu Kore-eda
  • A Time For Drunken Horses van Bahman Ghobadi
  • Oasis van Lee Chang-dong
  • Where Is The Friend’s Home? van Abbas Kiarostami
  • Chunhyang van Im Kwon-Teak
  • Les Silences Du Palais van Moufida Tlatli
  • Journey To The Sun van Yesim Ustaoglu
  • City of Life and Death van Chuan Lu
  • Mundane History van Anocha Suwichakornpong
  • Shirley Adams van Oliver Hermanus
  • Corn Island van George Ovashvili
  • Historias Que So Esitem Quando Lembradas van Julia Murat
  • Mai Moriri van Enrique Rivero

Related posts