Subscribe Now
Trending News

Blog Post

EVA MELANDER
GRÄNS (c) The Movie Database (TMDB)
Interview

EVA MELANDER 

Vorig jaar in mei had ik het geluk om een plaatsje te bemachtigen voor de ochtendvoorstelling van Gräns, een kleinschalige Zweed-Deense-coproductie van de toen vrijwel onbekende 37-jarige Iranees-Zweedse scenarist/regisseur Ali Abbasi in de sectie Un Certain Regard te Cannes. Eigenlijk wist ik op dat moment niet welke film er op me zou afkomen. Dat is nu eenmaal zo in de mallemolen die het filmfestival van Cannes is. Honderachtenveertig minuten later stond ik op La Croisette naar lucht te happen want Gräns (Border) was een overweldigende en adembenemende ervaring. Wat een origineel, verrassend en beklijvend drama! Ik was van mijn sokken geblazen en meteen overtuigt dat Gräns het hoogtepunt zou worden van de 71ste editie van Cannes. Alle collega’s die ik de dagen daarna tegen het lijf liep hadden de mond vol over deze originele, extravagante, flamboyante doch niet precies de definiëren film. Mijn vermoeden bleek met de waarheid te stroken. Gräns was een van de onvolprezen hoogtepunten die bovendien werd bekroond met de Un Certain Regard-award. Volledig terecht. Maar waar gaat het over in Gräns? De film is gebaseerd op het gelijknamige kortverhaal van de onconventionele 50-jarige Zweedse auteur John Ajvide Lindqvist die ons eerder al trakteerde op Let The Right One In. Zonder veel van het fantastische verhaal prijs te geven (dat zou pas jammer- en een onvergetelijke deontologische blunder zijn) wordt in Gräns op een bijzonder originele manier het onwezenlijke verhaal vertelt van twee bizarre creaturen die proberen te overleven in een maatschappij die bestaat uit totaal van hen verschillende wezens. Tina, het hoofdpersonage, is een douanebeambte waar je zelfs met een ontsmette tang niet wil naar pakken. Haar uiterlijk is zo afwijkend en lelijk dat ze hét buitenbeentje is onder haar collega’s. Zij beschikt echter wel over een unieke gave want ze ruikt van op afstand malafide personen die douaniers te slim af willen zijn om illegale merchandise over de grens te ‘smokkelen’. Uiteraard valt en staat zo’n onvergetelijke en bovennatuurlijke thriller door onder meer de vertolkingen. In Gräns vond filmmaker Abbasi in Eva Melander de ideale actrice om gestalte te geven aan outcast Tina. Deze heel bevallige actrice werd geboren op 25 december 1974 in Gävle, Zweden en is in haar land een gekende toneel- en filmactrice die onder meer te zien was in bekroonde films als Sebbe en Modus en die ook in onze contreien gekende psychologische thriller Hypnotisören (The Hypnotist) van Lasse Hallström, de pannen van het dak acteerde. Melander werd in 2016 bekroond met de Guldbagge (de Zweedse Oscar) voor haar onverbeterlijke vertolking in Beata Gårdeler’s thriller Flocken. Voor haar topprestatie als Tina in Gräns werd ze al bekroond op het Hamptons International Film Festival te New York én genomineerd op de European Film Awards voor Beste actrice. Kortom Eva Melander is een van de snelst rijzende actrices van Europa die op de drempel staat om internationaal door te breken. Ik mocht op de borrel met deze Zweedse schone.

Hoe ben je betrokken geraakt bij Gräns?

ik had John Ajvide Lindqvists kortverhaal gelezen en was danig onder de indruk. Toen ik vernam dat men dit toch wel heel apart verhaal ging verfilmen, was ik direct geïnteresseerd. Ik wou koste wat kost participeren in dit project. Toen de casting werd opengesteld, was ik er dan ook als de kippen bij (lacht). Omdat ik per se de rol van Tina, het vrouwelijk hoofdpersonage wou vertolken, had ik me voorafgaandelijk fervent voorbereid op de auditie. Zelfs zodanig intens dat ik om de duur schrik kreeg daardoor de rol aan mijn neus te zien voorbijgaan (zenuwachtig lachje). De eerste auditie verliep vrij vlotjes, althans toch volgens mijn spontaan innerlijk aanvoelen. Toch was ik er niet al te gerust in. Toen ze me voor een tweede auditie contacteerden, werd ik nog zenuwachtiger. Eero (de acteur Eero Milonoff die je nog kent als boksmanager in The Happiest Day In The Life Of Olli Mäki, MB) was ter plaatse tijdens mijn tweede auditie. Eero was al lang voor mij gecast voor de moeilijke rol van Vore, mijn antagonist in Gräns. Het klikte meteen met hem. Ik voelde me onmiddellijk heel ontspannen. De spanning viel zo van me af. Kort daarna kreeg ik een telefoontje dat ik was aangenomen. Dolgelukkig en omdat ik eigenlijk noch de regisseur Abbasi, noch zijn werk kende, ging ik direct op zoek naar de dvd van Shelley, Abbasi’s debuutfilm. Een uur later heb ik die film geconcentreerd bekeken omdat ik vertrouwd wou zijn met zijn werk en gedachtengoed omdat ik wist dat hij met de verfilming van Gräns voor een sisyfusopdracht stond. Hoe vertaal je in godsnaam Lindqvists wonderlijk surreële taal op een overtuigende manier naar het witte doek? Ik zou het verdomd niet weten hoe aan zo’n taak te beginnen, laat staan tot een goed einde te brengen (lacht).

Wat trok er je dan zo special aan in dit kortverhaal?

Die buitengewone story over een persoon die volledig wordt onderdrukt en die daardoor is vergeten wie ze in se is, maar zich toch langzaam begint te realiseren dat ze ook een wezen is dat niet alleen recht heeft op, maar ook effectief een waardig leven kan hebben. En het feit dat Lindqvist uitdrukkelijk vermeldt dat het heel aparte hoofdpersonage wel degelijk bestaat, maar dan in het schemergebied tussen existent realisme en het ondoorgrondelijk bovennatuurlijke. Ik hou gewoon enorm van het verbazingwekkende universum van John Ajvide Lindqvist. Bij Gräns was het beslist de speciale en originele mix die me intrigeerde om aan dit project mee te werken. Ik moest en zou erbij zijn en het is me nog gelukt ook (lacht). Geef toe als acteur was de rol van Tina, gelinkt aan zo’n bizarre verhaal, toch geen alledaagse uitdaging. Zo’n extreem personage kunnen vertolken is een unieke kans die je moet grijpen als die voorbijkomt want wie weet, misschien is het wel een once in a lifetime opportunity, niet? Ook de nieuwsgierigheid hoe de regisseur zo’n betoverende, magisch-realistische wereld die daarenboven bol staat van extreme metaforen en onderhuids sterk allegorisch is, adequaat zou omzetten in beelden die een groot publiek bijna twee uur blijven boeien, was op zich een trigger om te deel te nemen aan dit mysterieus, krachtig en genre-overstijgend filmisch groepsproject.

Eva Melander
EVA MELANDER (c) LENA KATARINA JOHANSSON

Het filmgenre waarin Gräns thuishoort is moeilijk te definiëren, hoe omschrijf jij de film?

Dat is een heel moeilijke vraag want Gräns is moeilijk te catalogeren in een gangbaar en duidelijk afgelijnd genrehokje (denkt na). Het is absoluut een meerlagige prent die barst van beeldspraken (twijfelt en denkt opnieuw ernstig na). Specifiek aan deze film is effectief dat je hen niet kan onderbrengen in een welbepaald genre. Ik ga toch een poging wagen: het is een interdimensionale blend van een donker sprookje en een excentrieke love story voor volwassenen dat bovendien evolueert van sociaal realisme naar een diffuse sage, oef (zucht). Dat was pas een moeilijke bevalling (lacht).

Draagt de film een specifieke boodschap uit en indien ja, welke volgens jou?

Absoluut. De primordiale duiding is universeel want de focus ligt op de zoektocht naar een eigen identiteit. Daarnaast onderstreept de film hoe je daarna – ik bedoel nadat je je identiteit hebt gevonden – alle maatschappelijke normeringen van je afschudt met als enig streefdoel om zo optimaal mogelijk te kunnen genieten van jezelf.

Kende je scenarist/regisseur Ali Abbasi al voor Gräns?

Helemaal niet. Ik had nog nooit van hem gehoord (lacht). Ik ontmoette hem voor het eerst bij de zogenaamde callback na mijn eerste auditie. Ik had vanaf onze eerste ontmoeting een warm vertrouwen in hem en ook het gevoel dat het wederzijds was. Trouwens tijdens het volledige werkingsproces verliep alles vlotjes tussen ons. Hij gaf me een veilig gevoel, liet ruimte voor interpretatie en ging altijd openhartig een gesprek met me aan. We gaven het personage van Tina samen vorm en ik kon me zelfs permitteren om gedurende deze samenwerking regelmatig scherp kritisch uit de hoek te komen. Het was een optimale en bijzonder creatieve samenwerking.

EVA MELANDER
EVA MELANDER met FAST FORWARD-REDACTEUR MARC BUSSENS (c) BART BAEVEGEMS

De interactie tussen Eero Milonoff en jezelf was blijkbaar ook heel positief, niet?

Absoluut, voor zo twee bijzondere rollen moet dat ook wel. Stel je voor dat we persoonlijk niet goed met elkaar konden opschieten, dan kon je nooit bereiken wat Gräns uiteindelijk is geworden.

Kende je Eero Milonoff voor jullie samenwerking in Gräns?

Nee, hoor. Ik ontmoette zowel hem als Ali voor de eerste keer en op hetzelfde moment, dus tijdens mijn tweede auditie voor de rol van Tina. Er ontstonden prompt chemische vonken tussen Eero en mezelf. Het was de eerste keer in mijn carrière dat er zo’n positief gevoel ontstond bij een eerste ontmoeting met een andere acteur (monkellachje). Zowel tijdens de voorbereidende fase als tijdens de opnames was er tussen ons sprake van een constructieve en hechte samenwerking. We leerden elkaar gaandeweg alsmaar beter kennen en dat had ongetwijfeld een positieve weerslag op onze werkrelatie.

Hoe verliep de voorbereiding op je rol want dat moet toch zowel fysiek als mentaal een heel zware opgave voor je geweest zijn?

Er kwam inderdaad heel wat fysieke voorbereiding aan te pas. Om te beginnen verlangde men van me dat ik om en bij de twintig kilo zou aankomen. Je begrijpt dat ik wel even moest slikken toen ik dat te horen kreeg (lacht). Maar goed, ik had alles over voor deze rol en daarom besloot ik om niet te veel te morren en direct aan mijn extreme opdracht te beginnen. Ik propte me vol met al wat ik kon vinden in m’n frigo en at meermaals het vettigste voedsel dat je je kan inbeelden. De eerste dagen verkeerde ik in een zekere vorm van euforie, zeg nu zelf: je moet op niets letten, je mag eten wat je wilt en al je stoutste voedsel- en vreetdromen worden plotsklaps realiteit, fantastisch toch (lacht). Doch de ontnuchtering kwam vrij snel. Ik verdikte, maar niet op de plaatsen waar het voor de film noodzakelijk was. Ik voelde me niet lekker meer in mijn vel, was doorgaans mottig, kon nog moeilijk normaal ademen, kreeg slaapproblemen en was voortdurend onpasselijk. Ik kreeg een degout van al dat vettig eten en werd uiteindelijk depressief. Gelukkig werden er specialisten aangeworven die me na enkele dagen nauwgezet kwamen bijstaan om dit onnatuurlijk en ongezond proces in goede banen te leiden. De diëtiste legde me op om dagelijks om de negentig minuten te eten. Strak gecontroleerd moest ik bakken pasta’s en aardappelen, stukken taart, dozen ijscrème en proteïnerijke-shakers naar binnen werken. Ook moest ik net voor het slapen gaan allerlei vettigs verorberen. Geloof me het was geen lachertje. Er werd verder een coach/trainer aangeduid die me begeleidde om naast het aanwinnen van de vereiste kilo’s, mijn spiermassa en men lichaamsvorm en dito bouw bij te werken aan de hand van dagelijks zware oefeningen die werden ingepast in een afmattend trainingsschema. Zo ontwikkelde ik een bijna Hulkiaans bovenlichaam. Op twee maanden tijd was de zware klus geklaard en was ik achttien kilogram dikker en had ik een bovenlichaam dat Schwarzenegger-waardig was, althans hoe hij eruit zag in zijn gloriedagen natuurlijk (uitbundige lach). Ik verzeker je dat ik in die periode heb afgezien, zowel fysiek als mentaal. Na deze afmattende periode begonnen pas de loodzware opnames (lacht). Vrij snel bleken mijn inspanningen die ik gedurende die twee maanden had geleverd, klein bier tegenover wat ik dagelijks urenlang moest ondergaan in de make-up-stoel omwille van allerhande moeilijk zittende prothesen en siliconen maskers die ze op mijn gezicht moesten aanbrengen. Ik heb afgezien, maar ik had het er zeker voor over en ik denk dat het resultaat wel boekdelen spreekt, althans dat hoop ik toch.

Hoe ben je erin geslaagd om die achttien kilogram er terug af te krijgen?

Omdat ik zoveel troep had gegeten, was het eigenlijk niet zo moeilijk om terug te vermageren. Enerzijds ben ik nog jong natuurlijk, dat scheelt veel. Anderzijds begon ik van dag op dag terug goed en gezond voedsel te eten. Vettig junkfood werd geschrapt. Sausen, pasta’s en chips kwamen niet meer op m’n bord (lacht). Ik at alleen nog groenten en dronk liters plat water in plaats van vloten limonades. De eerste dagen kroop ik met bijtende honger en een vervelende drang naar voedsel, in bed. Het wendde vlug want ik voelde me per dag beter worden en dat gaf me de welgekomen stimulans om verder honger te lijden (lacht). Bovendien deed ik ook geen zware oefeningen meer en was de kunstmatig opgebouwde spiermassa verassend snel als sneeuw voor de zon verdwenen. Het kostte gewoon tijd, wilskracht en veel moed om terug in mijn normale lichaam en gezond ritme te komen.

Hoe verliep je dagelijkse gezichtstransformatie?

Iedere dag bracht ik vier uur door in de make-up-stoel. Vaak startte voor mij een opnamedag om twee uur ’s morgens of misschien beter gezegd ’s nachts (lacht). Telkens stond er een bijzonder professioneel team klaar – dezelfde ploeg trouwens die eerder al instond voor de make-up van monsterproducties als The Lord Of The Rings, de Harry Potter-franchisen en de Game Of Thrones-series – dat negen stukken prothesen aanbracht op mijn gezicht die ook mijn oogleden, neus en mond bedekten. Bijzonder vervelend was dat ik daardoor gedurende vier lange uren, niet in slaap mocht vallen en ik geen televisie kon kijken of een boek kon lezen om de verveling tegen te gaan. Leuk was anders (lacht). Weet je hoe ik mijn tijd toch nuttig wist door te brengen? Ik begon te luisteren naar meditatie-apps waardoor ik er uiteindelijk in slaagde om tijdens de lange schminksessies me geestelijk te verplaatsen naar een andere kamer ergens in m’n geest. Klinkt irreëel, maar het hielp.

Gräns
GRÄNS (c) The Movie Database (TMDB)

Een belangrijke gave van Tina is haar verfijnde reukcapaciteit. Je snuft, snift en snuift wat af in de prent én bovendien op een heel overtuigende manier. Hoe heb je deze techniek onder de knie of moet ik neus zeggen, gekregen? Toch geen makkelijke opgave me dunkt?

Alles op mijn gezicht was beplakt en ingeriemd met silicone, gelatine, lijm en stukjes prothesen. Ik kon nog enkel beperkt knipperen met m’n ogen en mijn bovenlip en neus bewegen, maar klein detail: mijn bovenlip en neus bewogen enkel tegelijkertijd ten gevolge van die pijnlijk drukkende kunststukken (lacht). Ik moest dus op zoek naar een manier waarop ik bij het publiek geloofwaardig kon overbrengen dat ik een mega-snuffelaar was (lacht). Ik heb uren op YouTube gesurft tot ik ontdekte dat honden over een speciaal Jacobson-reukorgaan beschikken. Het fijne weet ik ook niet van, maar het is een soort specifiek reukorgaan dat zich ergens onder de bovenlip en vooraan in de bek bevindt en waardoor ze specifieke geuren snel kunnen doorgeven aan de hersenen. Daardoor maken ze zo’n specifieke snuffel-bewegingen. Precies door het feit dat ik slechts een stukje van mijn bovenlip en neus en dan nog enkel en alleen tegelijkertijd kon bewegen, werd dit mijn toolbox. Door veel te oefenen leerde ik me deze snuffeltechniek aan (Eva demonstreert even heel dicht tegen mijn gezicht haar frappante snuiftechniek en barst vervolgens in een lachbui uit). Voilà, deze techniek etaleer ik uitvoerig op het scherm (lacht uitbundig).

Waren het moeilijke, lange opnamedagen?

Ja. Naast het urenlange schminken, filmden we per dag minimum zo’n tien uren. Daarna kostte het nog een uur vooraleer de make-up en de prothesen van mijn gezicht waren afgehaald. Reken maar uit: dat waren draaidagen van om en bij de vijftien uren. Een enorme uitdaging én heel vermoeiend, maar ik heb het heel graag gedaan omdat ik het eindresultaat verbluffend vind.

De film bevat een heel speciale, expliciete en unieke seks- en vrijscène. Hoe verliep de opname van deze pertinente scène?

Eigenlijk niet moeilijker dan de andere al wil ik er toch aan toevoegen dat Eero en ik op meerdere momenten blikken van verstandhouding met elkaar wisselden in de geest van: wat voor vreemd en apart beroep oefenen we toch eigenlijk beiden uit (lacht).

Je vertolkt momenteel in Zweden de rol van Richard III in een experimentele toneeladaptatie waarvoor je opnieuw een fysieke transformatie moet ondergaan. Heb je soms een boontje voor marginale personages?

Ja, daar lijkt het wel op (lacht). Een erudiete professor op de filmschool voor wie ik heel veel respect had zei altijd: “Your fucking personality must not stand in the way of the character you’re supposed to do” (je verdomde persoonlijkheid mag je niet hinderen bij het personage dat je verondersteld wordt te vertolken). Ik heb deze wijsheid altijd hoog in m’n vaandel gedragen en ja, marginale personages oefenen gelinkt aan de professor zijn statement, een speciale aantrekkingskracht op me uit. Deze maatschappelijke subgroep vormt een extra uitdaging voor acteurs die hun job ernstig nemen.

Een dubbele slotvraag: heb je acteurs of actrices waar je naar opkijkt en met welke regisseurs zou je in de nabije toekomst – mocht je de keuze hebben – graag samenwerken?

Ook een moeilijke vraag (zucht en denk vervolgens even na)…eh, Frances MacDormand vind ik fantastisch. Julianne Moore is ook een van mijn favorieten, zeker voor haar vertolking van Laura Brown in Stephen Daldry’s The Hours. In deze dramatische biopic was ze ronduit verbluffend. En wat betreft het samenwerken met welke regisseurs wil ik opmerken dat ik heel graag betrokken zou willen zijn bij een Engelstalig filmproject en nog het liefst van al zou ik willen samenwerken in de States met de Coen brothers (lacht). Ik wil m’n grenzen verleggen en achteren in films buiten Zweden. Mocht deze droom ooit uitkomen (er valt even een stilte). Laat me eerst maar uitkijken naar wat er eventueel en hopelijk de komende maanden nog op me afkomt. Ik ben voorlopig nog wel een tijdje zoet met mijn vertolking als Richard III op de bühne (lacht).

Related posts