De 77ste editie van het filmfestival van Cannes zit er weer op. Geen grand cru- jaargang, daar waren alle aanwezigen het over eens. Zeker in de hoofdcompetitie waren de uitmuntende titels eerder schaars gezaaid, maar met de winst van Anora ging de Gouden Palm uiteindelijk wel naar een film die niet misstaat op het fraaie palmares van ’s werelds belangrijkste festival. Al was de eindoverwinning wel lichtjes verrassend te noemen. Sean Baker (The Florida Project, Red Rocket) leverde met Anora een romantische komedie met ook een stevige scheut actie af waarin een stripteaseuse valt voor het rijkeluiszoontje van een Russische maffiabaas. Geen politieke statements dus, maar bijna 2,5 uur vertier. Het moet niet altijd zware kost zijn moet de jury gedacht hebben.
Politiek was wel alomtegenwoordig in The Seed of the Sacred Fig, een thriller waarin een onderzoeksrechter en zijn dochters zich in tegenoverstelde kampen bevinden tijdens de Iraanse studentenprotesten. Zijn paranoia neemt alleen maar toe wanneer zijn dienstwapen plots verdwijnt uit zijn nachtkastje. De film van regisseur Mohammad Rasoulof was één van de laatste competitietitels die vertoond werd, maar schoot meteen naar de koppositie bij de bookmakers. Uiteindelijk werd de topfilm toch maar min bedeeld met enkel een speciale prijs van de jury.
Dan ging het Jacques Audiards Emilia Pérez beter voor de wind. De zeer genietbare volbloed musical over een gangsterbaas die van geslacht verandert om te overleven mocht niet alleen de juryprijs ophalen, maar het ensemble (Zoe Saldana, Karla Sofía Gascón en Selena Gomez) werd ook bekroond als beste actrices.
Als we het over acteerprestaties hebben kunnen we ook niet voorbijgaan aan de glansrol van Demi Moore in The Substance, een uiterst vermakelijke bodyhorror met een boodschap geregisseerd door Coralie Fargeat (Revenge). Deze keer gaat niet onze landgenoot Kevin Janssens uit de kleren, maar wel Moore als een tv-presentatrice op haar retour die plotsklaps een mysterieus aanbod krijgt om er 30 jaar jonger uit te zien. Nu voor mij al dé horrorfilm van het jaar. Ze gaan nog heel straf uit de hoek mogen komen om The Substance, Cannes’ laureaat voor het beste script, te overtreffen in 2024.
De Grand Prix voor All We Imagine As Light, een Indisch drama over de perikelen van 3 vrouwen, kan ik ook perfect begrijpen, maar het enthousiasme voor Grand Tour deel ik niet. Miguel Gomes won de regieprijs voor dit mooi ogende, maar verder weinige boeiende drama dat nooit het niveau haalt van zijn Tabu. Naar opvallende mannelijke acteerprestaties was het ook zoeken en zo ging uiteindelijk Jesse Plemons met de prijs aan de haal. Hij is inderdaad uitstekend in Kinds of Kindness, maar de film zelf beschouw ik toch als de minste worp uit Yorgos Lanthimos’ oeuvre.
Voor de grootste teleurstellingen uit de hoofdcompetitie kom ik uiteindelijk bij de gevestigde namen terecht. Zo was Megalopolis niet het verhoopte magnum opus van Francis Ford Coppola. Aan ideeën geen gebrek, maar de overdaad zorgt ervoor dat uiteindelijk slechts de helft blijkt plakken en het resultaat een mixed bag is. Paul Schrader kon ook maar moeilijk de aandacht vasthouden met zijn Oh, Canada waarin een documentairemaker vertolkt door Richard Gere vanop zijn sterfbed terugblikt op zijn jonge leven. Al zorgde de muziek van singersongwriter Phosphorescent, één van mijn persoonlijke favorieten, voor een positieve nasmaak.
Dat gevoel ontbrak volledig na David Cronenbergs The Shrouds. De Canadees mag zich dan wel de recordhouder noemen qua selecties op de Croisette, maar voor deze film had men toch beter vriendelijk gepast. Het basisidee over een begrafenisondernemer die via moderne technologie in de doodskist zorgt dat de overledenen nog virtueel in het leven van de nabestaanden blijven, klinkt nochtans veel belovend. Helaas is het eerste uur een saaie vertelling, gevolgd door een tweede luik waarvan het nooit dadelijk wordt of het nu een parodie op de slechte jaren 90-thrillers is, dan wel er zelf één is.
De Belgen
De Belgen maakten ook weer indruk in Cannes, toch zeker de Leonardo Van Dijl. Zijn Julie Zwijgt mocht deelnemen aan La Semaine de la Critique, een prestigieuze nevencompetitie, en keerde uiteindelijk met 3 awards terug naar het vaderland. Dubbel en dik verdiend. Julie Zwijgt is een film die veel vertelt zonder het expliciet te benoemen en het verhaal schetst van een tennistalent, een indrukwekkend vertolking van Tessa Van den Broeck, die haar mond houdt wanneer haar coach onder vuur komt te liggen en zonder boe of ba op straat wordt gezet.
La Semaine sloot af met Animale, een horrorwestern die scenarieel geen nieuwe wegen bewandelde, maar dankzij een originele setting – de wereld van het stierenlopen in de Camarque – en vooral fraaie beelden van die Franse streek geschoten door onze landgenoot Ruben Impens zeker mag gezien worden.
De genrefilms
Animale brengt me ook bij het hoofddoel waarom ik naar het belangrijkste filmfestival ter wereld was afgezakt: genrefilms opsporen voor de 17de editie van het Razor Reel Flanders Film Festival. The Substance en Animale staan alvast op de wishlist voor onze volgende editie. Persoonlijk wist ik ook de feministische Indische vampierenkomedie Sister Midnight zeer te smaken, net als die andere horrorprent waarin feminisme het centrale thema vormt: het door Noémie Merlant geregisseerde The Balconettes.
Voeg daar nog een aantal films bij die we op de Marché du Film – het Batibouw van de filmsector – zagen plus tientallen screeners die we de komende dagen en weken nog te zien gaan krijgen en we kunnen concluderen dat we zeker niet met lege handen zijn teruggekeerd.
Het verdict
11 dagen festival en 37 films op de teller leverde uiteindelijk volgende top 10:
- The Seed of the Sacred Fig
- The Substance
- Anora
- Emilia Pérez
- Sister Midnight
- Julie Zwijgt
- The Balconettes
- My Sunshine
- Nasty – More Than Just Tennis
- Animale